Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Beschuldigingen in de tenlastelegging
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- (daartoe) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het feit,
- afspraken gemaakt met een chauffeur om de container (met daarin cocaïne) op te halen en deze daarvoor te betalen en/of
- voorwerpen (een slijptol, een mesje, handschoenen, een vacuümapparaat en vacuümzakjes) voorhanden gehad, die bestemd zijn voor het uithalen en/of herpakken van blokken cocaïne en/of
- telefonisch contact gehad (via Sky ECC tekstberichten) over het uithalen en/of herpakken van blokken cocaïne, (het aankomen van) de container (met daarin cocaïne) en (het regelen van/betalen van) de chauffeur van de container.
- een (vuur)wapen van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een pistool, merk Walther, type CCP2, kaliber 9X19mm en/of
- munitie van categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten 9 kogelpatronen 7.65 mm br en/of;
- een essentiëel onderdeel en/of onderdeel van wezenlijke aard van een (vuur)wapen van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en munitie, te weten een
2..Beslissingen over het bewijs
- een vuurwapen van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een pistool, merk Walther, type CCP, kaliber 9X19mm en
- munitie van categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten 9 kogelpatronen 7.65 mm br en
- een onderdeel van wezenlijke aard van een (vuur)wapen van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en munitie, te weten een patroonmagazijn van merk Steyr, model M9, kaliber 9x19 mm.
Beoordelingskader
Beoordeling
3..Bewijsmiddelen
Eigen waarneming van de rechtbank op de zitting van 10 december 2021
Eigen waarneming van de rechtbank op de zitting van 10 december 2021
4..Verboden gedragingen en de strafbaarheid
5..Onderbouwing van de straf
Totstandkoming, inhoud van en gevolgde procedure bij de procesafspraken
- De officier van justitie eist voor de tenlastegelegde feiten een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
- De verdediging doet afstand van de ingediende onderzoekswensen en doet geen nadere onderzoekswensen.
- De verdachte doet afstand van de inbeslaggenomen voorwerpen zoals deze zijn vermeld op de beslaglijst in het dossier, waaronder de inbeslaggenomen € 60.500,--.
- Als het vonnis wat betreft een opgelegde straf overeenkomt met de hiervoor genoemde strafeis, stellen de verdediging en de officier van justitie geen hoger beroep in tegen het vonnis zodat de voorlopige hechtenis gecontinueerd kan blijven en de opgelegde straf direct kan worden geëxecuteerd.
- De rechtbank kan de procesafspraken afwijzen (bijvoorbeeld) als er op basis van het dossier onvoldoende grond bestaat voor een vaststelling van schuld, de kwalificatie van de feiten niet aansluit bij de inhoud van het dossier, dan wel wanneer zij de te eisen straf niet passend acht.
- Materieel is de rechtbank zich ervan bewust dat de afspraken zijn gemaakt en is zij voorlopig van oordeel dat er geen grond bestaat om de afspraak af te wijzen.
- Tijdens het onderzoek op de zitting zullen de vragen van 348-350 Sv leidend zijn. De totstandkoming en de inhoud van de procesafspraken zullen ook onderwerp van onderzoek zijn. De weerslag daarvan zal in het vonnis zijn plek vinden.
- De verdachte zal tijdens de inhoudelijke zitting worden gehoord over de procesafspraken.
- De verdediging heeft met de afspraken vrijwillig afstand gedaan van verdedigingsrechten en is zich bewust van de (mogelijke) gevolgen daarvan.
- De verdediging kan zich op ieder moment terugtrekken uit de afspraken.
- Wanneer de afspraken op enige wijze worden ontbonden, komt de zaak terug in de stand waarin deze zich voor het maken van de afspraken bevond (regiefase).
- Een verdachte moet vrijwillig afstand doen van verdedigingsrechten.
- Een verdachte moet zich bij het maken van afspraken volledig bewust zijn van het onderliggende feitencomplex en de wettelijke gevolgen van de procesafspraken.
- Er moet een verplichte rechterlijke toets bestaan die zich richt op de eerlijkheid van de totstandkoming van de afspraak en de inhoud van de afspraken.
Beoordeling van de procesafspraken
- Heeft u met uw raadsman overlegd over de straffen die in dit soort zaken ‘normaal’ worden opgelegd?
- Vertrouwt u uw raadsman (daarin)?
- Heeft u met anderen gesproken over de procesafspraken, waaronder mogelijk de ‘personen’ genoemd in de tenlastelegging?
- Realiseert u zich dat door het afstand doen van de onderzoekswensen in deze zaak geen onderzoek plaatsvindt naar - kort gezegd - de gang van zaken rondom de inbeslagneming van SKY-data?
- Begrijpt u dat het ontbreken van dergelijk onderzoek weliswaar niet betekent dat die verweren niet meer gevoerd kunnen worden, maar wel dat de onderbouwing van die verweren mogelijk belemmerd wordt?
- Overziet u dat als (andere) rechters in andere zaken zouden vaststellen dat er dingen mis zijn gegaan bij de inbeslagneming van SKY-data, het u niet meer kan helpen?
- Begrijpt u dat uw keuze om afstand te doen van de onderzoekswensen dan mogelijk een verkeerde keuze was, maar dat er dan geen weg terug meer is?
- Realiseert u zich dat u afstand doet van de inbeslaggenomen voorwerpen, zoals deze zijn vermeld op de beslaglijst, waaronder de inbeslaggenomen € 60.500,--?
- Weet u dat u in de procesafspraken - weliswaar niet formeel - afstand doet van het recht om de zaak aan een hogere rechter voor te leggen?
- Begrijpt u dat uw procespositie (zwijgen, bekennen, ontkennen) géén onderdeel vormt van de procesafspraken en dat het daarmee niet gaat om enige vorm van plea bargaining; het afdoen van een strafzaak door een schuldbekentenis in ruil voor een lagere straf?
6..Beslissingen in het kort en ondertekening
gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaren;
een (1) jaarniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;