ECLI:NL:RBROT:2020:9741

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 oktober 2020
Publicatiedatum
30 oktober 2020
Zaaknummer
8520804 CV EXPL 20-14746
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur in het kader van een zorgbehandeling met afwijzing van buitengerechtelijke incassokosten

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 oktober 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Infomedics B.V. en een gedaagde. Infomedics vorderde betaling van een onbetaalde factuur van € 155,75, die voortvloeide uit een zorgbehandeling bij Derma Rijnmond. De gedaagde had op 14 augustus 2019 een poliklinisch bezoek gebracht aan Derma, die de vordering had gecedeerd aan Infomedics. Infomedics had de gedaagde meerdere keren aangemaand tot betaling, maar de gedaagde had de factuur onbetaald gelaten en betwist dat er tijdens het bezoek werkzaamheden zijn verricht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in beginsel gehouden is de factuur te voldoen, maar dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar verweer te onderbouwen. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 155,75 toegewezen, maar de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. Dit omdat Infomedics niet had aangetoond dat de gedaagde de veertiendagenbrief had ontvangen, wat vereist is voor toewijzing van deze kosten. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van Infomedics, die zijn vastgesteld op € 210,85.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures, vooral als het gaat om de ontvangst van aanmaningen en de verplichtingen die daaruit voortvloeien. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de hoofdsom toegewezen, maar de gedaagde is in het ongelijk gesteld met betrekking tot de buitengerechtelijke kosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8520804 CV EXPL 20-14746
uitspraak: 16 oktober 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Infomedics” respectievelijk “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 28 april 2020, met producties;
  • het schriftelijke antwoord van [gedaagde] , met producties;
  • de conclusie van repliek, met productie.
[gedaagde] heeft, alhoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, niet gereageerd op de conclusie van repliek.
1.2
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
[gedaagde] heeft op 14 augustus 2019 bij zorgaanbieder Derma Rijnmond (hierna: Derma) een eerste poliklinisch bezoek gebracht wegens een aandoening van de talgklieren en/of zweetklieren.
2.2
Derma heeft haar uit de behandeling voortvloeiende vordering gecedeerd aan Infomedics.
2.3
In verband met die behandeling heeft Infomedics namens Derma een factuur d.d. 22 november 2019 ten bedrage van € 155,75 toegezonden.
2.4
[gedaagde] heeft voormelde factuur onbetaald gelaten.
2.5
Infomedics dan wel haar gemachtigde hebben [gedaagde] op 7 januari 2020, 4 februari 2020 en 10 maart 2020 aangemaand tot betaling van de factuur. Bij voormelde brief van 7 januari 2020 heeft Infomedics [gedaagde] aangemaand het bedrag van € 155,75 binnen 15 dagen na ontvangst van die brief te voldoen, bij gebreke waarvan buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 in rekening zullen worden gebracht.

3..Het geschil

3.1
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 155,75 aan hoofdsom, € 1,18 aan verschenen rente en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over het totaalbedrag van € 196,93 vanaf woensdag 22 april 2020 tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering heeft Infomedics – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – ten grondslag gelegd dat [gedaagde] de betalingsverplichting uit hoofde van de tussen [gedaagde] en Derma gesloten behandelovereenkomst dient na te komen. Door de wanbetaling van de zijde van [gedaagde] voelde Infomedics zich genoodzaakt haar gemachtigde in te schakelen en buitengerechtelijke incassokosten te maken. Deze kosten ten bedrage van
€ 40,00 dienen voor rekening van [gedaagde] te komen. Verder maakt Infomedics aanspraak op wettelijke rente, waaronder een bedrag van € 1,18 aan verschenen rente.
3.3
[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – aangevoerd dat zij weliswaar op 14 augustus 2019 een bezoek heeft gebracht aan Derma, maar dat zij daar bijna direct werd afgescheept met de verkapte boodschap dat er geen geld te verdienen viel met haar gezonde huid. Binnen een tiental minuten (waarvan 5 minuten doorgebracht in de wachtkamer) ging [gedaagde] met lege handen, zonder advies of behandeling, naar huis.
3.4
Op de overige stellingen van partijen wordt hierna – indien van belang voor de uitkomst van deze procedure – teruggekomen.

4..De beoordeling

4.1
Ten aanzien van de verschuldigdheid van de betaling van de factuur zoals vermeld onder 2.3 heeft het volgende te gelden. Niet in is geschil dat [gedaagde] op 14 augustus 2019 een poliklinisch bezoek aan Derma heeft gebracht. [gedaagde] is dan ook in beginsel gehouden de daarop betrekking hebbende factuur te voldoen. De kantonrechter begrijpt het verweer van [gedaagde] aldus dat zij betwist dat er tijdens dit bezoek werkzaamheden verricht zijn.
4.2
Bij schriftelijk antwoord heeft [gedaagde] een e-mail d.d. 30 april 2020 van Derma overgelegd, waarin Derma een uitgebreide toelichting geeft over de opbouw van het factuurbedrag. Bij repliek heeft Infomedics de inhoud van deze e-mail bevestigd. [gedaagde] is naar aanleiding van het consult een recept, een doorverwijzing naar een huidtherapeut en een advies t.a.v. gezichtsverzorging voorgeschreven. Verder heeft Infomedics de naam van de betreffende arts en het patiëntennummer van [gedaagde] benoemd en stelt zij dat de huisarts van [gedaagde] op de hoogte is van (de inhoud van) het poliklinische bezoek. [gedaagde] heeft niet eerder contact gezocht met Infomedics om haar ongenoegen over het consult te uiten.
4.3
Gelet op de gemotiveerde betwisting van de zijde van Infomedics, had het op de weg van [gedaagde] gelegen om – bij dupliek – haar (blote) stellingen nader te onderbouwen, maar dat heeft zij niet gedaan (hoewel zij daartoe wel in de gelegenheid is gesteld).
Daarom zal de kantonrechter in rechte uitgaan van de juistheid van de factuur en (de hoogte van) het factuurbedrag. De hoofdsom ten bedrage van € 155,75 zal dan ook worden toegewezen.
4.4
Infomedics vordert rente vanaf 22 december 2019 (de vervaldatum van de factuur). Uit het lichaam van de dagvaarding blijkt echter dat in het door Infomedics gevorderde bedrag de rente is berekend
tot en metde dag der dagvaarding. De gevorderde rente op rente is in strijd met de desbetreffende wettelijke bepaling en daarom niet voor toewijzing vatbaar. De rente wordt (slechts) toegewezen vanaf de dag der dagvaarding.
4.5
Infomedics maakt voorts aanspraak op een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Artikel 6:96 lid 6 BW vereist voor toewijzing van deze vordering dat [gedaagde] door Infomedics vruchteloos is aangemaand tot betaling binnen een termijn van veertien dagen aanvangende de dag na aanmaning, onder vermelding van de gevolgen van het uitblijven van betaling (hierna: de veertiendagenbrief). Een dergelijke aanmaning is aan te merken als een verklaring als bedoeld in artikel 3:37 lid 3 BW. Daarom heeft deze aanmaning pas werking indien deze de schuldenaar heeft bereikt. Op Infomedics rust de bewijslast dat aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW is voldaan.
Infomedics heeft diverse aanmaningen overgelegd, waarvan alleen de aanmaning van 7 januari 2020 voldoet aan de eisen van artikel 6:96 BW. Nu [gedaagde] de ontvangst van deze veertiendagenbrief betwist (zij stelt immers alléén de factuur van 10 maart 2020 te hebben ontvangen), dient Infomedics feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen waaruit volgt dat die brief door haar is verzonden naar een adres waarvan zij redelijkerwijs mocht aannemen dat [gedaagde] daar door Infomedics kon worden bereikt, en dat en op welke dag de brief daar is aangekomen (HR 25 november 2016 ECLI:NL:HR:2016:2704). Infomedics heeft in haar dagvaarding slechts algemene feiten en omstandigheden gesteld met betrekking tot de ontvangst van poststukken en de ontvangst van de overige aanmaningen, maar geen concrete feiten en/of omstandigheden gesteld ten aanzien van de ontvangst van de veertiendagenbrief. Aldus is niet komen vast te staan dat [gedaagde] de veertiendagenbrief heeft ontvangen. De vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten wordt dan ook afgewezen.
4.6
Als de in het (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] worden veroordeeld in de proceskosten van Infomedics.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 155,75, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak van de zijde van Infomedics vastgesteld op € 210,85 (€ 124,00 griffierecht + € 86,85 explootkosten) aan verschotten en € 72,00 (2 punten à € 36,00 per punt) aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44240