Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair (gekwalificeerde doodslag) en het onder 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren met aftrek van voorarrest.
4..Ontvankelijkheid officier van justitie
5..Waardering van het bewijs
Bespreking van de gevoerde verweren
6..Bewezenverklaring
doorgeweld
[naam 1] en[naam slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die
7..Strafbaarheid feit
8..Strafbaarheid verdachte
9..Motivering straf
10..Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
De benadeelde partijen [naam benadeelde 1] , [naam benadeelde 2] en [naam benadeelde 3] .
11..Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.. Bijlagen
13.. Beslissing
niet-ontvankelijkin de vervolging voor zover het betreft
feit 2;
niet bewezen, dat de verdachte
de onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feitenheeft begaan en
spreekt de verdachte daarvan vrij;
het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
strafbaar;
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
€ 20.000,= (zegge: twintigduizend euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 1] te betalen
€ 20.000,=(hoofdsom,
zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 december 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.000,= niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
135 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 20.000,= (zegge: twintigduizend euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 2] te betalen
€ 20.000,=(hoofdsom,
zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 december 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.000,= niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
135 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 20.000,= (zegge: twintigduizend euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 3] te betalen
€ 20.000,=(hoofdsom,
zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 december 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.000,= niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
135 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 15.346,87 (zegge: vijftienduizend driehonderdvierenzestig euro en zevenentachtig eurocent)te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag aan immateriële schade van € 15.000,= vanaf 28 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening en over het bedrag van 346,87 aan materiële schade vanaf 1 mei 2020;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 4] te betalen
€ 15.346,87(hoofdsom,
zegge: vijftienduizend driehonderdvierenzestig euro en zevenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over het bedrag van € 15.000,= vanaf 28 december 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening en over het bedrag van € 346,87 vanaf 1 mei 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 15.346,87 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
111 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;