ECLI:NL:RBROT:2020:9153
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vordering op onbetaalde zorgpremies en bewijs van ontvangst aanmaningen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. De eiser, Zilveren Kruis, vorderde betaling van onbetaalde zorgpremies uit 2012, met een totaalbedrag van € 2.690,48, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat de vordering was verjaard, omdat hij in 2012 meerdere malen contact had gezocht met Zilveren Kruis en uiteindelijk Nederland had verlaten zonder dat de vordering was voldaan. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving omtrent verjaring en de ontvangst van aanmaningen.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Zilveren Kruis was verjaard, omdat de aanmaningen die Zilveren Kruis had verzonden niet rechtsgeldig waren ontvangen door de gedaagde. De rechter stelde vast dat Zilveren Kruis niet had aangetoond dat de aanmaningen daadwerkelijk door de gedaagde waren ontvangen, wat noodzakelijk is voor het stuiten van de verjaringstermijn. De kantonrechter wees de vordering van Zilveren Kruis af en veroordeelde hen in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden vastgesteld. Dit vonnis benadrukt het belang van bewijs van ontvangst bij het stuiten van verjaringstermijnen in civiele zaken.