Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1] ,
[naam eiser 2],
[naam eiseres 3],
[naam eiseres 4],
[naam eiseres 5],
[naam eiser 6],
[naam eiser 7],
[naam eiser 8],
[naam eiser 10] ,tevens handelend onder de naam [handelsnaam 1] ,
[naam eiser 11], handelend onder de naam [handelsnaam 2] ,
1..De procedure in de zaak 20-957
- de dagvaarding van 5 juni 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie tevens incidentele vordering tot voeging, met producties;
- het (verbeterde) proces-verbaal van 12 februari 2021 van de regiezitting;
- de akte uitlaten tevens akte rectificatie productie 44 van de erfpachters;
- de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie, met producties;
- de akte overleggen producties van de erfpachters;
- het e-mailbericht van 27 mei 2021 met nadere producties van de erfpachters;
- het proces-verbaal van 28 mei 2021 van de mondelinge behandeling;
- de reactie van 12 juli 2021 van de erfpachters op het proces-verbaal.
2..De procedure in de zaak 20-1125
- de akte tot referte in het incident tot voeging van de gemeente;
- het vonnis in incident van 6 januari 2021, waarbij de zaak is gevoegd met de procedure in de zaak met rolnummer 20-957;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties;
- het (verbeterde) proces-verbaal van 12 februari 2021 van de regiezitting;
- de akte uitlaten tevens akte rectificatie productie 44 in zaak 20-957 van de erfpachters;
- de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens repliek in reconventie, met producties;
- de akte overleggen producties van de erfpachters;
- het e-mailbericht van 27 mei 2021 met nadere producties van [naam eiser ] ;
- het proces-verbaal van 28 mei 2021 van de mondelinge behandeling;
- de reactie van 12 juli 2021 van [naam eiser ] op het proces-verbaal.
3..De feiten in beide procedures
Aanleiding
(…)
InstrumentenDe transities die in het kader van de RNE nodig zijn, vragen behalve om een duidelijke strategie, ook om een stevige inzet van instrumenten door de gemeente. Het gaat daarbij o.a. om het volgende.
Passende locatie: Bevindt een onderneming zich op een passende locatie? Is de locatie geschikt voor het doel waarvoor het gebruikt wordt of gaat worden? Het terrein direct langs de snelweg vraagt bijvoorbeeld om bedrijven die graag gezien willen worden (hoogte van het gebouw speelt daarbij een rol). Natuurlijk geldt voor de bedrijventerreinen dat bedrijven moeten voldoen aan het bestemmingsplan. Daarnaast heeft de gemeente een DNA van deze gebieden voor ogen, een visie, waarbinnen bepaalde bedrijven wel of niet passen.
-
Geen kleine kavels: De kavel voor de gronduitgifte is minimaal 1.250 m² omdat een versnipperd bedrijventerrein niet wenselijk is.
Financieel solide: De onderneming moet financieel solide zijn omdat de gemeente enige zekerheid wil hebben ten aanzien van de toekomstige bedrijvigheid. De laatste vijf jaarrekeningen van de onderneming vormen daarbij het uitgangspunt. Het eigen vermogen bedraagt minimaal 25% van het totaal vermogen.
Het vastgoed: In uw erfpachtovereenkomst is opgenomen hoe om te gaan met uw vastgoed na beëindiging van het recht. Het uitgangspunt is dat het vastgoed moet worden gesloopt en de bodem gesaneerd. Tenzij na bouwkundig onderzoek komt vast te staan dat het vastgoed zodanig wordt aangepast dat het ‘functioneel nieuw’ is. Zowel bij vastgoed dat ‘functioneel nieuw’ is, als bij
opstallenbinnen het bedrijventerrein.”
(…)
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
Namens dezen:
[naam en handtekening]”
Artikel 22
Na de voorstelronde licht [naam 3] (medewerker van de gemeente; opmerking rechtbank) het project A 20 zone toe. Zij meldt dat de herontwikkeling van het bedrijventerrein Spaanse Polder en ’s-Gravelandsepolder deel uitmaakt van het project A20 zone. Onder de aandacht wordt gebracht de gezamenlijke aanpak van de criminaliteit door de gemeenten Rotterdam en Schiedam. Ook wordt aangegeven dat de aflopende erfpachtovereenkomsten de gemeente bij uitstek de gelegenheid bieden om een bedrijventerrein te ontwikkelen dat bij deze tijd past en bovendien toekomstbestendig is. Zij geeft aan dat uitgegaan wordt van de kracht v[a]n het gebied. Zij benoemt de ruimtelijke economische visie die in de maak is, en de
Roadmap Next Economy(RNE) (…) die hierbij leidend is. Belangrijke onderdelen zijn duurzaamheid en circulariteit. Zowel voor nieuwbouw als voor functioneel nieuw zullen de eisen voor nieuwbouw in het bouwbesluit gelden en zullen daarnaast nog aanvullende duurzaamheidsmaatregelen worden overeengekomen.
(…)
[naam 3] reageert op de stellingen van de heer [naam eiser 10] door aan te geven dat in het verleden niet is gehandeld door de gemeente, echter dat er nu een duidelijke gebiedsopdracht ligt en dat door de Gemeenteraad financiële middelen beschikbaar zijn gesteld om de gebiedsontwikkeling op een goede manier vorm te geven. Er wordt op dit moment aan verschillende zaken op het bedrijventerrein gewerkt waaronder de veiligheid. Zij stelt voor dat vanaf nu gezamenlijk vooruit gekeken wordt aangezien het verleden niet veranderd kan worden, maar dat wel hieruit lering getrokken kan worden.
(…)
(…)
Indien de bodem niet verontreinigd is óf de sanering uitgevoerd kan worden met behoud van het pand, dient u een bureau opdracht te geven om het pand bouwkundig en energetisch te onderzoeken. Indien u daarbij bereid bent om de nodige investeringen te doen om het pand functioneel nieuw te maken, is instandhouding van het pand mogelijk. In dat geval kan de opleveringswijze en ontruiming van de percelen conform de erfpachtvoorwaarden – zoals hiervoor genoemd – niet van toepassing zijn.
- De kavel voor de gronduitgifte in erfpacht is minimaal 1.250 m2; een versnipperd bedrijventerrein is niet wenselijk.
- Solvabiliteit. Het eigen vermogen bedraagt minimaal 25% van het totaal vermogen. De laatste vijf jaarrekeningen van de onderneming vormen daarbij het uitgangspunt.
- Het bedrijf moet passen binnen het bedrijventerrein. Dit wordt getoetst aan de hand van de ruimtelijke economische visie die binnen afzienbare termijn door het college van B&W wordt vastgesteld.
- Het vastgoed. Uitgangspunt is dat het vastgoed wordt gesloopt. Tenzij na bouwkundig onderzoek komt vast te staan dat het vastgoed zodanig kan worden aangepast dat het als ‘functioneel nieuw’ wordt aangemerkt. Dit houdt onder meer in dat het vastgoed (economisch) duurzaam moet zijn. Het pand moet - door een door de gegadigden in te schakelen bureau - bouwkundig en energetisch worden onderzocht. De gemeente heeft twee bureaus ingeschakeld om een definitief toetsingskader voor ‘functioneel nieuw’ vastgoed te formuleren. Binnenkort wordt het nieuwe bestemmingsplan vastgesteld.
- de kavel van de VVE heeft niet de minimale grootte van 1250 m2 aaneengesloten;
- het gaat om een kavel die in een etalagezone zit, met het plan dat nu voorligt wordt dat niet optimaal benut;
- het [plan] laat eigenlijk ook niet zien hoe het pand gebruikt gaat worden, hoe wordt omgegaan met parkeren, expeditiezaken (allemaal in openbaar gebied?);
- Er wordt gesproken over bedrijfswoningen, dat is niet mogelijk. Het is een bedrijfsverzamelgebouw dat op iedere willekeurige locatie kan staan maar niet is bedoeld voor de etalagezone;
4..De vorderingen in conventie
5..De vorderingen in reconventie
In zaak 20-957
6..De beoordeling
fair playgehandeld, dat onder meer vereist dat bestuursorganen open en eerlijk optreden, betrokkenen adequaat informeren en geen informatie achterhouden.
fair play.
fair playals algemene beginselen van behoorlijk bestuur, heeft gehandeld door beleidswijzigingen voor heruitgifte niet duidelijk en tijdig kenbaar te maken en eisen aan de heruitgifte te stellen die zij (nog) niet kon stellen. Dat is onrechtmatig jegens de erfpachters.