Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding met producties van 16 januari 2020;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van [nummer 1] februari 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald, welke mondelinge behandeling als gevolg van de corona-maatregelen niet heeft plaatsgevonden;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie met producties;
- de akte uitlaten producties van [eiser];
- de rolbeslissing van 21 augustus 2020, waarin [eiser] alsnog in de gelegenheid is gesteld om een conclusie van dupliek in reconventie te nemen;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
in conventiebij dagvaarding gevorderd dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Schreiershaven zal bevelen toestemming voor de volgende wijzigingen op de standplaats van [eiser] te verlenen of deze te gedogen:
in reconventiedat [eiser] wordt veroordeeld tot het herplaatsen van beplanting/struiken en/of bomen in overeenstemming met de situatie en in overleg met het bestuur.
4..De beoordeling
te veroordelen tot het herplaatsen van beplanting/struiken en/of bomen in overeenstemming met de situatie en in overleg met het bestuur” betreft een dermate ongespecificeerde, open en onduidelijke vordering dat de kantonrechter deze niet kan toewijzen. In haar conclusies heeft Schreiershaven evenmin onderbouwd op welke wijze hieraan uitvoering zou moeten worden gegeven door [eiser]. De reconventionele vordering van Schreiershaven wordt daarom afgewezen.