ECLI:NL:RBROT:2021:10172

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/624987 / HA ZA 21-793
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vervallen verklaring van gesloten plaatsing van minderjarige na overtreding voorwaarden jeugdhulp

In deze zaak heeft de kinderrechter op 24 september 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], om de vervallen verklaring van de beslissing van de jeugdhulpverlener tot gesloten plaatsing te verklaren. De minderjarige is geboren in 2006 en onder toezicht gesteld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige zich niet aan de voorwaarden van de voorwaardelijke machtiging heeft gehouden, wat heeft geleid tot zijn opname in een gesloten accommodatie. De jeugdhulpaanbieder heeft deze beslissing genomen omdat de minderjarige zich meerdere keren heeft onttrokken aan de begeleiding en afspraken, en er zorgen waren over zijn veiligheid en middelengebruik. De kinderrechter heeft de argumenten van de minderjarige en zijn advocaat gehoord, maar oordeelt dat de gesloten plaatsing gerechtvaardigd was. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige op de hoogte was van de voorwaarden en de consequenties van zijn gedrag. De beslissing van de jeugdhulpverlener is in stand gehouden, en het verzoek om de omzetting van de voorwaardelijke machtiging te laten vervallen is afgewezen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/624978 / JE RK 21-2407
datum uitspraak: 24 september 2021

beschikking

in de zaak van

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2006 te [geboorteplaats minerjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. L.A.E. Timmer te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,

Horizon Harreveld,

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van [voornaam minderjarige] van 6 september 2021, ingekomen bij de griffie op 6 september 2021,
- de briefrapportage met bijlagen van de GI van 17 september 2021, ingekomen bij de griffie op 20 september 2021.
Op 23 september 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , bijgestaan door mr. L.A.E. Timmer,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, mevrouw [naam vertegenwoordigster 1] en mevrouw [naam vertegenwoordigster 2] ,
- mevrouw [naam gedragswetenschapper] , gedragswetenschapper bij Horizon Harreveld.
Mevrouw [naam gedragswetenschapper] is ter zitting telefonisch gehoord.
Opgeroepen en niet verschenen zijn de vader en de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 16 december 2020 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot
6 februari 2022. Hierbij is ook een machtiging tot uithuisplaatsing in aan accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 28 juni 2021 een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot 28 januari 2022.
De jeugdhulpaanbieder heeft de jeugdige op 21 augustus 2021 doen opnemen in een gesloten accommodatie. De jeugdige is op 24 augustus 2021 in kennisgesteld van deze beslissing. Als redenen voor de opname zijn genoemd:
- dat hij zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden volgens het hulpverleningsplan van de
voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp.

Het verzoek

[voornaam minderjarige] heeft verzocht om vervallen verklaring van de beslissing van de jeugdhulpverlener om hem te doen opnemen in een gesloten accommodatie.
Namens en door [voornaam minderjarige] wordt ter zitting verwezen naar het ingediende verzoekschrift. [voornaam minderjarige] is van mening dat de omzetting niet conform de wettelijke vereisten tot stand is gekomen. In de brief van Horizon Harreveld van 24 augustus 2021 staat niet aangegeven waarom de voorwaardelijke machtiging precies werd omgezet. Op 21 augustus 2021 werd [voornaam minderjarige] aangehouden en in verzekering gesteld op verdenking van een strafbaar feit. Echter is de zaak direct na het eerste verhoor geseponeerd bij gebrek aan bewijs. [voornaam minderjarige] is van mening dat onder deze omstandigheden niet kan worden geoordeeld dat hij de voorwaarden zou hebben overtreden. Op grond van het bepaalde in artikel 6.1.6 lid 6 van de Jeugdwet is het mededelen van de redenen van de beslissing tot omzetting wel verreist, nu dat is nagelaten is [voornaam minderjarige] van mening dat zijn opname in de gesloten jeugdhulp niet met inachtneming van de eisen die de Jeugdwet hieraan stelt heeft plaatsgevonden. Het besluit tot omzetting is onvoldoende zorgvuldig tot stand gekomen nu de motivering daartoe ontbreekt. Daarnaast ontbreekt de handtekening onder het besluit. Het moet voor [voornaam minderjarige] duidelijk zijn waarom het besluit is genomen. De redenen van de omzetting zouden uit de briefrapportage van de GI van 17 september 2021 kunnen worden afgeleid. [voornaam minderjarige] zou zich meerdere malen hebben onttrokken door weg te lopen. Daarnaast zou er bij een tassen controle een leeg wietzakje zijn gevonden. In het hulpverleningsplan gesloten jeugdzorg staat vermeld dat bij het vroegtijdig signaleren van zorgelijk gedag lichtere interventies kunnen worden ingezet ter voorkoming van een gesloten plaatsing. [voornaam minderjarige] verzoekt vervallen verklaring van de omzetting.

Het standpunt van de GI

Er is besloten om [voornaam minderjarige] gesloten te plaatsen, omdat hij zich meerdere malen heeft onttrokken aan de begeleiding en afspraken, door bijvoorbeeld toch op verlof te gaan een weekend waarin dat niet mocht. Er zijn grote zorgen over [voornaam minderjarige] wanneer hij zich
onttrekt wat maakt dat zijn veiligheid binnen een opensetting niet gewaarborgd kan worden. [voornaam minderjarige] heeft duidelijke kaders nodig waarbinnen hij kan functioneren. In situaties waarin [voornaam minderjarige] de controle dreigt te verliezen of zich onvoldoende veilig voelt raakt hij snel het overzicht kwijt. Hierdoor wordt hij gefrustreerd en angstig en is vanuit hier geneigd om agressief gedrag te laten zien om de controle enigszins terug te kunnen krijgen. Daarnaast zijn er zorgen over middelengebruik. Bij een tassencontrole bleek [voornaam minderjarige] een leeg zakje wiet bij zich te hebben. Dit was niet de eerste keer. Dit is tegen de gemaakte afspraak en voorwaarde dat [voornaam minderjarige] geen drugs gebruikt of bij zich heeft. Verder wordt gezien dat hij impulsief en beïnvloedbaar is en zijn grenzen niet kan aangeven. [voornaam minderjarige] overziet de gevolgen van zijn acties niet waardoor de kans groot is dat hij vervalt in crimineel gedrag en zo schade kan toebrengen aan zijn omgeving. Een gesloten setting is nodig om zijn veiligheid en die van anderen te waarborgen en ook tot behandeling te komen en daarvan te profiteren.

Het standpunt van Horizon Harreveld

[voornaam minderjarige] heeft meerdere waarschuwingen gekregen. Begin augustus is hij op de groep betrapt met een beker alcohol. Bij een kamercontrole is toen een fles Bacardi aangetroffen. Hij werd boos omdat zijn kamer werd gecontroleerd en heeft een stoel naar een medewerker gegooid. [voornaam minderjarige] neemt kwetsbare kinderen mee in zijn middelengebruik. In een gesprek met [voornaam minderjarige] is hem verteld dat dit een laatste waarschuwing was. Op 20 augustus 2021 is er een filmpje opgedoken waarin [voornaam minderjarige] te zien was met een nep-wapen in de trein. Hem is uitgelegd dat het niet verantwoord is om hem met verlof te laten gaan als hij zulke dingen doet. [voornaam minderjarige] werd agressief, hij heeft geprobeerd het kantoor van de leiding binnen te dringen omdat hij zijn spullen wilde hebben. Hij gooide met spullen, maakte spullen kapot in zijn kamer en was dreigend en dwingend naar pedagogische medewerkers. Hij wilde zijn spullen pakken en weglopen. Na een afkoelperiode en intern overleg is met hem besproken dat hij zijn spullen kan krijgen, want het is een open groep. Maar als hij wegloopt, het noodzakelijk is dat andere maatregelen worden genomen. Desondanks is hij weggegaan. Een dag later is hij gesloten geplaatst. Na de omzetting heeft er een startbespreking plaatsgevonden met [voornaam minderjarige] en de ouders. Tijdens dit gesprek is helder naar [voornaam minderjarige] uitgesproken waarom hij gesloten is geplaatst. In een open setting was hij niet meer te handhaven. Hij moet tegen zichzelf en anderen beschermd worden. Aan [voornaam minderjarige] zijn meerdere kansen geboden. De voorwaardelijke machtiging gesloten was op zichzelf genomen al een kans. Een plaatsing in een open setting is niet haalbaar, daar [voornaam minderjarige] zich zal blijven onttrekken aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen zal worden onttrokken. Het perspectief is dat hij op termijn naar een open setting kan, echter zal er een gedragsverandering moeten plaatsvinden.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.6, tweede lid, Jeugdwet kan een jeugdhulpaanbieder de jeugdige doen opnemen in een gesloten accommodatie, indien door de naleving van de voorwaarden buiten de gesloten accommodatie de ernstige belemmeringen van de ontwikkeling naar volwassenheid als gevolg van de ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen, niet langer kan worden afgewend en de jeugdige zich onttrekt of door anderen wordt onttrokken aan de jeugdhulp.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.6, derde lid, Jeugdwet kan een jeugdhulpaanbieder de jeugdige doen opnemen in een gesloten accommodatie, wanneer deze de voorwaarden niet naleeft waardoor de jeugdige ernstig wordt belemmerd in de ontwikkeling naar volwassenheid en deze ernstige belemmering niet buiten de gesloten accommodatie kan worden afgewend.
Ingevolge artikel 6.1.6, lid 4, van de Jeugdwet stelt de jeugdhulpaanbieder zich voorafgaand aan de opneming op de hoogte van de actuele toestand van de ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de jeugdige heeft, die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren.
Ingevolge artikel 6.1.6, lid 6, van de Jeugdwet stelt de jeugdhulpaanbieder de jeugdige uiterlijk vier dagen na zijn beslissing de jeugdige op te nemen, daarvan schriftelijk in kennis onder mededeling van de redenen van de beslissing. Een afschrift van de mededeling wordt tevens zo spoedig mogelijk gezonden aan de verzoeker van de machtiging, de advocaat van de jeugdige en aan de griffier van de rechtbank die de voorwaardelijke machtiging heeft verleend.
De advocaat van [voornaam minderjarige] heeft gelijk als zij zegt dat niet aan alle formele vereisten is voldaan. In de brief van 24 augustus 2021 stond de reden van zijn gesloten plaatsing niet vermeld en deze brief was niet voorzien van een handtekening. Dit schrijft de wet wel voor. Maar de kinderrechter is van oordeel dat het voor [voornaam minderjarige] op het moment van de gesloten plaatsing wel duidelijk was welke voorwaarde hij had overtreden en waarom hij dus gesloten geplaatst werd. Dat is belangrijk, omdat hij dan ook kan inschatten of dit terecht is en of hij dit samen met zijn advocaat aan de kinderrechter moet voorleggen. Dit recht is ook uitgelegd in de brief van 24 augustus 2021 en zijn advocaat heeft deze brief ook gekregen. Daarom laat de kinderrechter de beslissing van Horizon Harreveld in stand.
Op de zitting van 28 juni 2021 is [voornaam minderjarige] akkoord gegaan met de naleving van de aan hem gestelde voorwaarden. Hij wist dus aan welke voorwaarden hij zich moest houden. Sinds augustus 2021 gaat het niet goed op de groep. Begin augustus heeft [voornaam minderjarige] sterke drank op de groep en wordt agressief als hij hierop wordt aangesproken. Hij heeft naar aanleiding hiervan een laatste waarschuwing gekregen. [voornaam minderjarige] ontkent deze gang van zaken op zitting niet, waardoor de kinderrechter er vanuit gaat dat dit klopt.
Vervolgens duikt er een filmpje op waarop is te zien dat (een persoon die lijkt op) [voornaam minderjarige] in de trein een nep-vuurwapen laat zien. Hij wordt hiervoor opgepakt door de politie, maar mag dezelfde dag nog naar huis. De zaak wordt geseponeerd. [voornaam minderjarige] wordt door de leiding aangesproken op dit filmpje. Hij ontkent diegene op het filmpje te zijn. Er ontstaat een ruzie, waarbij [voornaam minderjarige] agressief wordt, gooit met spullen en maakt dingen kapot. [voornaam minderjarige] wil zijn persoonlijke spullen en vertrekken. Na een afkoelperiode krijgt [voornaam minderjarige] zijn spullen en hem wordt uitgelegd dat als hij wegloopt er andere maatregelen noodzakelijk zijn. Hij is weggegaan en is vervolgens gesloten geplaatst.
Omdat [voornaam minderjarige] is uitgelegd dat er consequenties zouden zijn als hij zou weglopen en het gegeven dat hij de dag heeft ervaren wat deze consequentie inhoudt dat hij gesloten is geplaatst, moest het voor hem duidelijk zijn waarom hij gesloten is geplaatst. De reden van zijn gesloten plaatsing is naderhand ook met hem en zijn ouders besproken. Dit blijkt uit het hulpverleningsplan. De kinderrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat [voornaam minderjarige] zich niet aan gestelde voorwaarden heeft gehouden.
De advocaat van [voornaam minderjarige] heeft ook bepleit dat hij te snel gesloten is geplaatst, terwijl op de zitting van 21 juni 2021 juist besproken is dat de voorwaardelijke machtiging niet zomaar bij elke gebeurtenis wordt omgezet. De kinderrechter deelt dit standpunt niet. [voornaam minderjarige] heeft namelijk naar aanleiding van een ernstig incident al een laatste waarschuwing gekregen. Gelet op de ernst van dat incident had [voornaam minderjarige] toen ook al gesloten kunnen worden geplaatst, maar heeft hij een laatste kans gekregen. Gelet hierop is de machtiging niet zomaar omgezet en is voldaan aan de vereiste van proportionaliteit.
Het verzoek om de beslissing tot ‘omzetting voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdzorg’ geheel vervallen te verklaren, wordt daarom afgewezen.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek af.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2021 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Borges Dias als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.