Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[woonplaats verdachte] ,
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 (verduistering en oplichting) en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
engebruikt gemaakt heeft van
valsedeclaratieformulieren en facturen, te weten:
van[naam bedrijf 1] , met factuurdatum 13/10/2016, genummerd [nummer 1] (p. 61 Rapport Dörr Bedrijfsrecherche), en
van[naam bedrijf 2] , met factuurdatum 12-01-2017, genummerd [nummer 2] (p. 73 Rapport Dörr Bedrijfsrecherche), en
van[naam bedrijf 3] , met factuurdatum 27-01-2017, genummerd [nummer 4] (p. 51 Rapport Dörr Bedrijfsrecherche), en
van[naam bedrijf 4] , met factuurdatum 08-05-2017, genummerd [nummer 8] (p. 151 Rapport Dörr Bedrijfsrecherche), en
[naam bedrijf 5], met factuurdatum 13 juni 2017, genummerd [nummer 9] (p. 36 Rapport Dörr Bedrijfsrecherche), en
5..Strafbaarheid feiten
1..valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
2..eendaadse samenloop van
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
240 (tweehonderdveertig) uren,waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
234 (tweehonderdvierendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
117 dagen;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1, 2 en 3: de op de onder III aangehechte beslaglijst onder 1, 2, 8 en 9 genoemde goederen;
€ 14.023,-(zegge: veertienduizend drieëntwintig euro), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
op € 39.021,- (zegge: negenendertigduizend eenentwintig euro), en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 14.023,- (hoofdsom zegge: veertienduizend euro en drieentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 14.023,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
105 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;