Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De vordering en het verweer in conventie
4..De vordering en het verweer in reconventie
5..De beoordeling
extraterughoudendheid worden toegepast (vgl. HR 15 oktober 2004, ECLI:NL:HR:2004:AP1664,
NJ2005/141). Op Romara rust in dat kader de stelplicht om concreet (met feiten en omstandigheden) te onderbouwen waarom de toepassing van artikel 23.1 in afwijking van hetgeen partijen (vrijwillig) hebben afgesproken, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zij stelt weliswaar in zijn algemeenheid dat het beroep op het opschortingsverbod naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, maar dit wordt door KGD betwist en door Romara verder niet onderbouwd of toegelicht. Bovendien is niet gesteld of gebleken dat Romara geen andere inningsbevoegdheid had dan opschorting. De conclusie is dat niet kan worden vastgesteld dat uitsluiting van het opschortingsrecht naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.