Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 10 februari 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak, tevens houdende incidentele vordering
- de conclusie van antwoord in het incident, met producties;
- de conclusie van repliek in het incident, met een productie;
- de conclusie van dupliek in het incident, met producties;
- de akte in het incident aan de zijde van Allianz, met een productie.
2..De vaststaande feiten in het incident
- buitenspiegel links.
- koplamp links.
- portier linksvoor.
- portier linksachter.
- voorbumper.
- scherm linksvoor.
- portier linksvoor (linkerzijde hoogte voorscherm).
- portier rechtsvoor.
- motor storingslampje brand.
3..De vordering in de hoofdzaak
€ 2.912,50, subsidiair (in geval van tegenspraak) kosten rechtens.
4..Het geschil in het incident
5..De beoordeling in het incident
’s-Hertogenbosch 4 februari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:222).
2 december 2018, en ook is niet in geschil dat zowel bij die laatstgenoemde aanrijding als bij de aanrijding van 28 september 2019 schade is ontstaan aan de linker voorzijde van de auto.
28 september 2019 te kunnen beoordelen en in staat te zijn om gemotiveerd verweer te voeren tegen die vordering. Allianz heeft gesteld dat zij aan de hand van die stukken kan beoordelen of en in hoeverre de auto al (ernstig) beschadigd was vóórdat de aanrijding op 28 september 2019 plaatsvond, of de auto reeds (in economische zin) total loss was (verklaard) voordat die aanrijding plaatsvond, of en in hoeverre de auto na de eerdere aanrijdingen gerepareerd was, of en zo ja welk deel van de thans geclaimde schade is veroorzaakt door de laatste aanrijding op 28 september 2019 en (dus) of een causaal verband bestaat tussen de gestelde schade en die aanrijding.
2 december 2018 en een afschrift van de bescheiden met betrekking tot (eventueel) aan de auto verrichte reparatiewerkzaamheden voorafgaand aan de aanrijding van 28 september 2019 die verband houden met de aanrijdingen die eerder hebben plaatsgevonden.
6..De beslissing
woensdag 2 december 2020 om 14.30 uurvoor het overleggen door beide partijen van de hiervoor genoemde bescheiden;