In deze zaak heeft de kinderrechter op 30 september 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en vader van [naam kind] aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten, mr. R.W. de Gruijl en mr. R.A.F. Jansen. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft het verzoek ingediend om de uithuisplaatsing van [naam kind] bij de vader te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. De moeder verzet zich tegen deze plaatsing en heeft zorgen over de opvoedsituatie bij de vader, terwijl de vader en de GI van mening zijn dat [naam kind] bij de vader moet blijven wonen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds 2017 bij de vader woont en dat er een omgangsregeling met de moeder is. Er zijn zorgen over de opvoedsituatie bij de vader, maar de betrokken hulpverlening heeft vastgesteld dat de vader in voldoende mate tegemoet kan komen aan de opvoedbehoeften van [naam kind]. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] bij de vader te verlengen tot 21 augustus 2022, in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind].