Op 19 november 2021 vond in de Rechtbank Rotterdam een openbare terechtzitting plaats in een strafzaak tegen een verdachte die preventief gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel. De verdachte was niet verschenen, maar had schriftelijk afstand gedaan van het recht om aanwezig te zijn. De raadsman van de verdachte, mr. H. Raza, was wel aanwezig. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De verdediging deed afstand van ingediende onderzoekswensen en de verdachte deed afstand van inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder een bedrag van € 60.500,-. Er werden procesafspraken gemaakt tussen de officier van justitie en de verdediging, waarbij werd afgesproken dat er geen hoger beroep zou worden ingesteld als het vonnis overeenkwam met de strafeis.
De verdachte wordt beschuldigd van vijf feiten, waaronder het invoeren van bijna 1.000 kilogram cocaïne, deelneming aan een criminele organisatie, en het voorhanden hebben van wapens en munitie. De rechtbank is geen partij bij de gemaakte afspraken en kan deze afwijzen als er onvoldoende grond is voor een vaststelling van schuld of als de te eisen straf niet passend is. De inhoudelijke behandeling van de zaak is gepland op 10 december 2021, waar de verdachte zal worden gehoord over de gemaakte afspraken. De verdediging heeft vrijwillig afstand gedaan van verdedigingsrechten en kan zich tot het vonnis op ieder moment terugtrekken uit de afspraken. Indien de afspraken worden ontbonden, komt de zaak terug in de regiefase.