In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 juli 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiseres en een gedaagde. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. E. Holthuizen, vorderde betaling van openstaande facturen die zij aan de gedaagde had gestuurd voor geleverde verfartikelen in de periode van februari tot en met april 2019. De gedaagde, die een eenmanszaak exploiteert, erkende de openstaande facturen maar betwistte de verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten en de contractuele rente van 15% per jaar. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling en dat de algemene voorwaarden, waaronder de rente en incassokosten, van toepassing zijn. De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres grotendeels toegewezen, inclusief de hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten en de contractuele rente. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van de eiseres. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.