ECLI:NL:RBROT:2021:13124
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
Op 30 december 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een strafzaak. Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat het strafdossier niet aan de verzoeker was toegezonden. De rechter, mr. M. van Seventer, had echter toegelicht dat hij de behandeling van de zaak wilde aanhouden om de verzoeker de kans te geven zich voor te bereiden. De verzoeker was niet verschenen op de zitting van de wrakingskamer om deze toelichting te weerleggen. De rechtbank oordeelde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een vrees van vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De verzoeker had geen zwaarwegende aanwijzingen aangedragen die de vrees voor vooringenomenheid konden rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat het verzoek ongegrond was en wees het af.