ECLI:NL:RBROT:2020:6826
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervangende machtiging voor overdracht erfpachtrecht door gemeente Rotterdam geweigerd zonder redelijke grond
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 31 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek van Stedin Netten B.V. om een vervangende machtiging te verlenen voor de overdracht van een erfpachtrecht aan Qidev B.V. De gemeente Rotterdam had eerder toestemming geweigerd, met als argumenten dat er sprake was van een recht van eerste koop, dat Qidev het erfpachtrecht voor een afwijkende bestemming zou willen gebruiken, en dat de overdracht niet paste binnen de toekomstplannen van de gemeente. Stedin betwistte deze redenen en stelde dat de gemeente geen redelijke grond had om de toestemming te weigeren. De kantonrechter oordeelde dat de gemeente de weigering van toestemming had gebaseerd op onredelijke gronden. De gemeente had niet aangetoond dat de overdracht aan Qidev in strijd was met de erfpachtvoorwaarden of dat het de planvorming zou belemmeren. De kantonrechter wees het verzoek van Stedin toe en verleende de vervangende machtiging, waarbij de gemeente werd veroordeeld in de proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van redelijkheid en billijkheid in de beoordeling van toestemming voor overdracht van erfpachtrechten.