Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1] ,
[naam eiser 2],
[naam eiser 3],
1..De procedure
- de dagvaarding van 20 mei 2020 van [eisers] , met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de akte van 5 augustus 2020 van [eisers] , waarbij zij onder overlegging van de overlijdensakte hebben medegedeeld dat [naam eiser 3] op 8 juni 2020 is komen te overlijden en dat geen noodzaak voor schorsing in de zin van artikel 225 Rv bestaat omdat de erfgenamen van [naam eiser 3] de procedure in die hoedanigheid willen voortzetten;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 14 september 2020.
2..De feiten
De erfgenamen zijn nog niet tot een volledige afwikkeling van de nalatenschap gekomen.
3..Het geschil
4..De beoordeling
stellen voorts dat zij er belang bij hebben dat [naam gedaagde] rekening en verantwoording aflegt ten aanzien van het gevoerde beheer aangezien zij hierover nooit zijn geïnformeerd.
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)