Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het procesverloop
- het exploot van dagvaarding met producties van 21 april 2020;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek met producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Vesteda Investment Management B.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. Vesteda had gevorderd de huurovereenkomst te ontbinden en de gedaagde te veroordelen tot ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 4.410,-. De gedaagde had de huur over de maanden januari tot en met april 2020 niet voldaan, maar heeft aangevoerd dat deze achterstand is ontstaan door medische redenen. De gedaagde heeft inmiddels de achterstand volledig ingelopen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde na de dagvaarding vier huurtermijnen heeft betaald, waardoor de huurachterstand is verminderd tot € 3.304,13. Uiteindelijk heeft de gedaagde in totaal € 3.307,60 betaald, waardoor de huurachterstand volledig is ingelopen. Gezien deze omstandigheden heeft de kantonrechter de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming afgewezen.
Wel heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, die als onweersproken zijn toegewezen. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 604,09 aan verschotten en € 480,- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het méér of anders gevorderde is afgewezen.