In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 december 2021 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de minderjarige [naam kind], geboren in 2005. De kinderrechter heeft deze machtiging verleend op verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI), die aangaf dat de minderjarige in een gesloten accommodatie moest worden opgenomen vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De minderjarige verblijft momenteel bij Schakenbosch en heeft eerder een ondertoezichtstelling gehad die is verlengd tot 12 november 2022. De GI heeft een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp aangevraagd na een incident waarbij [naam kind] betrokken was, wat leidde tot zijn arrestatie en de noodzaak om hem in een veilige omgeving te plaatsen.
Tijdens de zitting op 22 december 2021 is de moeder van [naam kind] niet verschenen, maar haar standpunt is wel meegenomen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige kwetsbaar is en gedragsproblemen vertoont, wat zijn ontwikkeling ernstig belemmert. De kinderrechter heeft de argumenten van de GI en de advocaat van [naam kind] gehoord, waarbij de advocaat verzocht om de duur van de machtiging te beperken. Echter, de kinderrechter oordeelde dat een periode van vier maanden noodzakelijk is om de situatie van [naam kind] te stabiliseren en om te onderzoeken of een terugplaatsing bij de moeder mogelijk is.
De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 22 december 2021 tot 22 april 2022, en heeft daarbij het advies van de gedragswetenschapper onderschreven. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.