ECLI:NL:RBROT:2020:9080
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak met getuigenverhoor via video-conferentie
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 7 oktober 2020 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de advocaat van een verdachte in een strafzaak. Het verzoek was gericht tegen rechter-commissaris mr. P.M. van Russen Groen, die had besloten om een getuige via video-conferentie te horen. De advocaat voerde aan dat deze beslissing blijk gaf van vooringenomenheid, omdat de rechter-commissaris persoonlijke overwegingen boven het belang van de verdediging had gesteld. De rechter-commissaris had echter aangegeven dat het gebruik van video-conferentie een volwaardig verhoor is en dat dit beleid is binnen het team kabinet-RC van de rechtbank Rotterdam, vooral in het licht van de COVID-19 situatie. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid en dat de beslissing van de rechter-commissaris niet anders kon worden verstaan dan als een legitieme toepassing van bestaand beleid. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.