ECLI:NL:RBROT:2020:9157

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2020
Publicatiedatum
13 oktober 2020
Zaaknummer
10/055235-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mishandeling wegens onvoldoende bewijs in Rotterdam

Op 15 oktober 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. R. van den Hemel. De zaak betreft een beschuldiging van mishandeling, waarbij de officier van justitie mr. E.M. Blanken had geëist dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een geldboete van € 750,- of, bij niet betaling, 15 dagen vervangende hechtenis. De rechtbank heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 1 oktober 2020, waar de tenlastelegging is besproken. De verdachte werd beschuldigd van het mishandelen van een aangeefster op 16 oktober 2018 in Dordrecht.

De officier van justitie stelde dat de verklaring van de aangeefster werd ondersteund door getuigenverklaringen en medisch bewijs. De aangeefster had verklaard dat de verdachte haar had geslagen en geschopt, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaring van de aangeefster onvoldoende steun vond in de overige bewijsmiddelen. De medische verklaring gaf aan dat de blauwe plekken ouder leken dan het incident en de getuige bevestigde niet ondubbelzinnig dat de verdachte de aangeefster had mishandeld.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank geconcludeerd dat de tenlastegelegde mishandeling niet wettig en overtuigend was bewezen. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van mishandeling. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. J. van Dort als voorzitter en mrs. W.M. Stolk en T. van den Akker als rechters.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/055235-19
Datum uitspraak: 15 oktober 2020
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
gemachtigd raadsvrouw mr. R. van den Hemel, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 oktober 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E.M. Blanken heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een geldboete van € 750,-, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis.

4..Motivering vrijspraak

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde mishandeling. Daartoe heeft hij aangevoerd dat de verklaring van aangeefster wordt ondersteund door de getuigenverklaring van [naam medeverdachte] en het bij de aangeefster geconstateerde letsel.
Beoordeling
De aangeefster heeft verklaard dat de verdachte haar een klap met zijn vuist op haar kaak heeft gegeven, haar tegen haar benen heeft geschopt en tegen haar armen heeft geslagen. Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat deze verklaring onvoldoende steun vindt in de overige bewijsmiddelen in het dossier. Uit de medische verklaring van de huisarts volgt dat de aangetroffen blauwe plekken op de arm van aangeefster ouder lijken dan het door aangeefster als oorzaak gegeven incident. Bovendien heeft de getuige [naam medeverdachte] weliswaar verklaard dat hij de aangeefster voor de verdachte heeft afgeschermd, maar dat de verdachte haar heeft geslagen en geschopt wordt door [naam medeverdachte] niet ondubbelzinnig bevestigd. De conclusie is dan ook dat de ten laste gelegde mishandeling niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan wordt vrijgesproken.

5..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J. van Dort, voorzitter,
en mrs. W.M. Stolk en T. van den Akker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A. van den Bosch, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter, jongste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 16 oktober 2018 te Dordrecht
[naam slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [naam slachtoffer] meerdere
malen tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen.