In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 16 december 2021, wordt de aanvraag van eiseres voor een maaltijdservice beoordeeld in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De rechtbank heeft eerder een tussenuitspraak gedaan op 22 maart 2021, waarin werd vastgesteld dat het besluit van verweerder van 4 juni 2020 in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder kreeg de kans om het besluit te herstellen, maar na aanvullend onderzoek concludeerde de rechtbank dat de kosten van de maaltijdservice, die gemiddeld € 220,29 per maand bedragen, niet financieel te dragen zijn met een inkomen op minimumniveau. Hierdoor kan de maaltijdservice niet als een algemeen gebruikelijke voorziening worden aangemerkt. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond en vernietigt het bestreden besluit van verweerder voor zover dit betrekking heeft op de maaltijdservice. Verweerder wordt opgedragen om binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, rekening houdend met deze uitspraak en de eerdere tussenuitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.870,-. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.