Bij vonnis d.d. 10 september 2020, zoals gerectificeerd op 29 oktober 2020, heeft de kantonrechter te Dordrecht in de zaak met zaaknummer 7729382 CV EXPL 19-3095 het volgende beslist:
“-ontbindt de huurovereenkomst van partijen met betrekking tot het gehuurde;
-veroordeelt [eiser] om het gehuurde uiterlijk vier weken na de betekening van
dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende
personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Poort6 zijn, en
onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Poort6 te stellen;
-veroordeelt [eiser] om binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis
aan Poort6 te voldoen een bedrag van € 533,68, te vermeerderen met de wettelijke
rente over dit bedrag vanaf de vervaldag tot de dag van volledige betaling;
-veroordeelt [eiser] om binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis
aan Poort6 te voldoen een bedrag van € 3.173,76, te vermeerderen met de wettelijke
rente over dit bedrag vanaf 20 februari 2019 tot de dag van volledige betaling;
-veroordeelt [eiser] om aan Poort6 te voldoen een bedrag van € 503,28 voor
iedere maand, en voor een gedeelte van een maand een evenredig gedeelte van dit
bedrag, te rekenen vanaf 1 november 2019 tot aan de ontruiming van het gehuurde,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de termijnen tot de
dag van volledige betaling;
-veroordeelt [eiser] om aan Poort6 te voldoen een bedrag van € 233,82 inzake
buitengerechtelijke incassokosten;-veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Poort6 tot op heden
begroot op € 1.920,01;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst het meer of anders gevorderde af”.