ECLI:NL:RBROT:2020:8764

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 september 2020
Publicatiedatum
1 oktober 2020
Zaaknummer
C/10/602732 / JE RK 20-2384
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 september 2020 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 20 augustus 2020 een verzoekschrift ingediend voor een ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing bij de tante van de moeder voor de duur van drie maanden. De moeder van [naam kind] is na de geboorte verward geraakt en heeft ernstige uitspraken gedaan over de vader, wat de relatie tussen de ouders heeft beschadigd. De moeder is opgenomen geweest in het Erasmus MC vanwege haar psychiatrische problematiek, waardoor [naam kind] bij de tante is geplaatst.

Tijdens de zitting op 15 september 2020 is de moeder, die de Portugese taal machtig is, met behulp van een beëdigde tolk gehoord. De vader is niet verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat de ouders momenteel niet in staat zijn om de situatie zelfstandig te verbeteren. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond en heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat er binnen drie maanden duidelijkheid komt over het toekomstperspectief van [naam kind]. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/602732 / JE RK 20-2384
datum uitspraak: 15 september 2020

beschikking ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2020 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van
20 augustus 2020, ingekomen bij de griffie op 21 augustus 2020.
Op 15 september 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam vertegenwoordiger 1] ,
- een tweetal vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI), [naam vertegenwoordiger 2] en [naam vertegenwoordiger 3] .
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Portugese taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam tolk] , tolk in de Portugese taal. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.
Opgeroepen en niet verschenen is de vader, als informant.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] verblijft bij de tante moederszijde (mz).

Het verzoek

De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van twaalf maanden. Tevens wordt een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] binnen het netwerk, te weten bij de tante mz, verzocht voor de duur van drie maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De moeder is na de geboorte van [naam kind] verward geraakt en heeft vanuit deze verwardheid ernstige uitspraken gedaan over de vader. Hierdoor is de relatie tussen de ouders mogelijk onherstelbaar beschadigd. De moeder is vanwege haar psychiatrische problematiek opgenomen geweest in het Erasmus MC. [naam kind] is daarom bij de tante mz geplaatst. De tante mz biedt [naam kind] veiligheid en zekerheid. De moeder wil voor [naam kind] zorgen, maar de situatie van de moeder is momenteel onvoldoende stabiel. Zij heeft geen woning en werk. De moeder moet herstellen van de psychiatrische problematiek en een bestendige thuissituatie creëren. De vader heeft volgens de Raad aangegeven voor [naam kind] te willen zorgen, maar beide ouders verkeren momenteel in onzekerheid over wie de biologische vader van [naam kind] is. De vader moet duidelijkheid krijgen over zijn verwantschap met [naam kind] door middel van een DNA-test. Het is in het belang van [naam kind] dat er op korte termijn duidelijkheid komt over haar opgroeiperspectief, met name met het oog op de hechting.

De standpunten

De GI heeft ter zitting het verzoek van de Raad ondersteund. De moeder ontvangt begeleiding van het wijkteam bij het zoeken naar een woning en het regelen van de financiën. Daarnaast wordt de moeder ondersteund door een FACT-team. Ook zijn de moeder en [naam kind] aangemeld bij de poli kind-ouderpsychiatrie voor het monitoren van de gehechtheidsrelatie tussen de moeder en [naam kind] . De resultaten hiervan zijn van groot belang voor het toekomstperspectief van [naam kind] . De moeder ziet [naam kind] op dit moment twee keer één uur per week bij de tante mz. De GI heeft weinig contact met de vader.
De moeder is het niet eens met het verzoek. De moeder is fysiek en mentaal in staat om voor [naam kind] te zorgen. Zij zal daarbij worden ondersteund door familieleden. De moeder maakt zich zorgen over de fysieke gesteldheid van de tante mz bij wie [naam kind] verblijft. Er is wel sprake van een goede verstandhouding tussen de moeder en de tante mz. De moeder wil dat de bezoeken met [naam kind] worden uitgebreid naar drie keer één uur per week.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De moeder is vlak na de geboorte van [naam kind] vanwege haar verwarde toestand met een zorgmachtiging opgenomen in het Erasmus MC. Op
28 mei 2020 heeft de rechtbank een voorlopige voogdij over [naam kind] uitgesproken. Ook is [naam kind] bij de tante mz geplaatst, waar zij een positieve groei laat zien. [naam kind] ontvangt daar de rust, stabiliteit en ondersteuning die zij nodig heeft. Ook verlopen de twee contactmomenten per week tussen [naam kind] en de moeder positief. Hoewel de moeder uit het ziekenhuis is ontslagen, zijn er nog wel zorgen over haar psychische toestand en de mate waarin zij emotioneel en fysiek beschikbaar is voor [naam kind] . Ook lijkt de moeder de zorgen te bagatelliseren. Daarnaast bestaat er twijfel over het verwantschap tussen de vader en [naam kind] , waardoor de vader afwachtend is in het nemen van verantwoordelijkheid in de opvoeding. De ouders zijn momenteel onvoldoende in staat om zelfstandig de ernstige ontwikkelingsbedreiging van [naam kind] weg te nemen. De inzet van een jeugdbeschermer is daarom noodzakelijk om de benodigde hulpverlening in te zetten, een DNA-test voor de vader te regelen en de ontwikkeling van [naam kind] te volgen. Daarnaast is de kinderrechter van oordeel dat de plaatsing van [naam kind] bij de tante mz voortgezet dient te worden, zodat de moeder de ruimte krijgt om met ondersteuning vanuit het wijkteam en het FACT-team te werken aan haar persoonlijke situatie. De komende periode is het van belang dat door middel van de observaties in het Erasmus MC zicht komt op de gehechtheidsrelatie tussen [naam kind] en de moeder. Ook heeft de GI ter zitting aangegeven dat er een derde contactmoment in de week bij zal komen. Aangezien [naam kind] zich in een belangrijke fase in haar leven bevindt waarin zij zich moet kunnen hechten aan degene die haar dagelijks verzorgt, dient er binnen drie maanden duidelijkheid te komen over het toekomstperspectief van [naam kind] .
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden. Ook is de kinderrechter van oordeel dat de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding, zoals genoemd in artikel 1:265b BW.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 15 september 2020 tot 15 september 2021;
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] binnen het netwerk, te weten bij de tante mz, [naam] , met ingang van 15 september 2020 tot
15 december 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2020 door mr. A.C. Enkelaar, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.