ECLI:NL:RBROT:2021:1291

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 februari 2021
Publicatiedatum
18 februari 2021
Zaaknummer
10/260267-20 / TUL VV: 10/662043-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen in metrostation Eendrachtsplein Rotterdam

Op 11 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 16-jarige verdachte, die op 16 oktober 2020 in metrostation Eendrachtsplein in Rotterdam openlijk geweld heeft gepleegd tegen een slachtoffer. De verdachte heeft, samen met anderen, het slachtoffer meerdere keren in het gezicht geslagen en geschopt, wat leidde tot letsel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, gezien zijn psychische problemen en eerdere veroordelingen. De officier van justitie eiste een jeugddetentie van 100 dagen, waarvan 31 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals toezicht door de jeugdreclassering en deelname aan forensische behandeling. De rechtbank heeft deze eis grotendeels overgenomen en de verdachte veroordeeld tot 100 dagen jeugddetentie, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank benadrukt het belang van begeleiding en behandeling om herhaling van strafbare feiten te voorkomen. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde taakstraf is ook toegewezen, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer in overweging heeft genomen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/260267-20
Parketnummer vordering TUL VV: 10/662043-18
Datum uitspraak: 11 februari 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren op [geboortedatum verdachte 1] 2004 te [geboortepalats verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] te [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw: mr. L.A.E. Timmer, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 28 januari 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.J. Kroon heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 100 dagen met aftrek
  • met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering, zijn medewerking verleent aan forensische behandeling, zijn medewerking verleent aan een avondklok, zich inzet voor het hebben en behouden van een zinvolle dagbesteding, inzicht geeft in zijn sociale contacten en vrijetijdsbesteding en een contactverbod met het slachtoffer;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 16 oktober 2020 te Rotterdam,
openlijk, te weten, in metrostation Eendrachtsplein, in
vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam slachtoffer] door
- meerdere malen in het gezicht en op het hoofd van voornoemde [naam slachtoffer] te slaan en te
stompen en
- eenmaal, tegen het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer]
te schoppen, waardoor voornoemde [naam slachtoffer] op de grond is gevallen en
-(vervolgens) meerdere malen in het gezicht en
tegen het hoofd van voornoemde [naam slachtoffer] te slaan
en stompen, terwijl voornoemde [naam slachtoffer] op de grond lag en verdachte
bovenop het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer] zat en
- met twee handen het hoofd van voornoemde [naam slachtoffer] beet te pakken en
(vervolgens) in het gezicht van voornoemde
een knietje te geven, terwijl voornoemde [naam slachtoffer] probeerde op te staan.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op 15-jarige leeftijd in het metrostation Eendrachtsplein in Rotterdam schuldig gemaakt aan een openlijke geweldpleging tegen het slachtoffer [naam slachtoffer] . De verdachte stond met vrienden bij de incheckpoortjes naar het perron en heeft het slachtoffer gehinderd om in te checken. Daarop volgde er een woordenwisseling en is de verdachte door de incheckpoortjes achter het slachtoffer aangegaan. Hij heeft haar in het gezicht geslagen en tegen het lichaam geschopt. Nadat het slachtoffer door een medeverdachte werd geschopt en ten val kwam, is de verdachte op het bovenlichaam van het slachtoffer gaan zitten en heeft hij haar meerdere keren in het gezicht geslagen en gestompt. Ook heeft de verdachte het slachtoffer een knietje gegeven in het gezicht. Het slachtoffer heeft door de geweldsexplosie aan de zijde van de verdachte letsel opgelopen. Onduidelijk is hoe ernstig dit letsel precies is geweest, maar zeker is dat de verdachte en zijn mededader(s) een forse inbreuk hebben gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Ook moet dit voor het slachtoffer een zeer angstige ervaring zijn geweest. Feiten als deze dragen bij aan de in de maatschappij heersende gevoelens van angst en onveiligheid. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft gekeken naar een uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 december 2020, waaruit blijkt dat de verdachte al eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
GZ-psycholoog drs. [naam GZ-psycholoog]schrijft in het rapport over de verdachte gedateerd 3 januari 2021 dat bij de verdachte sprake is van ernstige agressieregulatieproblematiek. Nadat hij als kind jarenlang angstig is geweest, heeft hij geleerd om zeer alert te zijn op mogelijk gevaar of krenking. Hij mist de copingsstrategieën om hier adequaat mee om te kunnen gaan. De verdachte denkt niet na over de gevolgen op de langere termijn. De verdachte heeft een intelligentieprofiel met gemiddelde verbale vaardigheden en een beneden gemiddelde performale intelligentie. De uitvoerende vaardigheden, zoals het plannen en organiseren van taken worden er door beperkt. Cognitief wordt hij gauw overvraagd wat zijn gevoelens van falen en krenking versterkt. Dit wordt geclassificeerd als een gebrekkige ontwikkeling. Bij de verdachte is ook een ongespecificeerde depressieve stemmingsstoornis vastgesteld, die hem prikkelbaar, ontstemd en afgevlakt doet reageren. Om zijn onmacht en onrust te dempen gebruikt hij regelmatig cannabis, wat zijn sombere stemming en zijn prikkelbaarheid versterkt. Het wereldbeeld van de verdachte wordt gekleurd door wantrouwen en onveiligheid. Op emotioneel niveau functioneert hij niet conform zijn kalenderleeftijd. Hij kiest voor het vervullen van zijn eigen wensen en behoeftebevrediging op de korte termijn. Het gedrag van de verdachte is te classificeren als een norm-overschrijdend gedragsstoornis.
Door de invloed van de stoornissen wordt geadviseerd om de verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen. De kans op recidive wordt, zonder justitieel kader, als hoog ingeschat. Geadviseerd wordt om in te zetten op de individuele- en onderliggende problematiek van verdachte, in combinatie met een intensief toezicht op zijn dagelijkse routine, zodat hij zich positief kan ontwikkelen en er noodgedwongen pro-sociaal gedrag kan worden ingesleten. Het advies is om een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met begeleiding door de jeugdreclassering en ambulante behandeling bij de forensische poli van De Waag.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna ook: de Raad)stelt op 22 januari 2021 in het rapport over de verdachte dat het ontbreekt aan zicht op de activiteiten van de verdachte buitenshuis en op zijn sociale contacten. De ouders zijn betrokken, maar het lukt hen niet om de verdachte te begrenzen. De verdachte heeft een afwerende houding ten opzichte van de hulpverlening. Naar aanleiding van de zorgen staat de verdachte sinds 25 november 2020 voorlopig onder toezicht. De Raad adviseert de verdachte een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen en daaraan bijzondere voorwaarden te verbinden. De Raad acht het van belang dat er forensische, specialistische behandeling vanuit De Waag (FAST) wordt ingezet. Hoewel de Raad zich realiseert dat de MultiDimensionele FamilieTherapie (MDFT) via Timon net is gestart, benadrukt de Raad het belang van een geïntegreerde ambulante forensische behandeling vanuit De Waag. De behandeling zal naar verwachting ruim een jaar in beslag nemen en dient forensisch en hoog specialistisch van aard te zijn. Ten behoeve van de navolgbaarheid van de behandeling en om een langdurige en duurzame behandelrelatie te kunnen opbouwen met de verdachte adviseert de Raad de behandelingen in zijn geheel door De Waag te doen bieden.
Intensief toezicht en begeleiding van de jeugdreclassering is van belang om de voortgang van zijn behandeling te monitoren en om inzicht te krijgen in de dagelijkse routine van de verdachte, te weten zijn sociale contacten en vrijetijdsbesteding. Voorts is het van belang dat de verdachte onderwijs volgt. Het is positief dat de verdachte hoogstwaarschijnlijk in februari 2021 zal starten op het MBO. Geadviseerd wordt tot slot om een avondklok en een contactverbod met het slachtoffer op te leggen.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het Plan van Aanpak van
de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (hierna ook: de jeugdreclassering)van 5 januari 2021.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
7.4.1.
Toerekeningsvatbaarheid
De conclusie van de psycholoog wordt gedragen door haar bevindingen. De rechtbank neemt die conclusie over en maakt die tot de hare. Nu bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens, die ook aanwezig waren ten tijde van het tenlastegelegde feit, acht de rechtbank de verdachte voor dit feit verminderd toerekeningsvatbaar.
7.4.2.
Straf
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank heeft de aard en ernst van het door de verdachte toegepaste geweld als strafverzwarende omstandigheid meegewogen.
De rechtbank zal in navolging van de eis van de officier van justitie afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke jeugddetentie die langer is dan de duur van het voorarrest. Op advies van de psycholoog, de Raad en de jeugdreclassering zal de rechtbank om herhaling van strafbare feiten te voorkomen, een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de begeleiding en de voorwaarden die hierna worden genoemd. Door de verdediging is verzocht om een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen voor een kortere duur dan is geëist door de officier van justitie. Gelet op de ernst van het feit vindt de rechtbank de door de officier van justitie geëiste duur van de voorwaardelijke jeugddetentie echter passend en geboden.
7.4.3.
Bijzondere voorwaarden
In het rapport van de psycholoog van 3 januari 2021 is duidelijk omschreven wat de beperkingen zijn van de verdachte en op welke wijze hij begeleid dient te worden om een herhaling van strafbare feiten te voorkomen. Naast behandeling is het belangrijk dat er sprake is van intensief toezicht op zijn dagelijkse routine, zodat hij zich positief kan ontwikkelen en er noodgedwongen pro-sociaal gedrag kan worden ingesleten.
De verdachte is op 24 december 2020 geschorst uit de voorlopige hechtenis met diverse voorwaarden. Ook is hij sinds 25 november 2020 voorlopig onder toezicht gesteld. Niet is gebleken dat er sinds zijn schorsing door de jeugdreclassering van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering is ingezet op duidelijke en strakke kaders voor de verdachte. Het ontbreekt tot op heden aan een zinvolle dag- en vrijetijdsbesteding voor de verdachte. De 16-jarige verdachte zit de hele dag zonder bezigheden thuis. Ook blijkt uit het Plan van Aanpak dat er slechts één keer per twee weken een contactmoment is tussen de verdachte en de betrokken jeugdreclasseerder. Dat is gelet op het rapport van de psycholoog veel te weinig. Daarnaast is ter zitting duidelijk geworden dat de verdachte binnenkort zal worden geconfronteerd met een nieuwe jeugdreclasseringswerker, waardoor een voortvarende en strakke begeleiding verdere vertraging dreigt op te lopen.
De rechtbank benadrukt dat het voor de verdachte vijf voor twaalf is om zijn leven in een zinvolle richting te sturen. Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering heeft door zowel het strafrechtelijke als het civiele kader alle middelen tot haar beschikking om hier samen met de verdachte en zijn ouders op zeer korte termijn invulling aan te geven, bijvoorbeeld door een gestructureerd weekprogramma op te stellen waarbij Urban Skillsz een belangrijke pijler kan vormen.
Ter terechtzitting is door mevrouw [naam jeugdreclasseerder] , werkzaam als jeugdreclasseerder bij het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, naar voren gebracht dat de verdachte op 11 januari 2021 een intake heeft gehad voor MDFT van Timon. Timon biedt net als De Waag ook forensische hulpverlening aan. Timon kan de hulp bieden die nodig is. De verdachte en zijn moeder hebben eerder hulp gekregen van Timon. De rechtbank vindt het goed dat gezocht is naar mogelijkheden om snel met behandeling te beginnen in afwachting van behandeling van de verdachte bij De Waag, zoals is geadviseerd door de psycholoog en de Raad. Totdat die behandeling kan starten, dient de hulp in de vorm van MDFT vanuit Timon te worden gecontinueerd.
7.4.4.
Afsluiting
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vordering tenuitvoerlegging

8.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 20 november 2018 van de kinderrechter in deze rechtbank is de verdachte veroordeeld voor zover van belang tot een taakstaf bestaande uit een werkstraf van 30 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 5 december 2018.
8.2.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft verzocht om de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen.
De verdediging heeft zich niet verzet tegen de vordering tot tenuitvoerlegging.
8.3.
Beoordeling
Het hierboven bewezen verklaarde feit is na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van het bewezen feit heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd. Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde voorwaardelijke straf.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 100 (honderd) dagen;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot
31 (éénendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (hierna ook: jeugdreclassering) te bepalen periode en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zijn medewerking zal verlenen aan forensische (individuele en systemische) behandeling in de vorm van FAST bij De Waag en, totdat deze behandeling kan starten, het continueren van zijn medewerking aan MDFT door Timon;
- zich inspant voor het verkrijgen en behouden van een zinvolle dag- en vrijetijdsbesteding, waaronder het verlenen van medewerking aan Urban Skillsz;
- zich gedurende zes maanden zal houden aan door de jeugdreclassering op te stellen weekschema’s;
- inzicht geeft in zijn sociale contacten en vrijetijdsbesteding, zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met het slachtoffer [naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] te
[geboorteplaats slachtoffer] );
- zich houdt aan een avondklok die wordt bepaald door de jeugdreclassering voor de duur van maximaal 1 (één) jaar, ingaande op het moment dat dit vonnis onherroepelijk is;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, gevestigd te Rotterdam, tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
gelast de
tenuitvoerleggingvan de voorwaardelijk opgelegde taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 30 uren subsidiair 15 dagen vervangende jeugddetentie, opgelegd bij vonnis van 20 november 2018 in de zaak met parketnummer 10/662043-18.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.P. van der Stroom, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. K.J. van den Herik en T. van den Akker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 februari 2021.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 16 oktober 2020 te Rotterdam,
openlijk, te weten, in/rond/bij metrostation Eendrachtsplein, in elk geval op of
aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in
vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [naam slachtoffer]
- meerdere malen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd en/of op/tegen het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer] te slaan en/of te
stompen en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer]
te schoppen, waardoor voornoemde [naam slachtoffer] op de grond is gevallen en/of
-(vervolgens) meerdere malen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of
op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer] te slaan
en/of stompen, terwijl voornoemde [naam slachtoffer] op de grond lag en/of verdachte
bovenop het lichaam van voornoemde [naam slachtoffer] zat en/of
- met twee handen het hoofd van voornoemde [naam slachtoffer] beet te pakken en/of
(vervolgens) in/op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd, van voornoemde
een knietje te geven, terwijl voornoemde [naam slachtoffer] probeerde op te staan;