ECLI:NL:RBROT:2021:11542
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke boete opgelegd aan varkenshouder wegens onvoldoende watervoorziening voor dieren
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen een varkenshouder (eiseres) en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (verweerder). De zaak betreft een boete van € 1.500,- die aan eiseres was opgelegd vanwege een overtreding van de Wet dieren. De overtreding hield in dat ongeveer 258 gebruiksvarkens in 22 hokken niet konden beschikken over permanent voldoende vers water. Dit werd vastgesteld tijdens een inspectie door toezichthouders van de NVWA op 21 mei 2019.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 18 oktober 2019, waarin de boete werd opgelegd. In het bestreden besluit van 16 april 2020 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, maar is niet ter zitting verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat verweerder gemotiveerd op de gronden van bezwaar is ingegaan en dat eiseres onvoldoende heeft onderbouwd waarom het bestreden besluit onjuist of onvolledig zou zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bevindingen van de toezichthouders in het rapport van bevindingen duidelijk zijn en dat de overtreding als structureel kan worden aangemerkt, gezien het percentage varkens dat niet over voldoende water beschikte. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de boete gehandhaafd.