Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam]”,
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 27 februari 2020, waarbij op 2 april 2020 een mondelinge behandeling is bepaald, die als gevolg van de coronacrisis geen doorgang heeft kunnen vinden;
- de griffiersbrief van 19 maart 2020;
- de brief van 27 maart 2020 van de gemachtigde van [gedaagde] ;
- de brief van 30 maart 2020 van d gemachtigde van [eiseres] ;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
worden gekwalificeerd als een resultaatsverbintenis, maar is sprake van een inspanningsverbintenis. Het kenmerkende verschil tussen deze twee verbintenissen is gelegen in het feit dat in geval van een resultaatsverbintenis pas sprake is van een tekortkoming/wanprestatie wanneer een bepaald resultaat niet wordt bereikt, terwijl bij een inspanningsverbintenis sprake is van een tekortkoming/wanprestatie wanneer er onvoldoende zorg en/of inspanning is betracht. Van het uitblijven van een beoogd resultaat kan [gedaagde] derhalve op zich genomen geen verwijt gemaakt worden. Dit ligt slechts anders indien het beoogde resultaat achterwege blijft ten gevolge van onvoldoende vakkennis en/of gebrek aan zorg/inspanning zijdens [gedaagde] bij de behandeling van het haar van [eiseres] .