In deze zaak, die zich afspeelt in Rotterdam, betreft het een aanrijding tussen een snorscooter en een fietser op 4 september 2018. De kantonrechter heeft op 12 februari 2021 uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer 8221606, waarin de eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Aksu-Ari, vorderde dat de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. N.S. de Haas, aansprakelijk werd gesteld voor de schade die hij had geleden door de aanrijding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de snorscooterrijder in de gelegenheid is gesteld om te bewijzen dat de fietser een verkeersfout heeft gemaakt door hem geen voorrang te verlenen. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde een verkeersfout heeft begaan door geen voorrang te geven aan de snorscooterrijder, die op een voorrangsweg reed. De getuigenverklaringen en het proces-verbaal van de politie ondersteunden de stelling van de eiser dat de gedaagde niet tijdig remde en de bocht indraaide zonder rekening te houden met de snorscooter. De kantonrechter heeft de gedaagde aansprakelijk verklaard voor de materiële en immateriële schade van de eiser, die in totaal € 3.779,64 bedraagt, en heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van de aanrijding. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de eigen bijdrage van de eiser voor de rechtsbijstandkosten. De rechter heeft de proceskosten aan de zijde van de eiser toegewezen, inclusief de nakosten en wettelijke rente.