Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 december 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres], te [woonplaats eiseres], eiseres,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
23 april 2019 heeft de toezichthouder gezien dat er meer dan 50 melkgeiten op het bedrijf aanwezig waren. De toezichthouders hebben tijdens deze controle de regelgeving rond de Q-koorts vaccinatieplicht besproken met eiseres. Eiseres gaf aan dat zij in de voorgaande jaren minder dan 50 melkgeiten hield zodat er toen geen Q-koorts vaccinatieplicht gold. Tevens gaf zij aan dat zij voornemens was een ontheffing aan te vragen voor de Q-koorts vaccinatieplicht. De toezichthouders hebben de regelgeving met betrekking tot de Q-koorts vaccinatieplicht vervolgens aan eiseres uitgelegd. Op 17 mei 2019 is aan eiseres een waarschuwingsbrief verzonden waarin eiseres er op is gewezen dat de geiten voor
1 augustus 2019 moeten zijn gevaccineerd.
3 september 2019 volledig zijn gevaccineerd. Volgens de toezichthouder heeft eiseres daarmee gehandeld in strijd met artikel 5.1.5a van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten, gelet op paragraaf 5.2 van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten.
“Ik houd vanaf 2011 geiten, destijds ben ik begonnen met 6 geiten. Rond augustus 2018 was het aantal geiten gegroeid tot ca. 50 melkgevende geiten. Op dit moment heb ik ca 120 geiten, ongeveer 80 zijn op dit moment melkgevende, de rest zijn lammeren. Ik heb een eenmanszaak, welke bij de kamer van koophandel staat ingeschreven. Ik melk de volwassen geiten 1 maal per dag en hiervan maak ik geitenkaas. Ik was gedeeltelijk bekend met de regelgeving rond de verplichting tot Q-koortsentingen bij de geiten. In juli van dit jaar ben ik erg druk geweest met het verkrijgen van een mogelijke ontheffing hiervoor. Ik heb stad en land afgebeld, zoals de Gezondheidsdienst voor Dieren en het ministerie van Landbouw. Maar ik kreeg nergens gehoor. Op 30 juli jl. heb ik toen contact opgenomen met het NVWA-klantcontactcentrum en mijn verzoek omtrent het verkrijgen van een ontheffing toen digitaal ingediend. Omdat ik op dat moment niet terstond antwoord kreeg, heb ik besloten om de geiten alsnog op 31 juli 2019 te enten. Omdat mijn geiten van mijn bedrijf nog niet eerder waren gevaccineerd tegen Q-koorts, blijkt het dus dat de geiten na 3 tot 5 weken na de eerste enting nogmaals gevaccineerd moesten worden. Dat had ik mij in die periode niet gerealiseerd. De tweede enting bij de oudere geiten en de meeste oudere lammeren die dit jaar geboren zijn, is op dinsdag 3 september 2019 alsnog gerealiseerd. Ik hoop dat ik hiermee alsnog aan mijn verplichtingen heb voldaan. Voor de rest heb ik thans geen zaken die ik nog aan mijn verklaring wil toevoegen.”
“Geachte [naam eiseres], De NVWA geeft geen vrijstellingen van de Q-koortsvaccinatieplicht. De dieren moeten alsnog worden gevaccineerd. Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, Met vriendelijke groet, Team Klantcontactcentrum Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.” Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de tekst van dit bericht niet worden afgeleid dat aan eiseres de mogelijkheid werd geboden om de dieren na
2 augustus 2019 te laten vaccineren. Zoals verweerder heeft toegelicht is met ‘alsnog’ bedoeld dat eiseres de dieren nog steeds moet laten vaccineren. Eiseres heeft dat in redelijkheid daaruit ook niet kunnen afleiden. In verweerders e-mailbericht zijn er geen toezeggingen gedaan over een verplaatsing van de uiterlijke vaccinatiedatum, zodat eiseres aan dat bericht geen gerechtvaardigd vertrouwen kon ontlenen met betrekking tot een uiterste vaccinatiedatum.
“Vaccinatieplicht: alle professionele melkschapen- en melkgeitenhouderijen moeten jaarlijks vóór 1 augustus de dieren (mits op dat moment ouder dan 3 maanden) hebben gevaccineerd tegen Q-koorts. De vaccinatie van ieder dier wordt door de veehouder vastgelegd in het I&R systeem. Tevens moeten veehouders een vaccinatieformulier invullen en deze mede laten ondertekenen door hun dierenarts. Het formulier moet samen met de dierenartsfactuur twee jaar op het bedrijf bewaard worden. Schapen en geiten die voor het eerst gevaccineerd worden, moeten tweemaal worden gevaccineerd met een tussentijd van tenminste 3 weken. Hetzelfde geldt voor dieren die langer dan een jaar niet gevaccineerd zijn.”Deze factsheet is te vinden op www.rijksoverheid.nl. Dat de basisvaccinatie uit twee vaccinaties bestaat blijkt ook uit informatie die op de website van de NVWA is te vinden. Eiseres had zich als professioneel ondernemer via deze kanalen daarover kunnen informeren. Gelet hierop treft de stelling van eiseres dat zij in de waarschuwingsbrief van 17 mei 2019 door verweerder onvoldoende is geïnformeerd omdat uit die brief niet blijkt dat een dubbele vaccinatie tegen Q-koorts vereist is, geen doel.
17 mei 2019 een schriftelijke waarschuwing verzonden waarin staat dat zij aan die verplichting moet voldoen. Op dat moment wist eiseres dat zij voor 1 augustus 2019 de betreffende geiten moest laten vaccineren en lag het op haar weg als professioneel ondernemer om in geval van onduidelijkheid over de eisen en regelgeving tijdig te informeren over de eisen die verbonden zijn aan de Q-koortsvaccinatie voor de geiten. De rechtbank verwijst naar hetgeen hiervoor onder 3.3. is overwogen.
Beslissing
mr. S.L. Mehlbaum, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 17 december 2021.