Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 oktober 2020 in de zaken tussen
Procesverloop
Overwegingen
(verlengings-)besluiten waaruit blijkt dat de vrijstelling nog steeds geldig was. Met het intrekkingsbesluit van 19 december 2019 is deze vrijstelling met ingang van 1 maart 2020 ingetrokken.
19 december 2019 niet-ontvankelijk verklaard, omdat enig (proces)belang ontbreekt nu eiseressen niet onder de werkingssfeer van Bpf HiBiN vallen.
19 december 2019 heeft ingetrokken. De rechtbank zal doen wat verweerster had behoren te doen.
Beslissing
- verklaart de beroepen gericht tegen de bestreden besluiten I, II en III gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten I, II en III;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van bestreden besluiten I en III;
- verklaart het bezwaar gericht tegen het intrekkingsbesluit van 19 december 2019 gegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseressen tot een bedrag van € 3.937,50;
- bepaalt dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 1.062,- (3x € 354,-) vergoedt.