In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, heeft verzoeker, een voormalige werknemer van verweerster, een verzoek ingediend om een billijke vergoeding van € 50.000,00 te ontvangen. Dit verzoek is gebaseerd op de wederindiensttredingsvoorwaarde zoals vastgelegd in artikel 7:682 lid 4 BW. Verzoeker stelt dat verweerster binnen 26 weken na de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst dezelfde werkzaamheden door een nieuwe werknemer, [naam persoon 2], laat verrichten zonder hem de kans te geven zijn oude functie te hervatten. De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling op 4 juni 2020 gehouden, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren. Verweerster heeft betwist dat [naam persoon 2] dezelfde werkzaamheden verrichtte als verzoeker, en heeft aangevoerd dat de functies wezenlijk van elkaar verschillen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker de bewijslast draagt voor zijn stelling en heeft hem de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren van zijn claim. De beslissing over de toekenning van de billijke vergoeding is aangehouden, en verzoeker moet zich uiterlijk op 24 juli 2020 uitlaten over de bewijslevering.