Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van verzoekers, ingekomen op 21 juli 2020;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoekschrift met bijlagen van de man, ingekomen op 16 september 2021;
- het verweerschrift op het zelfstandige verzoek van de man met bijlagen, ingekomen op 12 oktober 2020;
- het bericht met bijlagen van de zijde van verzoekers van 11 maart 2021
- de berichten met bijlagen van de zijde van de man van 12 maart 2021 en 24 september 2021.
2..De vaststaande feiten
- [verzoeker 3] ( [voornaam verzoeker 3] ), geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum verzoeker 3] en
- [naam jong-meerderjarige] ( [voornaam jong-meerderjarige] ), geboren op [geboortedatum jong-meerderjarige] te [geboorteplaats jong-meerderjarige] ;
- [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2008 te [geboorteplaats] ,
- [naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2010 te [geboorteplaats] en
- [naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum minderjarige 3] 2010 te [geboorteplaats] .
3..De beoordeling
2021bedraagt
Zoals bekend wordt in zaken tussen ex-partners in het algemeen besloten tot compensatie van kosten. Dit betekent dat iedere partij de eigen kosten dient te dragen. De gedachte daarachter is dat de afwikkeling van een scheiding tussen de partners dikwijls met vele persoonlijke en interrelationele moeilijkheden gepaard gaat. De redelijkheid en billijkheid brengen mee dat niet te snel tot een kostenveroordeling ten laste van een der partijen wordt overgegaan. Een zakelijk 'gelijk' van de een op een of meer onderdelen van de rechtsstrijd tussen partijen betekent immers niet zonder meer dat de ander, de aard van de geschilpunten in aanmerking genomen, de zaak zonder behoorlijke gronden aanhangig heeft gemaakt of verweer heeft gevoerd tegen de verzoeken van de ander. Die gronden kunnen deels gelegen zijn in de emotionele geladenheid van de problematiek. De rechter in familierechtelijke aangelegenheden zou zijn taak miskennen, indien hij uitsluitend toegankelijk zou zijn voor een zakelijke en juridische argumentatie. Om die reden behoren geen te hoge drempels te worden opgeworpen voor de toegang tot de rechter. Dit brengt onder meer mee dat bij de beslissing omtrent de kosten in het algemeen niet kan worden volstaan met de vaststelling dat het zakelijke gelijk geheel of in overwegende mate bij een van de partijen ligt. De noodzakelijke terughoudendheid van de rechter wordt ook ingegeven door de overweging dat partijen in vele gevallen nog met elkaar verder moeten, al was het maar omdat zij gezamenlijke kinderen hebben. Een kostenveroordeling ten laste van de een ten gunste van de ander kan de verdere relatie belasten, omdat deze veroordeling als prestigewinst kan worden opgevat.
4..De beslissing
- over de periode van 1 oktober 2020 tot vandaag wordt bepaald op het totale bedrag dat de man al heeft betaald voor [voornaam verzoeker 3] voor de periode van 1 oktober 2020 tot vandaag, en
- dat deze onderhoudsverplichting vanaf vandaag wordt bepaald op nihil;