Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Verloop van de procedure
2..De feiten
3..Het verzoek
4..De beoordeling
Ontvankelijkheid Nederlandse rechter
[belanghebbende]voornoemd;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 oktober 2021 een beschikking gegeven inzake het verzoek tot benoeming van een bewindvoerder en mentor voor een in de Verenigde Staten wonende man, die lijdt aan gevorderde dementie. De verzoeker, die de broer van de belanghebbende is, heeft verzocht om beschermingsmaatregelen te treffen, omdat de belanghebbende niet in staat is zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende momenteel onder curatele staat in de Verenigde Staten, waar een 'Plenary Guardian of the Estate' is benoemd. De verzoeker heeft aangegeven dat de belanghebbende naar Nederland wil verhuizen om bij zijn familie te kunnen verblijven, maar dat hiervoor eerst beschermingsmaatregelen in Nederland geregeld moeten worden.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat, hoewel Nederland het Haags Verdrag inzake de internationale bescherming van volwassenen nog niet heeft geratificeerd, er ruimte is voor anticiperende toepassing van de bepalingen uit dit verdrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in Dordrecht woont en dat de belanghebbende na zijn verhuizing naar Nederland bij hem zal gaan wonen. Gezien de medische verklaring van de behandelend arts, die 24-uurs zorg voor de belanghebbende aanbeveelt, heeft de rechtbank geoordeeld dat er een noodzaak is voor beschermingsmaatregelen. De kantonrechter heeft daarom het verzoek tot het instellen van bewind en mentorschap ingewilligd en de verzoeker benoemd tot bewindvoerder en mentor. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en moet worden ingeschreven in het openbare Centraal Curatele- en bewindregister.