ECLI:NL:RBROT:2021:11382

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2021
Publicatiedatum
22 november 2021
Zaaknummer
C/10/624669 /JE RK 21-2340
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen door de kinderrechter

Op 15 oktober 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van vijf minderjarigen, te weten [voornaam minderjarige 1], [voornaam minderjarige 2], [voornaam minderjarige 3], [voornaam minderjarige 4] en [voornaam minderjarige 5]. De Raad voor de Kinderbescherming had op 30 augustus 2021 een verzoek ingediend voor deze ondertoezichtstelling, omdat de kinderen in een onveilige opvoedsituatie verkeerden. De ouders, die sinds juli 2021 gescheiden zijn, waren niet in staat om een stabiele en gestructureerde omgeving voor de kinderen te bieden. De kinderen hebben te maken gehad met een gebrek aan aandacht en ondersteuning, wat hun ontwikkeling ernstig bedreigde.

Tijdens de mondelinge behandeling op 15 oktober 2021 waren de vader en een vertegenwoordiger van de Raad aanwezig, terwijl de moeder, via haar advocaat, had aangegeven niet te verschijnen maar in te stemmen met het verzoek. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling bedreigd worden en dat er een jeugdbeschermer betrokken moet blijven om de situatie te stabiliseren. De kinderrechter heeft besloten om de kinderen voor de duur van negen maanden onder toezicht te stellen van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling benadrukt dat de ouders inmiddels medewerking verlenen aan de hulpverlening, maar dat de situatie nog steeds kwetsbaar is. De moeder heeft een negatieve invloed op de kinderen en de vader kan door haar gedrag buiten spel worden gezet. Het is van belang dat er duidelijke afspraken worden gemaakt en dat de hulpverlening wordt voortgezet om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/624669 / JE RK 21-2340
Datum uitspraak: 15 oktober 2021

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2006 te [geboorteplaats 1] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2008 te [geboorteplaats 1] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige 2] ,

[naam minderjarige 3] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 3] 2010 te [geboorteplaats 2] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige 3] ,

[naam minderjarige 4] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 4] 2011 te [geboorteplaats 2] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige 4] ,

[naam minderjarige 5] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 5] 2014 te [geboorteplaats 2] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige 5] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,
advocaat: mr. W.J.J. Trooster, te Vlaardingen,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 30 augustus 2021, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum;
- de brief van mr. Trooster van 13 oktober 2021, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 15 oktober 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de vader;
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam vertegenwoordigster] ;
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting
Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: de GI), [naam vertegenwoordiger] .
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder. Via haar advocaat heeft de moeder medegedeeld dat zij instemt met het verzoek en niet op de zitting zal verschijnen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] , [voornaam minderjarige 2] , [voornaam minderjarige 3] , [voornaam minderjarige 4] en [voornaam minderjarige 5] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige 1] , [voornaam minderjarige 2] , [voornaam minderjarige 3] , [voornaam minderjarige 4] en [voornaam minderjarige 5] wonen bij de moeder.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] , [voornaam minderjarige 2] , [voornaam minderjarige 3] , [voornaam minderjarige 4] en [voornaam minderjarige 5] voor de duur van negen maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De kinderen hebben lange tijd een opvoedsituatie gehad waarin er een gebrek was aan structuur, regels en eenduidigheid. De kinderen kregen onvoldoende aandacht en stimulans. Ook stonden de ouders niet op één lijn wat betreft de opvoeding. De relatie van de ouders is sinds juli 2021 verbroken. De kinderen zijn getuige geweest van de spanningen tussen de ouders. Het is belangrijk dat een jeugdbeschermer betrokken blijft om te zorgen dat de ingezette hulpverlening wordt voortgezet en aan de doelen wordt gewerkt. De verwachting is dat negen maanden voldoende is.

De standpunten

De GI heeft ter zitting ingestemd met het verzoek. De afgelopen periode zijn er positieve veranderingen geweest. De ouders hebben hun relatie verbroken. De vader krijgt hulp van Stichting Elckerlyc. De GI is bezig om een duidelijke zorgregeling in kaart te brengen, zodat de vader en de kinderen elkaar regelmatig kunnen zien. Er bestaat een risico dat de moeder de vader buiten spel zal zetten. Ook zal opvoedondersteuning worden ingezet bij de vader. Bij de moeder is ASVZ betrokken. De ouders verlenen veel medewerking. De huidige positieve ontwikkeling is nog pril. Het is wenselijk als de GI nog langer betrokken blijft om alles goed te regelen.
De vader is het eens met het verzoek. In eerste instantie stond de vader afwijzend tegenover het verzoek. Dit had te maken met de nalatigheid van de hulpverleningsinstanties en de eigen ervaring van de vader met de Raad in zijn eigen jeugd. De ouders zijn sinds juli 2021 gescheiden. De vader ziet nu in dat hij baat heeft bij een ondertoezichtstelling. De vader heeft momenteel een eigen woning. Hij ziet de kinderen iedere week.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Op dit moment worden de kinderen ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. Er is lange tijd sprake geweest van een opvoedsituatie waarin de kinderen onvoldoende structuur, rust en voorspelbaarheid kregen. De kinderen zijn in mei 2020 tijdelijk op vrijwillige basis in verschillende pleeggezinnen geplaatst en vervolgens na een paar maanden één voor één thuisgeplaatst. De moeder is een periode overbelast geweest en heeft in een rusthuis verbleven, waar zij geleerd heeft om grenzen te stellen. De vader heeft last van somberheid en kan vanuit onmacht die hij ervaart boos reageren. Daarnaast zijn er zorgen over de persoonlijke ontwikkeling van de kinderen. [voornaam minderjarige 1] heeft last van faalangst en heeft weinig aansluiting bij leeftijdsgenoten. [voornaam minderjarige 2] en [voornaam minderjarige 3] kunnen snel boos worden. [voornaam minderjarige 4] heeft een leerachterstand en [voornaam minderjarige 5] heeft een kort lontje.
De afgelopen periode is de GI betrokken geweest middels het drangkader. Er is sprake van een positieve ontwikkeling. De ouders hebben hun relatie beëindigd in juli 2021. De ouders accepteren de hulpverlening en verlenen medewerking. De ontwikkeling is echter nog pril. Daarbij komt dat de moeder bepalend blijkt te zijn in hoe de hulpverlening moet worden uitgevoerd. Ook als het gaat om de zorgregeling tussen de vader en de kinderen kan zij bepalend zijn. De moeder praat negatief over de vader. Hierbij dreigt de vader buiten spel te raken, omdat de kinderen dit van de moeder overnemen. Het is belangrijk dat de jeugdbeschermer betrokken blijft om de regie te nemen en de onrust als gevolg van de scheiding weg te nemen. De komende periode dienen er duidelijke afspraken worden gemaakt en hulpverlening worden opgestart. De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige 1] , [voornaam minderjarige 2] , [voornaam minderjarige 3] , [voornaam minderjarige 4] en [voornaam minderjarige 5] onder toezicht stellen voor de duur van negen maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige 1] , [voornaam minderjarige 2] , [voornaam minderjarige 3] , [voornaam minderjarige 4] en [voornaam minderjarige 5] onder toezicht van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, met ingang van 15 oktober 2021 tot 15 juli 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2021 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 29 oktober 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.