ECLI:NL:RBROT:2020:7090

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 augustus 2020
Publicatiedatum
10 augustus 2020
Zaaknummer
C/10/600888 / JE RK 20-2081
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met pleeggezin

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 augustus 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de vervangende toestemming voor een vakantie van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], met zijn pleeggezin. De zaak is ingediend door de gecertificeerde instelling het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering (GI), die op 21 juli 2020 een verzoekschrift indiende. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders van [naam kind] niet verschenen, ondanks dat zij behoorlijk waren opgeroepen.

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders, maar hij verblijft in een netwerkpleeggezin, [naam pleeggezin]. Bij een eerdere beschikking van 5 maart 2020 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 5 maart 2021, en is er een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De GI heeft nu verzocht om vervangende toestemming voor [naam kind] om met het pleeggezin op vakantie naar Duitsland te gaan, wat volgens hen in het belang van [naam kind] is om de onderlinge band te versterken en om hem de kans te geven te ontspannen.

De pleegvader steunt het verzoek, terwijl de ouders geen toestemming willen geven, wat volgens hen niet in het belang van [naam kind] is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen overeenstemming mogelijk is tussen de betrokkenen en heeft besloten dat het in het belang van [naam kind] is om met het pleeggezin op vakantie te gaan. De kinderrechter heeft daarbij het belang van [naam kind] vooropgesteld, zoals vastgelegd in artikel 3 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). De kinderrechter verleent daarom vervangende toestemming aan het pleeggezin voor de vakantie van 7 augustus 2020 tot 21 augustus 2020.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/600888 / JE RK 20-2081
datum uitspraak: 4 augustus 2020

beschikking vervangende toestemming voor een vakantie

in de zaak van
de gecertificeerde instelling het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[nam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 21 juli 2020, ingekomen bij de griffie op 23 juli 2020.
Op 4 augustus 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de pleegvader, [naam pleegvader], als informant,
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam vertegenwoordiger].
Hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, zijn de ouders niet verschenen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft in een netwerkpleeggezin, [naam pleeggezin] .
Bij beschikking van 5 maart 2020 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 5 maart 2021. De kinderrechter heeft bij deze beschikking tevens een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een netwerkpleeggezin verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling.

Het verzoek

De GI heeft een geschil voorgelegd met betrekking tot de uitvoering van de ondertoezichtstelling, te weten vervangende toestemming voor het op vakantie naar het buitenland gaan van [naam kind] met het pleeggezin.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het is in het belang van [naam kind] dat hij met het pleeggezin op vakantie gaat om de onderlinge band te versterken. Ook kan hij ontspannen op vakantie. De GI heeft meermalen via de e-mail toestemming aan de ouders gevraagd. De ouders willen geen toestemming geven. Zij stellen het belang van [naam kind] hiermee niet voorop.

Het standpunt van de pleegvader

De pleegvader is het eens met het verzoek. Het gaat goed met [naam kind] in het pleeggezin.

De mening van [naam kind]

heeft het naar zijn zin in het pleeggezin. Hij wil graag met de pleegouders mee op vakantie naar Duitsland. Volgend jaar begint hij aan een nieuwe opleiding bij Defensie.

De beoordeling

De kinderrechter stelt vast dat overeenstemming tussen betrokkenen niet mogelijk is en acht de volgende beslissing in het belang van [naam kind] wenselijk. [naam kind] verblijft al lange tijd in het netwerkpleeggezin. Hij heeft de mogelijkheid om met dit pleeggezin op vakantie te gaan. De ouders hebben hier echter bezwaar tegen en willen geen toestemming geven.
De kinderrechter acht het in het belang van [naam kind] dat hij met het pleeggezin op vakantie naar Duitsland kan. [naam kind] wil zelf graag mee op vakantie met het pleeggezin. Op grond van artikel 3 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) dient het belang van [naam kind] voorop te staan. De ouders stellen echter hun eigen emoties en belangen op de eerste plaats en gaan voorbij aan het belang van [naam kind] .
De kinderrechter zal daarom vervangende toestemming verlenen aan de pleegouders om met [naam kind] op vakantie te gaan naar Duitsland.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent vervangende toestemming aan het pleeggezin [naam pleeggezin] , voor een vakantie naar Duitsland van 7 augustus 2020 tot 21 augustus 2020 voor de minderjarige:
[naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind] .
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 augustus 2020 door mr. A.C. Enkelaar, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 5 augustus 2020.