ECLI:NL:RBROT:2021:11697

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 november 2021
Publicatiedatum
29 november 2021
Zaaknummer
C/10/625241 / JE RK 21-2446
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 november 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een machtiging voor een gesloten plaatsing van [naam kind] in een accommodatie voor de duur van zes maanden, vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren en de ouders, de GI en de advocaat van [naam kind] waren aanwezig.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] momenteel verblijft in Bergse Bos, waar hij moeite heeft met het reguleren van zijn emoties en het accepteren van gezag. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van [naam kind], vooral gezien de escalaties in de thuissituatie bij de moeder. De ouders zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat leidt tot een belastende situatie voor [naam kind]. De moeder heeft een alternatief voor de gesloten plaatsing voorgesteld, maar de kinderrechter oordeelt dat er nog geen duidelijk behandelplan is en dat het persoonlijkheidsonderzoek nog niet is afgerond.

Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van twee maanden, met de mogelijkheid om de verdere behandeling van de zaak aan te houden tot er meer duidelijkheid is over de situatie van [naam kind]. De kinderrechter heeft ook verzocht om een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper en een rapportage van de GI over de stand van zaken. De ouders zijn aangespoord om hun communicatie te verbeteren in het belang van [naam kind].

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/625241 / JE RK 21-2446
datum uitspraak: 4 november 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2009 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] & [naam stiefvader],

hierna te noemen de moeder en stiefvader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] & [naam stiefmoeder],

hierna te noemen vader en de stiefmoeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 10 september 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum,
- de verklaring van 10 september 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder
- de instemmende verklaring van 26 oktober 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper
- de brief van de moeder, overhandigd ter zitting.
Op 4 november 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- de advocaat van [naam kind], mr. R.S. Boonstra,
- de moeder en de stiefvader,
- de vader en de stiefmoeder, bijgestaan door zijn advocaat mr. S. Kara,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 1].
[naam kind] is op 4 november 2021 voor de zitting door de kinderrechter gehoord bij Horizon, Bergse Bos, in aanwezigheid van mr. R.S. Boonstra.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de vader en de moeder (hierna: de ouders). [naam kind] verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp, te weten Bergse Bos (Horizon).
Bij beschikking van 10 augustus 2021 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot
10 augustus 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 10 november 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Horizon geeft aan dat [naam kind] baat heeft bij de structuur, de voorspelbaarheid en het onderwijs bij Bergse Bos. De afgelopen periode is opnieuw gebleken dat [naam kind] zijn emoties niet goed kan reguleren. Dit staat ook in de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper. Het persoonlijkheidsonderzoek (hierna: PO) bij [naam kind] is bijna afgerond. Uit het PO zal volgen welke hulpverlening eventueel passend is voor [naam kind].
Er is nog geen hulpverlening gericht op het verbeteren van de communicatie tussen de ouders ingezet, De focus ligt momenteel op het PO en het opbouwen en monitoren van de bezoekmomenten met [naam kind] en de vader.

Het standpunt van belanghebbenden

Namens en door de vader is ter zitting naar voren gebracht dat hij zich veel zorgen maakt om [naam kind]. De uithuisplaatsing van [naam kind] is met name bedoeld om hem de nodige hulp te bieden, gericht op de gedragsproblemen die hij vertoont. Daarnaast is in de vorige uitspraak gezegd dat er hulp nodig is om de onderlinge communicatie en de samenwerking tussen de ouders te verbeteren. Dit zou rust in de thuissituatie brengen op het moment dat [naam kind] weer thuis komt wonen. De vader betreurt dat deze hulpverlening voor de ouders nog niet is ingezet.
Onlangs heeft de moeder – tegen de afspraken in – aan [naam kind] verteld dat de vader niet zijn biologische vader is. De vader vreest dat [naam kind] bij een thuisplaatsing bij de moeder weer terechtkomt in een situatie waarin negatief wordt gesproken over de vader. Hierdoor komt [naam kind] mogelijk (net als zijn broer [naam 2]) in een loyaliteitsconflict. Nu [naam kind] niet bij de moeder woont, kunnen de vader en [naam kind] een band opbouwen. De vader zou graag willen dat [naam kind] bij hem of bij de moeder kan wonen, mits het contact tussen de vader en [naam kind] niet wordt belemmerd.
De moeder is het niet eens met het verzoek van de GI. Zij vindt een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden zwaar overtrokken. Er is geen sprake van structuur en zekerheid bij Bergse Bos, want elke begeleider heeft zijn eigen manier van werken. De moeder wordt bijna dagelijks gebeld om [naam kind] te kalmeren.
De moeder heeft een alternatief gevonden voor de plaatsing bij Bergse Bos. [naam kind] kan mogelijk terecht bij de FortaGroep. Daar wordt een zeer intensief traject aangeboden, afgestemd op het PO bij [naam kind]. Gedurende dit traject zal [naam kind] thuis wonen en bij Bergse Bos naar school gaan. [naam kind] zal zich thuis beter voelen.
Namens [naam kind] is naar voren gebracht dat hij graag naar huis wil. Hij zal meer rust ervaren thuis. Met een gesloten plaatsing wordt voorkomen dat een minderjarige zich aan de jeugdhulp kan onttrekken. [naam kind] verblijft al zes maanden bij Bergse Bos, maar hij heeft (nog) geen gepaste behandeling. Omdat het PO nog niet is afgerond, is er nog geen duidelijkheid over zijn problematiek. Een machtiging gesloten jeugdhulp zou een ultimum remedium moeten zijn. Er wordt door de GI onvoldoende onderbouwd waarom een gesloten plaatsing nog noodzakelijk is. Het gezinsplan van de GI dateert van juni 2021. Mogelijk kan ook in de thuissituatie de nodige structuur en kaders worden geboden. De moeder is zelf actief op zoek naar hulp en geeft daarnaast aan dat zij wil meewerken. Er is sprake van een loyaliteitsconflict. Daar kan echter in het kader van de ondertoezichtstelling aan worden gewerkt. Primair wordt verzocht om het verzoek van de GI af te wijzen. Subsidiair wordt verzocht om het verzoek toe te wijzen voor de korte duur van een maand.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan vooralsnog sprake is.
Uit de overlegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind]. Op 14 mei 2021 is [naam kind] bij Bergse Bos geplaatst, vanwege escalaties in de thuissituatie bij de moeder. Er wordt gezien dat [naam kind] moeite heeft met het reguleren van zijn emoties en het accepteren van gezag. Dit leidt regelmatig tot hevige discussies met de groepsleiding bij Bergse Bos. Daarnaast zijn er zorgen over mogelijke loyaliteitsproblematiek bij [naam kind]. De ouders zijn niet in staat om op een niet-belastende manier met elkaar te communiceren en laten zich negatief uit over elkaar in het bijzijn van [naam kind]. Hierdoor wordt [naam kind] deelgenoot gemaakt van de problematiek van de ouders, hetgeen bijzonder belastend is en schadelijk is voor zijn ontwikkeling.
Volgens Horizon is er in de afgelopen periode nog onvoldoende vooruitgang geboekt op het gebied van de emotieregulatie. Ook lukt het [naam kind] nog onvoldoende om respectvol en adequaat om te gaan met gezag. [naam kind] zou zijn gebaat bij een langer verblijf binnen de geslotenheid, vanwege de hoge mate van voorspelbaarheid, consequent handelen en de dagelijkse routine. De moeder vindt echter dat [naam kind] achteruit gaat bij Bergse Bos. Zij wil graag dat [naam kind] weer thuis komt wonen en dat vanuit daar intensieve hulpverlening wordt ingezet.
De kinderrechter is het eens met mr. Boonstra. Een machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden is te lang, nu er geen plan is afgestemd op zijn problematiek. Het PO bij [naam kind] is nog niet klaar. Daarnaast moet worden onderzocht of het voorstel van de moeder om [naam kind] aan te melden bij de FortaGroep voldoende kaders biedt gelet op de uitkomsten van het PO. [naam kind] verblijft inmiddels al ruim zes maanden bij Bergse Bos. Hij heeft aangegeven dat hij graag terug naar huis wil. De komende periode moet worden onderzocht of een thuisplaatsing kan worden bespoedigd. In het belang van [naam kind] moet er een plan komen waar alle betrokkenen achter kunnen staan.
In de tussentijd moet aandacht worden besteed aan het verbeteren van de communicatie tussen de ouders. De ouders zijn onderdeel van het probleem en dus ook onderdeel van de oplossing. Zij moeten de negatieve gevoelens over elkaar aan de kant zetten in het belang van [naam kind]. Alleen op deze manier kan hij zien en ervaren dat het oké is om omgang te hebben met de ene of de andere ouder. Alleen zij kunnen het loyaliteitsconflict van [naam kind] oplossen.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van twee maanden en de beslissing voor het overig verzochte aanhouden tot hierna te noemen zittingsdatum, zodat er een concreet behandelplan voor [naam kind] kan worden gemaakt.
De kinderrechter verzoekt de GI voorafgaand aan de hierna te noemen zittingsdatum een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper te doen toekomen. Ook verzoekt de kinderrechter de GI
uiterlijk een weekvoorafgaand aan de hierna te noemen zittingsdatum te rapporteren over de laatste stand van zaken en daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 10 november 2021 tot
10 januari 2022 betreffende de minderjarige [naam kind];

en alvorens verder te beslissen:

houdt de verdere behandeling van de zaak aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden, mr. S. Kara en mr. R.S. Boonstra zal plaatsvinden op
7 januari 2022 om 15:00 uurin het gerechtsgebouw te
Dordrecht, Steegoversloot 36;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. T. van den Akker, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de belanghebbenden, mr. S. Kara en mr. R.S. Boonstra;
verzoekt de GI (uiterlijk een week) voorafgaand aan de zitting aan de kinderrechter de verzochte instemmingsverklaring en rapportage te doen toekomen, met afschrift aan de belanghebbenden, mr. S. Kara en mr. R.S. Boonstra.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2021 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 november 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.