In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 september 2020 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 20 augustus 2020 een verzoekschrift ingediend voor een ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing bij de tante van de moeder voor de duur van drie maanden. De moeder van [naam kind] is na de geboorte verward geraakt en heeft ernstige uitspraken gedaan over de vader, wat de relatie tussen de ouders heeft beschadigd. De moeder is opgenomen geweest in het Erasmus MC vanwege haar psychiatrische problematiek, waardoor [naam kind] bij de tante is geplaatst.
Tijdens de zitting op 15 september 2020 is de moeder, die de Portugese taal machtig is, met behulp van een beëdigde tolk gehoord. De vader is niet verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat de ouders momenteel niet in staat zijn om de situatie zelfstandig te verbeteren. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond en heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat er binnen drie maanden duidelijkheid komt over het toekomstperspectief van [naam kind]. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.