ECLI:NL:RBROT:2021:11391

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 november 2021
Publicatiedatum
23 november 2021
Zaaknummer
71/179524-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolg proces-verbaal procesafspraken in strafzaak met meerdere tenlastegelegde feiten

Op 19 november 2021 vond in de Rechtbank Rotterdam een openbare terechtzitting plaats in een strafzaak tegen een verdachte die preventief gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel. De verdachte was niet verschenen, maar had schriftelijk afstand gedaan van het recht om aanwezig te zijn. De raadsman van de verdachte, mr. H. Raza, was wel aanwezig. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De verdediging deed afstand van ingediende onderzoekswensen en de verdachte deed afstand van inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder een bedrag van € 60.500,-. Er werden procesafspraken gemaakt tussen de officier van justitie en de verdediging, waarbij werd afgesproken dat er geen hoger beroep zou worden ingesteld als het vonnis overeenkwam met de strafeis.

De verdachte wordt beschuldigd van vijf feiten, waaronder het invoeren van bijna 1.000 kilogram cocaïne, deelneming aan een criminele organisatie, en het voorhanden hebben van wapens en munitie. De rechtbank is geen partij bij de gemaakte afspraken en kan deze afwijzen als er onvoldoende grond is voor een vaststelling van schuld of als de te eisen straf niet passend is. De inhoudelijke behandeling van de zaak is gepland op 10 december 2021, waar de verdachte zal worden gehoord over de gemaakte afspraken. De verdediging heeft vrijwillig afstand gedaan van verdedigingsrechten en kan zich tot het vonnis op ieder moment terugtrekken uit de afspraken. Indien de afspraken worden ontbonden, komt de zaak terug in de regiefase.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Vervolg proces-verbaal procesafspraken

Team straf 1
Parketnummer: 71/179524-21
Proces-verbaalvan de openbare terechtzitting van de meervoudige kamer voor strafzaken in de rechtbank Rotterdam op 19 november 2021.
Tegenwoordig als:
voorzitter mr. J.H. Janssen,
rechters mrs. R.H. Kroon en E. IJspeerd,
officier van justitie mr. E. van Doorn,
griffier mr. M. Eekhout.
De zaak tegen na te noemen verdachte wordt uitgeroepen.
De verdachte, genaamd:

[naam verdachte] ,

geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ), zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel,
is
niet verschenen.
De voorzitter deelt mede dat de verdachte schriftelijk afstand (bijlage A) heeft gedaan van het recht om vandaag bij de behandeling van de strafzaak aanwezig te zijn.

Als raadsman van de verdachte is aanwezig mr. H. Raza, advocaat te Rotterdam.

De raadsman verklaart door de niet-verschenen verdachte uitdrukkelijk te zijn gemachtigd hem op de terechtzitting te verdedigen.
In dit proces-verbaal zijn verklaringen en mededelingen steeds zakelijk weergegeven.
De voorzitterdeelt mede dat de verdachte in de tenlastelegging wordt beschuldigd van vijf feiten:
(medeplegen van) het invoeren van bijna 1.000 kilogram cocaïne;
deelneming aan een criminele organisatie;
het (in vereniging) voorhanden hebben van een (vuur)wapen, munitie en patroonmagazijn;
het witwassen van € 60.500,- ;
het voorhanden hebben van één of meerdere jammers.
De officier van justitie en de verdediging hebben de tenlastelegging en het dossier informeel met elkaar besproken en na een krappe maand procesafspraken gemaakt en deze aan de (voorzitter van de) rechtbank laten weten.
Deze procesafspraken (hierna: de afspraken) luiden als volgt.
1. De officier van justitie eist voor de tenlastegelegde feiten een gevangenisstraf van
4 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.
2. De verdediging doet afstand van ingediende onderzoekswensen en doet geen nadere onderzoekswensen.
3. De verdachte doet afstand van de inbeslaggenomen voorwerpen zoals deze zijn vermeld op de beslaglijst in het dossier (bijlage B), waaronder de inbeslaggenomen 60.500,-- euro.
4. Als het vonnis wat betreft een opgelegde straf overeenkomt met de hiervoor genoemde strafeis, stellen de verdediging en de officier van justitie geen hoger beroep in tegen het vonnis zodat de voorlopige hechtenis gecontinueerd kan blijven en de op te leggen straf direct kan worden geëxecuteerd.
Gehoord de officier van justitie en mr. Raza over de verdere gang van zaken stelt de rechtbank het volgende vast:
De rechtbank is geen partij bij de afspraken en is daar ook niet aan gebonden.
De rechtbank kan de afspraken afwijzen (bijvoorbeeld) als er op basis van het dossier onvoldoende grond bestaat voor een vaststelling van schuld, de kwalificatie van de feiten niet aansluit bij de inhoud van het dossier, dan wel wanneer zij de te eisen straf niet passend acht.
Materieel is de rechtbank zich ervan bewust dat de afspraken zijn gemaakt en is zij voorlopig van oordeel dat er geen grond bestaat om de afspraak af te wijzen.
Op 10 december 2021 is de inhoudelijke behandeling van de zaak. De vragen van 348-350 Sv zullen bij het onderzoek op de zitting leidend zijn. De totstandkoming en de inhoud van de afspraken zullen ook onderwerp van onderzoek zijn. De weerslag daarvan zal in het vonnis zijn plek vinden.
De verdachte zal op 10 december 2021 worden gehoord over de afspraken.
De verdediging heeft met de afspraken vrijwillig afstand gedaan van verdedigingsrechten en is zich bewust van de (mogelijke) gevolgen daarvan.
De verdediging kan zich totdat het vonnis is gewezen op ieder moment terugtrekken uit de afspraken.
Wanneer de afspraken op enige wijze worden ontbonden, komt de zaak terug in de stand waarin deze zich voor het maken van de afspraken bevond (regiefase).

De rechtbank beslist als volgt.

Het
onderzoek wordt geschorst
tot de terechtzitting op 10 december 2021 te 10.30 uur (inhoudelijke behandeling).
Tegen de nadere terechtzitting dienen te worden opgeroepen:
- de verdachte, met verstrekking van een afschrift van de oproeping aan de raadsman;
- een tolk in de Albanese taal.
Aan de officier van justitie wordt verzocht zorg te dragen voor het vervoer van de verdachte tegen de nadere terechtzitting.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.