ECLI:NL:RBROT:2020:7012
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onredelijke ingebrekestelling en afwijzing dwangsom in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Schiedam. Eiseres had een verzoek ingediend om een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen op haar bezwaarschrift. Het primaire besluit van verweerder, dat op 11 juli 2019 was genomen, wees dit verzoek af. Eiseres had op 7 september 2018 bezwaar gemaakt tegen een eerder besluit van verweerder, maar de ingebrekestelling werd pas op 11 april 2019 ingediend, wat meer dan acht weken na de beslistermijn was. De rechtbank oordeelde dat deze ingebrekestelling onredelijk laat was ingediend, aangezien de termijn van 'hooguit enkele weken' ruimschoots was overschreden. De rechtbank concludeerde dat er geen dwangsom verschuldigd was, omdat de ingebrekestelling niet tijdig was gedaan. De rechtbank verwierp de argumenten van eiseres dat verweerder zelf ook onredelijk laat had gehandeld en dat er geen goede motivatie was voor de afwijzing van de dwangsom. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd niet in een openbare zitting gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.