Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis;
- ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
welk onoplettend, onvoorzichtig rijgedrag hierin heeft bestaan dat verdachte toen daar, terwijl op de rijstrook (direct) rechts van de rijstrook, waar hij, verdachte, reed, naast of vlak voor de vrachtauto van verdachte, een personenauto reed,
- zijn aandacht niet of onvoldoende op de rijstrook rechts van hem, verdachte, heeft gehouden en- (aldus) die rechts naast / vlak voor hem rijdende personenauto niet (tijdig) heeft opgemerkt en
- (vervolgens) een rijstrook naar rechts heeft gewisseld en
- (vervolgens) tegen die rechts naast / vlak voor hem, verdachte, rijdende personenauto is aangereden,
door welke aanrijding vervolgens een (andere) aanrijding volgde tussen aldaar rijdende voertuigen,
waardoor een ander (genaamd [naam slachtoffer]) werd gedood.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. De officier van justitie is bij zijn eis, in het voordeel van verdachte, afgeweken van de richtlijnen voor straftoemeting van het Openbaar Ministerie en heeft daarbij aangegeven op grond waarvan hij tot deze afwijking is gekomen. De officier van justitie heeft het geringe kleurcontrast van de auto met het asfalt en daarmee de verminderde zichtbaarheid voor verdachte in strafmatigende zin meegenomen. De rechtbank kan zich daarin vinden en vindt ook overigens het strafvoorstel van de officier van justitie passend. Om die reden zal de rechtbank de geëiste straf opleggen.
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10.. Beslissing
200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
100 (honderd) dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
12 (twaalf) maanden, geheel voorwaardelijk,
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
welk onoplettend, onvoorzichtig, onachtzaam en/of onzorgvuldig rijgedrag hierin heeft bestaan dat verdachte toen daar, terwijl op de rijstrook (direct) rechts van de rijstrook, waar hij, verdachte, reed, naast of vlak voor de vrachtauto van verdachte, een personenauto reed,
- zijn aandacht niet of onvoldoende op de rijstrook rechts van hem, verdachte, heeft gehouden en/of
- (aldus) een/die rechts naast / vlak voor hem rijdende personenauto niet (tijdig) heeft opgemerkt en/of
- (vervolgens) van / een rijstrook naar rechts heeft gewisseld en/of
- (vervolgens) tegen een/die rechts naast / vlak voor hem, verdachte, rijdende personenauto is gebotst / aangereden,
door welke aanrijding vervolgens een (andere) aanrijding / botsing volgde tussen aldaar rijdende voertuigen,
waardoor een ander (genaamd [naam slachtoffer]) werd gedood;
(Artikel art 6 Wegenverkeerswet 1994)
hij op of omstreeks 3 juni 2020 te Ridderkerk en/of Barendrecht, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (vrachtauto met oplegger), daarmee rijdende op de weg, de Rijksweg A-15 links, terwijl op de rijstrook (direct) rechts van de rijstrook, waar hij, verdachte, reed, naast of vlak voor de vrachtauto van verdachte, een personenauto reed,
- zijn aandacht niet of onvoldoende op de rijstrook rechts van hem, verdachte, heeft gehouden en/of
- (aldus) een/die rechts naast / vlak voor hem rijdende personenauto niet (tijdig) heeft opgemerkt en/of
- (vervolgens) van / een rijstrook naar rechts heeft gewisseld en/of
- (vervolgens) tegen een/die rechts naast / vlak voor hem, verdachte, rijdende personenauto is gebotst / aangereden,
door welke aanrijding vervolgens een (andere) aanrijding / botsing volgde tussen aldaar rijdende voertuigen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
(Artikel art 5 Wegenverkeerswet 1994)