In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 15 oktober 2021, wordt de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen verlengd. De zaak betreft de kinderen [voornaam minderjarige 1], [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3], die onder toezicht zijn gesteld vanwege zorgen over de opvoedsituatie bij hun moeder. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 17 augustus 2021 een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling, die oorspronkelijk was ingesteld bij beschikking van 28 oktober 2020. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de vader en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren, terwijl de moeder niet verscheen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen over de kinderen, die bij de vader wonen. De moeder heeft sinds april 2021 niet meer in het gezin gewoond en er zijn zorgen over haar medewerking aan therapie. De vader heeft het zwaar met de zorg voor de kinderen en zijn werk, terwijl de moeder kampt met psychiatrische problemen. De kinderrechter concludeert dat, hoewel er enige positieve ontwikkelingen zijn, de zorgen over de opvoedsituatie bij de moeder aanhouden. Daarom is verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk om de situatie te monitoren en te zorgen voor de kinderen.
De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling van de minderjarigen te verlengen met zes maanden, tot 28 april 2022, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag, door tussenkomst van een advocaat. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2021.