Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 22 november 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord met producties, ter griffie ingekomen op 6 februari 2020;
- het tussenvonnis van 10 februari 2020, waarin de datum voor de mondelinge behandeling op 23 maart 2020 is bepaald;
- de conclusie van repliek, tevens vermeerdering van eis, met producties, ter griffie ingekomen op 2 juni 2020;
- de conclusie van dupliek, tevens houdende akte verweer vermeerdering van eis, met producties, ter griffie ingekomen op 22 juli 2020.
2..De vaststaande feiten
(…) Werkgever en werknemer zijn wettelijk verplicht al het mogelijke te doen wat in hun macht ligt om te komen tot re-integratie. Hieronder behoort ook het opstarten van een 2e spoor reintegratietraject na het 1e ziektejaar. Asito heeft hiervoor de AT Groep in de arm genomen, dit is een gespecialiseerd bureau die ons hierbij ondersteunt.
(…) Wij hebben afgesproken dat u, zoals ook het advies van de bedrijfsarts is, wel komt koffiedrinken op het werk tot het oordeel van het UWV binnen is. Hierover zijn afspraken gemaakt met voorwerkster [naam 4] .
In het kader van uw ziekmelding op 20 maart 2018 heeft u op 3 april 2019 een gesprek gehad met de arbeidsdeskundige de heer/mevrouw [naam 5] van Profeit Advies B.V. De arbeidsdeskundige heeft onderzocht of u, rekening houdend met uw beperkingen, bij Asito zou kunnen blijven werken. Naar aanleiding van het onderzoek is de arbeidsdeskundige tot de conclusie gekomen dat we ook moeten uitkijken naar ander werk bij een andere werkgever, ook wel spoor 2 genoemd.
Zijn de inspanningen van de werknemer (in de betreffende periode) voldoende geweest?
3..De vordering
4..Het verweer
5..De beoordeling
Loonstop
‘zweeft’ in arbeidsrechtelijke zin’ wordt afgesloten met de zin: “
[eiseres] vordert derhalve onverkort doorbetaling van het salaris althans een veroordeling tot het verrichten van een dusdanige handeling c.q. maatregel, dat [eiseres] in aanmerking komt voor een uitkering krachtens enige werknemersvoorziening.” Hieruit kan worden afgeleid dat de eisvermeerdering kennelijk bestaat uit een vordering tot doorbetaling van het salaris althans een veroordeling tot het verrichten van een dusdanige handeling c.q. maatregel, dat [eiseres] in aanmerking komt voor een uitkering krachtens enige werknemersvoorziening. Asito heeft de gelegenheid gehad zich hier tegen te verweren, hetgeen zij overigens ook bij conclusie van dupliek, tevens antwoord akte vermeerdering van eis heeft gedaan. Van strijd met een goede procesorde is derhalve geen sprake, zodat de eisvermeerdering zal worden toegestaan.