ECLI:NL:RBROT:2020:6953

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juli 2020
Publicatiedatum
4 augustus 2020
Zaaknummer
8348568
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en contributie door de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. W.J.J. Wetzels, gaat het om een vordering van de Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren (NVP) tegen een gedaagde, die procedeert in persoon. De vordering betreft onbetaalde facturen en contributie, met een totaalbedrag van € 2.295,09, dat betrekking heeft op de koop en levering van First Day Covers (FDC's) en een contributiebedrag van € 265,15. De mondelinge behandeling was oorspronkelijk gepland op 7 april 2020, maar kon niet doorgaan vanwege de coronamaatregelen. De kantonrechter heeft besloten om de zaak alsnog te behandelen, met inachtneming van de RIVM-regels.

Tijdens de zitting zal NVP de gelegenheid krijgen om zich uit te laten over de producties die de gedaagde heeft ingediend. De gedaagde heeft een e-mailwisseling met Uitgeverij DAVO overgelegd, waaruit blijkt dat de FDC's nog niet zijn geleverd. Daarnaast heeft de gedaagde een brief overgelegd waarin hij zijn lidmaatschap van de NVP opzegt. De kantonrechter heeft bepaald dat partijen uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling alle relevante stukken moeten indienen en dat zij in persoon of vertegenwoordigd moeten verschijnen. De zitting is gepland op donderdag 13 augustus 2020 om 14.00 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam. Het niet verschijnen kan nadelig zijn voor de niet verschijnende partij.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 8348568 \ CV EXPL 20-6447
uitspraak: 17 juli 2020

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

de vereniging

Nederlandse Vereniging van Postzegelhandelaren,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 21 februari 2020,
gemachtigde: mr. A.C.T Paijmans en C.H.J.J. Spierings te 's-Hertogenbosch,
tegen

[gedaagde] , h.o.d.n. [handelsnaam] ,

wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “NVP” en “ [gedaagde] ”.

De beoordeling

De eerder geplande mondelinge behandeling op 7 april 2020 heeft geen doorgang kunnen vinden in verband met de coronacrisis. De kantonrechter acht het gewenst om de zaak alsnog met partijen te bespreken, nu het inmiddels weer mogelijk is om fysieke zittingen op de rechtbank te houden, uiteraard met inachtneming van de regels van het RIVM, waaronder de anderhalve meterafstand. Daarom zal alsnog een mondelinge behandeling worden bepaald. Tijdens de mondelinge behandeling kunnen partijen hun stellingen toelichten. Ook kan aan hen worden gevraagd om inlichtingen te geven of stellingen nader te onderbouwen. Tijdens de mondelinge behandeling zal tot slot worden onderzocht of partijen tot een schikking kunnen komen.
Tijdens de zitting zal NVP in de gelegenheid worden gesteld om zich uit te laten over de producties die [gedaagde] bij zijn laatste schriftelijke reactie in het geding heeft gebracht.
NVP heeft immers haar vordering bij conclusie van repliek vermeerderd met een bedrag van
€ 2.295,09, welk bedrag betrekking heeft op de door NVP aan [gedaagde] gezonden en onbetaald gelaten facturen in de periode van 23 september 2019 tot en met 8 april 2020. Deze facturen zien - onder meer - op de koop en levering van FDC’s (First Day Covers) aan [gedaagde] . De levering van deze FDC’s verloopt via Uitgeverij DAVO.
In reactie daarop heeft [gedaagde] bij conclusie van dupliek een e-mailwisseling met Uitgeverij DAVO van 29 mei 2020 in het geding gebracht, waarin Uitgeverij DAVO bevestigt dat de FDC’s uit de hierboven genoemde facturen - met uitzondering van de FDC’s genoemd in de factuur van 30 oktober 2019 - nog in haar bezit zijn en derhalve niet aan [gedaagde] zijn geleverd.
In het hiervoor genoemde bedrag van € 2.295,09 is tevens begrepen een bedrag van
€ 265,15 aan contributie, welk bedrag bij factuur van 2 maart 2020 aan [gedaagde] in rekening is gebracht. In reactie hierop heeft [gedaagde] bij conclusie van dupliek een aan NVP gerichte brief overgelegd, gedateerd 27 april 2020, inhoudende een opzegging van het NVP-lidmaatschap van [gedaagde] per 1 januari 2020.
Het is van belang dat NVP zich over de nadere stellingen van [gedaagde] uitlaat en om te voorkomen dat de zaak opnieuw naar de rol verwezen moet worden opdat beide partijen zich schriftelijk kunnen uitlaten, zal de kantonrechter een zitting bepalen, zodat partijen over en weer mondeling kunnen reageren.
Alle stukken die op de zaak betrekking (kunnen) hebben en die nog niet in het geding zijn gebracht, dienen door de partij die deze ter sprake wil brengen aan de kantonrechter en aan de wederpartij te worden toegezonden. Deze stukken dienen uiterlijk tien dagen vóór de mondelinge behandeling in het bezit te zijn van de kantonrechter en de wederpartij.
Partijen dienen in persoon te verschijnen of zij moeten tijdens de mondelinge behandeling worden vertegenwoordigd door een persoon die op de hoogte is van de feiten met betrekking tot de vordering. Deze vertegenwoordiger moet schriftelijk gemachtigd zijn, ook tot het treffen van een minnelijke regeling.
Uitstel dient schriftelijk en gemotiveerd te worden verzocht binnen een week na ontvangst van dit vonnis. Ook moet worden vermeld of de wederpartij instemt met het uitstel. In het uitstelverzoek moeten voorts zowel de eigen verhinderdata als de verhinderdata van de wederpartij worden vermeld. Indien de partij die het uitstelverzoek doet met de wederpartij niet in contact heeft kunnen komen, dient deze te vermelden welke pogingen daartoe zijn ondernomen.
Zolang op het uitstelverzoek niet is beslist moet er van worden uitgegaan dat de mondelinge behandeling gewoon doorgang zal vinden op de hierna vastgestelde datum.
De kantonrechter wijst partijen er op dat het niet verschijnen op de mondelinge behandeling in het nadeel van de niet verschijnende partij kan worden uitgelegd.
2. De beslissing
De kantonrechter, alvorens verder te beslissen,
bepaalt dat partijen (in persoon of behoorlijk vertegenwoordigd en desgewenst met een gemachtigde) op
donderdag 13 augustus 2020 om 14.00 uurdienen te verschijnen op de mondelinge behandeling ten overstaan van de kantonrechter mr. W.J.J. Wetzels in het gerechtsgebouw, Wilhelminaplein 100 te Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44487/710