ECLI:NL:RBROT:2021:1231
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wob-verzoek inzake openbaarmaking van informatie door Drechtstedenbestuur
In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een Wob-verzoek ingediend bij het Drechtstedenbestuur om openbaarmaking van bepaalde informatie. Het verzoek werd in eerste instantie afgewezen door het Drechtstedenbestuur, wat leidde tot een aantal bestreden besluiten. De rechtbank heeft de zaken gevoegd behandeld en op 1 februari 2021 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat het Drechtstedenbestuur voldoende inzicht had gegeven in de zoekslag naar de gevraagde informatie. De rechtbank concludeerde dat de gevraagde Message Tracking Logs en e-mails niet meer beschikbaar waren, en dat het bestuursorgaan al het redelijkerwijs mogelijke had gedaan om deze informatie te achterhalen. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet aannemelijk hadden gemaakt dat de gevraagde informatie nog onder het bestuursorgaan berustte. De beroepen van eisers werden ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.