Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- het tussenvonnis van 28 april 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:3801) en de daarin genoemde stukken;
- de conclusie na tussenvonnis van [naam eiser 1];
- de antwoordconclusie na tussenvonnis van [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2].
2..De verdere beoordeling
- [naam gedaagde 1] heeft geen helderheid gegeven over de (beperkte) reikwijdte van de tussen [naam eiser 1] en [naam gedaagde 2] gemaakte afspraak op 31 maart 2016, en zij heeft [naam eiser 1] er na 1 juli 2016 dus ook niet op gewezen dat die afspraak ‘uitgewerkt’ was;
- [naam gedaagde 1] heeft geen helderheid gegeven over de vervolgens geldende tarieven en kantoorkosten;
- toen het aantal aan de zaak van [naam eiser 1] bestede uren vanaf augustus 2016 fors opliep (overigens mede als gevolg van de door [naam eiser 1] zelf veroorzaakte escalatie van het conflict; zie daarover het tussenvonnis), heeft [naam gedaagde 1] [naam eiser 1] niet gewaarschuwd voor de financiële gevolgen daarvan.
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)