4.3.Beoordeling
Terroristische organisatie
Uit het dossier – Kennisdocument Jihadisme in Somalië - blijkt omtrent de aard van Al-Shabaab het navolgende.
1. Harakat Al-Shabaab al-Mujahidin (beweging van de strijdende jeugd of de mujahidin jeugdbeweging) is een organisatie die in de jaren 2000 is opgericht in Somalië.
De organisatie, die beter bekend is onder de naam Al-Shabaab (de jeugd), was aanvankelijk een onderdeel van de ICU (Islamic Courts Union). De ICU is een unie van onafhankelijke rechtbanken, waarbinnen de politieke islam een belangrijke rol speelt, ontstaan in 1991.
2. Het precieze ontstaan van Al-Shabaab binnen de ICU is onduidelijk, maar duidelijk is dat de organisatie die eerst opereert als militaire tak binnen de ICU, is ontstaan onder invloed van de ontwikkelingen binnen Somalië. Vanaf 2004 gaat Al-Shabaab opereren als de gewapende tak van de ICU, waarmee onder meer door al-Qa’ida getrainde strijders zich aansluiten bij Al-Shabaab. Wanneer de ICU in 2006 wordt ontbonden, blijft Al-Shabaab als zelfstandige jihadistische organisatie in Somalië over.
3. Ofschoon weinig bekend lijkt over de organisatie van Al-Shabaab wordt door de VN aangegeven dat er sprake is van:
“een sterk gecentraliseerde leiderschap in combinatie met gedecentraliseerde operationele capaciteiten;
een officiële structuur met diverse senior leiders die bekend zijn en een publieke functie
hebben. Ook is er een militaire operationele structuur die meer gebaseerd is op de clans en die minder zichtbaar is;
een Amniyat, dat functioneert als een geheime politie die verantwoordelijk is voor
contra-intelligence en controle en dat ook een clandestine special operation unit is.
Het vermogen om zowel een lokale als een nationale agenda na te streven, terwijl de
organisatie ook onderdeel is van de internationale jihad.”
4. Ook blijkt dat Al-Shabaab tot tenminste 2019 grote delen van Somalië onder controle heeft en een veelheid van gewapende aanslagen pleegt (zie Kennisdocument Jihadisme in Somalië o.m. onder 4.1.3., 4.1.6., 4.5.) waarbij de doelen zijn:
“nog steeds om de vreugde van God te bereiken door het tot stand brengen van tawhid (monotheïsme), zichtbaar op onze vlag;
strijden ervoor om het ‘framework’ van afvalligheid te vernietigen en de seculiere systemen omver te werpen, en om op deze ruïnes een islamitisch systeem tot stand te brengen op basis van de shari'a;
doen ons best om de moslim umma te verenigen onder de vlag van de shahada ondanks de verschillen in taal en kleur;
zien onszelf als onderdeel van de mondiale Jihad beweging die vraagt om eenheid, wederzijdse hulp en advies. Niets is belangrijker dan de gelederen samen te brengen
onder het principe van monotheïsme;
streven naar herstel van de ingenomen moslimlanden, en specifiek de heilige landen.”
5. En tenslotte wordt in 2012 Al-Shabaab officieel gezien als onderdeel van al-Qa'ida, zo blijkt uit een video van de nieuwe leider van al-Qa’ida al-Zawahiri en van Al-Shabaab leider Godane. In de video legt Godane een eed van trouw, bay'a, af aan al-Zawahiri welke door laatstgenoemde is erkend.
Voornoemde gegevens zijn door zowel de Officier van Justitie als de verdediging niet ter discussie gesteld.
6. De rechtbank voegt aan het vorenstaande nog toe dat blijkens de VN en EU lijsten waarop terroristische organisaties worden vermeld – kenbaar uit openbare bronnen – al-Qa’ida – waarvan Al-Shabaab in ieder geval sinds 2012 deel uitmaakt – op die lijsten als terroristische organisatie is opgenomen.
En dit alles leidt tot de conclusie dat deelname aan Al-Shabaab moet worden beschouwd als deelname aan een terroristische organisatie als bedoeld in artikel 140a van het Wetboek van Strafrecht, gelijk ook als opvatting is neergelegd in ECLI:NL:PHR:2011:BO9998. Deelneming van verdachte aan een terroristische organisatie
Van deelneming aan een criminele (terroristische) organisatie is sprake indien een betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Een dergelijk aandeel kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van hand- en spandiensten die op zichzelf niet strafbaar hoeven te zijn, maar wel strekken tot verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Het is voldoende dat een betrokkene in zijn algemeenheid - in de zin van onvoorwaardelijk opzet - weet dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Niet is vereist dat een betrokkene enige vorm van opzet heeft op de door de terroristische organisatie beoogde concrete misdrijven. Wetenschap van een of meer concrete misdrijven is niet vereist. Evenmin is vereist dat een betrokkene zelf heeft meegedaan of meedoet aan de misdrijven die door andere leden van de organisatie zijn respectievelijk worden gepleegd.
Vaststaande feiten en omstandigheden
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.
De verdachte ontvlucht in 2007 wegens hoge schulden Nederland en reist naar Marokko , waar zijn ouders woonachtig zijn. Omdat hij zijn schuldeisers ook in Marokko niet kan ontlopen en zijn financiële problemen zelfs verergeren, besluit hij naar zijn zus in Spanje te gaan. De verdachte reist op 10 augustus 2010 naar Spanje.
In Spanje zoekt de verdachte op internet naar landen en/of gebieden waar mensen met problemen, zoals hij, hun toevlucht kunnen zoeken. Hij besluit naar Somalië te gaan teneinde te gaan wonen in een gebied van Harakat Shabaab Mujahideen (Al-Shabaab).
De verdachte verklaart daarover onder meer:
“De makkelijkste weg was om via Al-Shabaab te gaan, zij hebben eigen gebieden.”
De verdachte vliegt half november 2010 naar Dubai. Vanaf Dubai boekt de verdachte een ticket naar Bosaso, Somalië, maar zijn ticket wordt, omdat het in Bosaso te gevaarlijk is, omgezet naar Djibouti in Somalië. Vanuit Djibouti gaat de verdachte naar Nairobi, Kenia, en vervolgens naar Garissa, Kenia, nabij de grens met Somalië. Daar ontmoet de verdachte een persoon die hem op 28 november 2010 over de grens naar Dobli, Somalië, smokkelt. Over de grens is het gebied van Al-Shabaab.
De verdachte verklaart daarover onder meer:
“
Al Shabaab was er de baas, ik zag dat aan de vlag en de mensen in militaire kleding met wapens.”
Via een checkpoint komt de verdachte terecht bij de “Hizbah”, de politie van Al-Shabaab.
In Dobli krijgt hij van de burgemeester tevens emir van Al-Shabaab woonruimte.
Na 10 à 12 dagen wordt de verdachte door Al-Shabaab naar Kismayo gebracht en na 4 à 5 weken daar te hebben verbleven wordt hij naar Mogadishu gebracht.
Na aankomst in Mogadishu wordt de verdachte ondergebracht in een huis samen met ongeveer 50 andere mannen. Aan de verdachte wordt medegedeeld dat hij in trainingskamp moet. De personen die “tezquia”, referenties, hebben gaan vrij snel door naar trainingskampen, de verdachte blijft met mannen zonder “tezquia” achter in het huis.
De verdachte hoort in die periode in de verte knallen en er wordt hem verteld dat er gevochten wordt in Mogadishu.
Na 3 maanden wordt de verdachte terug naar Kismayo gebracht omdat het niet meer veilig is in Mogadishu. Na nog eens 3 maanden wordt de verdachte samen met anderen naar een trainingskamp in Mogadishu gebracht. Omdat de verdachte tijdens een tussenstop op weg naar Mogadishu een blessure aan zijn knie oploopt belandt hij in een ziekenhuis waar hij ook malaria en tyfus oploopt. In plaats van een trainingskamp krijgt de verdachte daarom een simpele “geweer- en pistooltraining”.
De verdachte verklaart daarover onder meer:
“Daarna kwam een verantwoordelijke van Harakat Shabaab naar mij toe in het ziekenhuis. Hij was verantwoordelijk voor de buitenlandse strijders. Hij zei dat mijn groep al op trainingskamp was gegaan en dat ik dus niet meer mee kon. Hij zei dat ik een simpele training in het huis zou krijgen. Ik kreeg toen van een leraar in het huis een pistooltraining. Wapen uit elkaar halen en in elkaar zetten. Dit was dus allemaal nog in Mogadishu, in 2011.”
Omstreeks deze periode stuurt de verdachte foto’s van zichzelf naar zijn broer waarop de verdachte is afgebeeld in gevechtskleding met een vuurwapen en een handgranaat.
Op 27 februari 2012 stuurt de verdachte een e-mail naar zijn broer met de volgende inhoud:
“(..) echte oorlog is begonen tegen ons en islam, we zijn door vier landen aangevalen en binnen kort komt Frankrijk en engeland bij en ze krijgen steun van turkye en amirika, turkye is de grootste slaav en klootzak, en geloof niet in het nieuws het is allemaal leugens wat ze over ons zegen, Allah zegt in zijn boek
Degenen (hypocrieten) die tegen de mensen zeggen: “Waarlijk, de mensen hebben zich tegen jullie verzameld, vrees hen daarom.” Maar het deed hen (slechts) vermeerderen in het geloof en zij zeiden: “Allah (alleen) is ons voldoende en Hij is de beste Beschermer.”
het kan zijn dat ik een tijdje geen kontact met jou kan op nemem wegens netwerk, en als Allah mij beloont met chaheda inchaAllah broeders zullen kontact met jou op nemen.
ik hoop van allah dat Juli mij alles vergeven in het verleden voor all mijn live moeder ik weet dat ik Juli heel erg pijn en verdrietig heb gemaakt maar ik weet zeker dat ik goede weg heb gekozen inchaAllah, en zeg tegen hele familie voor all mijn live moeder als we elkaar niet meer zien in deze wereld dan zien we elkaar in janah inchaAllah
O, jullie die geloven! Wat scheelt jullie dat wanneer er tot jullie wordt gezegd: “Rukt uit op de Weg van Allah,” jullie bezwaard op de grond zakken? Zijn jullie meer verheugd met het leven van deze wereld dan dat van het Hiernamaals? Gering is het vermaak van het leven van deze wereld, als je het met dat van het Hiernamaals vergelijkt. Als jullie niet uitrukken, zal Hij jullie een pijnlijke bestraffing geven en jullie door een ander volk vervangen en jullie kunnen Hem in het geheel niet kwetsen. En Allah is tot alle dingen in staat.
na dat ik deze Ayah heb goed gelezen
en goed begrepen was nieks meer belanrijk voor mij in deze wereld ik hoop dat juli mij goed begrijpen.”
en
“We zijn door vier landen aangevallen en binnenkort komt Frankrijke en Engeland erbij en ze krijgen steun van Turkije en Amerika”en
“Turkije is de grootste slaaf en klootzak”.
Hij verklaart daarover onder meer:
“
Ja, als ik die berichten terug lees, daarmee bedoel ik de berichten over waar ik schrijf dat
de oorlog tegen ons begonnen was.”
De verdachte verblijft 1,5 tot 2 maanden in het ziekenhuis. Na zijn verblijf in het ziekenhuis komt de verdachte uiteindelijk terecht in Halisa en trouwt hij met [persoon A] .
De verdachte verklaart daarover onder meer:
“Ik was getrouwd met [persoon A] in Haleesha (Somalië) vanaf die tijd moesten we iedere keer verhuizen weg van de strijd.”
Na 6 maanden scheidt hij van [persoon A] . Na zijn scheiding verhuist de verdachte naar Afgooye waar hij trouwt met [persoon B] van wie hij een paar maanden later weer scheidt.
Daarna trouwt hij met [persoon C] en samen verhuizen zij naar Marka.
De verdachte verklaart daarover onder meer:
“
Er brak oorlog uit in Afgooye, de overheid had Mogadishu ingenomen en we moesten echt snel weg uit Afgooye”.
De verdachte woont ongeveer 3 maanden met [persoon C] in Marka. [persoon C] vertrekt wegens ziekte naar Mogadishu. De verdachte trouwt daarop met een tweede vrouw [persoon D] . Na terugkomst van [persoon C] scheidt de verdachte van [persoon D] .
In maart 2013 wordt verdachtes zoon [persoon E] geboren. Zij wonen dan inmiddels in Barawa.
Na 2 à 3 maanden scheiden de verdachte en [persoon C] . Kort daarna, eind 2014 of begin 2015, gaat de verdachte naar Jamane. Hij trouwt daar met [persoon F] . Een bekende van de verdachte, [persoon G] , helpt hem aan een huis.
Half 2015 trouwt hij wederom met zijn ex [persoon A] . Zij is zijn tweede vrouw naast [persoon F] . Met [persoon A] krijgt de verdachte een dochter.
Eerst begin 2016 bereidt de verdachte zijn vertrek uit Somalië naar Jemen voor.
De verdachte regelt dat hij naar Hardere, een vissersplaats, wordt gebracht. Hij verlaat uiteindelijk Somalië en gaat met een vissersboot naar Jemen, zijn vrouw(en) en kinderen achterlatend.
Op 21 maart 2016 publiceert de Staatscourant het volgende besluit:
Besluit: De Sanctieregeling terrorisme 2007-II is van toepassing op:
- [naam verdachte] , geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ).
Hiermee is [naam verdachte] vanaf 21 maart 2016 op de Nationale Sanctielijst Terrorisme geplaatst.
Op 16 januari 2020 ontvangt het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum (LIRC) van de Landelijke Eenheid van de politie een bericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken dat zij een emailbericht hadden ontvangen van [naam verdachte] , waarin hij schreef dat hij zich had aangesloten bij Al-Qa’ida, daar spijt van had, zichzelf nu graag wilde aangeven om een kans te krijgen een nieuw leven te beginnen en op het moment van schrijven van deze e-mail zich in Jemen bevond.
Op 11 maart 2020 is de verdachte teruggekeerd naar Nederland alwaar hij na aankomst is aangehouden.
Op grond van deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte, in de periode vanaf zijn aankomst in Somalië tot zijn vertrek naar Jemen in april 2016, lid is geweest van en (daarmee) deelnemer aan de terroristische organisatie Al-Shabaab. Van louter burgerschap, zoals door de raadsman bepleit, is gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden geen sprake.
In het bijzonder is van belang dat de verdachte naar Somalië is vertrokken in de wetenschap dat het daar oorlog was, en dat daar door Al-Shabaab werd gestreden. De terroristische misdrijven gepleegd door Al-Shabaab in Somalië waren in de periode dat de verdachte naar Somalië vertrok in het nieuws (aanslagen in 2008 en 2009) en Al Shabaab maakte sinds 2009 actief gebruik van een eigen mediaorganisatie.
Om die reden wordt de verklaring van de verdachte dat hij geen wetenschap had van het terroristische karakter van Al-Shabaab als ongeloofwaardig terzijde geschoven.
De verdachte is vervolgens in de ongeveer 5,5 jaar dat hij in Somalië heeft verbleven woonachtig geweest in diverse steden/dorpen die werden beheerst en gecontroleerd door
Al-Shabaab. Hij is met meerdere vrouwen getrouwd geweest en heeft 2 kinderen gekregen. Al-Shabaab voorzag hem in zijn levensonderhoud voor een deel van die periode.
De verdachte is Spanje uitgereisd naar door Al-Shabaab gecontroleerd gebied in Somalië teneinde zich te voegen bij Al-Shabaab. De verdachte heeft zich het radicaal extremistisch gedachtegoed van de gewapende Jihadstrijd eigen gemaakt, zich gevoegd bij Al-Shabaabstrijders, deelgenomen aan een wapentraining, vuurwapens en een granaat voorhanden gehad en propaganda gemaakt door foto’s van zichzelf, gewapend en in gevechtskleding, naar zijn broer te sturen.
Voornoemde feitelijkheden zijn aan te duiden als voorbereidingshandelingen tot het plegen van de in de tenlastelegging onder feit 2 beschreven terroristische misdrijven (door deelname aan Al-Shabaab).