ECLI:NL:RBROT:2021:13134
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in civiele procedure over bewindvoering
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2021 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van de vader van een betrokkene in een bewindprocedure. De vader had op 5 november 2021 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. C. van Steenderen-Koornneef, de rechter die op 16 november 2021 een eindbeschikking had gegeven in de bewindprocedure. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek niet tijdig was ingediend, aangezien de rechter al een eindbeslissing had gedaan voordat zij kennisnam van het wrakingsverzoek. De griffie had verzuimd het verzoek door te sturen, waardoor de rechter pas op 18 november 2021 op de hoogte was van het verzoek. De wrakingskamer concludeerde dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat zij kennis kreeg van het verzoek tot wraking. Hierdoor was verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en verzoeker niet-ontvankelijk verklaard.