In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een hoofdhuurder van een perceel, en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Eiseres kreeg een bestuurlijke boete van € 2.500,- en een last onder dwangsom opgelegd wegens het laten plaatsvinden van een illegale uitzending in de FM-omroepband vanaf haar perceel. De toezichthouders van Agentschap Telecom constateerden op 4 februari 2018 dat er een illegale uitzending plaatsvond, wat leidde tot het primaire besluit van 23 mei 2018. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 20 januari 2020 heeft eiseres aangevoerd dat zij ten onrechte verantwoordelijk wordt gehouden voor de overtreding, omdat zij niet op de hoogte was van de uitzending. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres als functioneel dader kan worden aangemerkt, omdat zij als verantwoordelijke gebruiker van het perceel de mogelijkheid had om de overtreding te voorkomen. De rechtbank benadrukte dat opzet en kennis van de overtreding niet noodzakelijk zijn voor het aannemen van functioneel daderschap. Eiseres had de plicht om maatregelen te treffen en was op de hoogte van de aanwezige apparatuur.
Daarnaast voerde eiseres aan dat de spijtoptantenregeling ten onrechte niet was toegepast, maar de rechtbank stelde vast dat deze regeling per 1 augustus 2016 was afgeschaft. De rechtbank oordeelde dat verweerder de hoogte van de boete in redelijkheid had vastgesteld en dat er geen aanleiding was voor matiging. De beroepsgronden van eiseres werden verworpen, en het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de partijen.