2.8Op 9 april 2020 heeft de gemeente Rotterdam naar aanleiding van een signaal dat er sprake zou kunnen zijn van het maken van misbruik van een gehuurde dienstauto een integriteitsonderzoek laten uitvoeren. In het onderzoeksrapport wordt in het hoofdstuk ‘conclusie’, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:
“ (…)
Onderzoeksdoel 1
Vaststellen wie de genoemde huurauto’s gebruik heeft gemaakt voor niet zakelijke doeleinden.
Conclusie onderzoeksdoel 1:
Vastgesteld is dat mevrouw [naam persoon 1] gebruikt heeft gemaakt van de huurauto voorzien van het kenteken [kentekennummer 2] voor niet zakelijke doeleinden. Dit met uitzondering van een korte periode toen genoemd voertuig wegens schade in onderhoud was bij Roteb Lease. In die periode heeft zij gebruik gemaakt van een vervangende huurauto voorzien van het kenteken [kentekennummer 3] . Het voertuig voorzien van het kenteken [kentekennummer 1] , is geen vaste auto van de heer [verweerder] maar een dienstauto die door senior teamleiders wordt gebruikt en niet in het bezit is van de heer [verweerder] .
Onderzoeksdoel 2
Vaststellen voor welke (niet-zakelijke doeleinden) de huurauto’s werden gebruik en hoeveel niet-zakelijke kilometers er met deze huurauto’s werden gereden.
Conclusie onderzoeksdoel 2:
Vastgesteld is dat mevrouw [naam persoon 1] huurauto’s voorzien van de kenteken [kentekennummer 2] en [kentekennummer 3] gebruikt heeft alsof het haar eigen auto betrof. Voornamelijk werden de voertuigen gebruikt voor woon-werk verkeer maar ook voor andere persoonlijke zaken. Gesteld kan worden dat met name in de periode december 2019 tot en met mei 2020 alle gereden kilometers niet zakelijke kilometers betreffen. Het exacte aantal kilometers kon niet worden vastgesteld.
Onderzoeksdoel 3
Indien wordt vastgesteld dat de huurauto misbruikt wordt, vaststellen wat de rol van de heer [verweerder] is.
Conclusie onderzoeksdoel 3:
Vastgesteld is dat de heer [verweerder] toestemming heeft gegeven om de huurauto’s te gebruiken voor privédoeleinden en woon-werk verkeer. Opgemerkt dient te worden dat de heer [verweerder] in het eerste gesprek, d.d. 4 mei 2020 geen openheid van zaken wilde geven over de gebruiker van het voertuig. Dit zou hij niet mogen in verband met Privacywetgeving. Op de vraag van zijn afdelingsmanager mevrouw [naam persoon 5] , d.d. 7 mei 2020 geeft de heer [verweerder] op 12 mei 2020 technisch correct antwoord. Er zijn geen rittenstaten. Echter, de heer [verweerder] was volledig bewust van het feit dat mevrouw [naam persoon 1] het voertuig met zijn toestemming heeft gebruikt. Dit heeft hij ook in het 2e gesprek verklaard en heeft dus verzuimd eerlijk antwoord te geven op de vraag van mevrouw [naam persoon 5] .
Onderzoeksdoel 4
Vaststellen of en zo, welk financieel voordeel de gebruiker heeft gehad, door gebruik te maken van huurauto’s voor niet zakelijke doeleinden.
Conclusie onderzoeksdoel 4:
Mevrouw [naam persoon 1] krijgt maandelijks een reiskostenvergoeding voor woon-werk verkeer.
Augustus 2019 tot maart 2020 € 21,44 per maand
Maart 2020 tot juni 2020 € 22,00 per maand
Fiscale verrekening van reiskosten woon-werkverkeer maandelijks:
Augustus 2019 tot december 2019 € 32,71 per maand
December 2019 € 32,33 per maand
Januari 2020 tot maart 2020 € 32,71 per maand
April 2020 tot juni 2020 € 32,15 per maand
Maandelijks ontving mevrouw [naam persoon 1] ruim € 50,00 aan reiskosten.
Mevrouw [naam persoon 1] heeft enkele malen in oktober, november en december 2019 gebruik heeft gemaakt van de huurauto’s. Vanaf december 2019 heeft mevrouw [naam persoon 1] dagelijks gebruik gemaakt van de huurauto’s.
Het financiële voordeel voor mevrouw [naam persoon 1] kan derhalve niet exact benoemd worden. Zij heeft geruime tijd gebruik gemaakt van de huurauto’s van de gemeente Rotterdam. Indien zij zelf een auto had moeten aanschaffen, zou dat maandelijks bepaalde kosten met zich mee zou brengen. Dit nog naast het feit dat zij nu geen parkeerkosten hoefde te betalen omdat de huurauto’s voorzien waren van een parkeervergunning.
Onderzoeksdoel 5
Vaststellen of en zo ja, welk financieel nadeel de gemeente Rotterdam heeft geleden door oneigenlijk gebruik van de huurauto’s.
Conclusie onderzoeksdoel 5:
De kosten voor een huurauto bedragen per maand € 668,10. Bijkomende kosten voor de gereden kilometers en brandstof bedragen € 375,00. Het totaalbedrag per maand bedraagt € 1.043,10.
Daarnaast is bekend geworden dat over de periode oktober 2019 tot en met een deel van mei 2020 9457 kilometer is gereden met de [kentekennummer 2] . Per gereden kilometer bedragen de kosten € 0,25. Het totaalbedrag aan gereden kilometers bedraagt € 2.364,25.
Daarnaast is bekend geworden dat er twee bekeuring zijn ontvangen voor deze huurauto.
22-02-’20 om 22.20 uur: Parkeerverbod. Koningin Wilhelminahaven ZZ: € 114,-
25-02-’20 om 22.26 uur: Snelheidsovertreding (4 km). Gemeente Hoeksche Waard, Mijnsheerenland N217: € 44,-
Bij de huur van een auto is deze voorzien van een parkeervergunning voor de gemeente Rotterdam. De kosten van deze vergunning zijn in de huurprijs inbegrepen.
Uitgaande van de periode waarover mevrouw [naam persoon 1] gebruik heeft gemaakt van de huurauto’s kan gesteld worden dat zij enkele malen in oktober, november en december 2019 gebruik heeft gemaakt van de huurauto’s . Vanaf december 2019 heeft mevrouw [naam persoon 1] dagelijks gebruik gemaakt van de huurauto’s.
Het bedrag waarvoor de gemeente Rotterdam benadeeld is, kan derhalve niet exact benoemd worden. Bij benadering zou het bedrag tussen de € 5000,-- en € 10.000,-- liggen. Dit bedrag bestaat dan uit enkele maanden het maandelijkse huurbedrag, de bekeuringen en extra gereden kilometers.
(…)”