ECLI:NL:RBROT:2020:6750

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2020
Publicatiedatum
29 juli 2020
Zaaknummer
C/10/578561 / HA ZA 19-670
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van schilderwerkzaamheden en de rechtsverhouding tussen opdrachtgever en hoofdaannemer

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Sleper Schilderwerken B.V. betaling van een bedrag van € 34.286,19 van de Stichting Huys Ten Donck en Delfgou, een ingenieursbureau, voor schilderwerkzaamheden die zijn uitgevoerd aan het landhuis 'Het Huys ten Donck'. Sleper stelt dat zowel Huys Ten Donck als Delfgou als opdrachtgevers kunnen worden aangemerkt en dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat Sleper de werkzaamheden heeft verricht, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de rechtsverhouding tussen de partijen. Huys Ten Donck heeft betwist dat zij als opdrachtgever kan worden aangemerkt, omdat de overeenkomst met Delfgou is gesloten en zij niet bevoegd was om Sleper te vertegenwoordigen. De rechtbank oordeelt dat Huys Ten Donck niet als opdrachtgever kan worden aangemerkt, omdat er geen toereikende volmacht aan Delfgou is verleend. Delfgou wordt echter wel als opdrachtgever aangemerkt en is gehouden tot betaling van het verschuldigde bedrag, verminderd met kosten voor werkzaamheden die buiten de overeenkomst vallen. De rechtbank wijst de vorderingen van Sleper tegen Huys Ten Donck af, maar kent de vordering tegen Delfgou toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/578561 / HA ZA 19-670
Vonnis van 15 juli 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SLEPER SCHILDERWERKEN B.V.,
gevestigd te Utrecht ,
eiseres,
advocaat mr. R.M. Mussaeus te Zeist,
tegen
1. de stichting
STICHTING HET HUYS TEN DONCK,
gevestigd te Ridderkerk,
gedaagde,
advocaat mr. J.W. Damstra te Apeldoorn,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MONUMENTEN ADVIESBURO DELFGOU B.V.,
gevestigd te Scherpenzeel,
gedaagde,
advocaat mr. H. Nieuwenhuizen te Eindhoven.
Partijen zullen hierna Sleper , Huys Ten Donck en Delfgou genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 juli 2019, met producties 1 tot en met 13;
  • de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie van 4 september 2019 van
Huys Ten Donck, waarbij wordt verwezen naar 8 producties, maar waarvan alleen productie 1 is overgelegd;
- de conclusie van antwoord van 4 september 2019 van Delfgou, met producties 1 tot en
met 7;
  • de brief van 2 oktober 2019 van de rechtbank, met bepaling van de datum voor de comparitie van partijen;
  • de brief van 19 december 2019 van de rechtbank, met daarin opgenomen de
zittingsagenda;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 27 december 2019 van Sleper , met
productie 14;
  • de akte overlegging productie van 16 januari 2020 van Huys Ten Donck, met producties 2 tot en met 9;
  • het proces-verbaal van de op 16 januari 2020 gehouden comparitie van partijen, en de in aanvulling op dit proces-verbaal door de rechtbank aan partijen gestuurde e-mails van 31 januari en 6 februari 2020;
- de akte uitlating tevens wijziging van eis in reconventie van 29 januari 2020 van Huys Ten Donck, met producties 11 tot en met 24;
  • de antwoordakte van 19 februari 2020 van Sleper ;
  • de antwoordakte uitlating van 19 februari 2020 van Delfgou, met productie 8;
  • de antwoordakte van 4 maart 2020 van Sleper .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Sleper is een specialistisch schildersbedrijf dat naast schilderen gespecialiseerd is in glaszetten, timmerwerkzaamheden en houtrotherstel.
2.2.
Huys Ten Donck is eigenaresse van een landhuis genaamd “Het Huys ten Donck” in Ridderkerk. Statutair bestuurder van Huys Ten Donck is [naam bestuurder 1] .
2.3.
Delfgou is een ingenieurs- en overig technisch ontwerp- en adviesbureau. Statutair bestuurder is [naam bestuurder 2] .
2.4.
Hylkema Erfgoed Advies en Ontwerp B.V (hierna “Hylkema”) is een extern adviesbureau dat Huys Ten Donck adviseert in verband met een uit te voeren verduurzaamheidsproject aan Het Huys ten Donck. De contactpersoon voor Huys Ten Donck bij Hylkema is onder andere [naam contactpersoon] .
2.5.
Huys Ten Donck is omstreeks 2016 gestart met een verduurzaamheidsproject van “Het Huys ten Donck”. In het kader van dit project is tussen Huys Ten Donck en Delfgou op 5/6/ juli 2017 een overeenkomst gesloten waarbij Delfgou als aanneemster door Huys Ten Donck als opdrachtgeefster is ingeschakeld om de te verrichten werkzaamheden (waaronder schilderwerkzaamheden) te doen uitvoeren. Aan dit project is het nummer [projectnummer] toegekend.
2.6.
Op 9 januari 2019 hebben [naam persoon 1] van Sleper , [naam persoon 2] van Delfgou en [naam contactpersoon] namens Hylkema een overleg gevoerd over de uit te voeren schilderwerkzaamheden. In het verslag van deze vergadering met projectnummer [projectnummer] staat - voor zover relevant - opgenomen:

1.4.Rondvraag Financien
01 [naam contactpersoon] legt uit dat de schilderwerkzaamheden en het monumentenglas uit de beschikbare subsidiegelden zullen worden betaald.
02 Sleper geeft aan dat er in het verleden slecht is betaald en dat hij dat wil voorkomen. [naam contactpersoon] geeft aan dat Sleper de facturen bij Hylkema kan indienen.
2.7.
Door [naam contactpersoon] zijn bij e-mail van 10 januari 2019 aan Delfgou en Sleper correcties op dit verslag gemaakt. Eén van de correcties betreft de volgende:

- Punt 1.1. Tijdens start overleg heb ik aangegeven dat Delfgou in deze nog steeds
de hoofdaannemer is en dat de opdrachten via Delfgou lopen en dat Delfgou
aanspreekpunt/toezichthouder is. Hylkema kijkt, op verzoek van de stichting HtD mee en zal akkoord geven op offertes en facturen.
2.8.
Op 14 januari 2019 heeft Sleper aan Delfgou en Hylkema middels een e-mail gereageerd op het verslag van de vergadering en op de opmerkingen van [naam contactpersoon] . In zijn reactie heeft Sleper niet gereageerd op de opmerking van [naam contactpersoon] in haar e-mail van 10 januari 2019.
2.9.
Met een document voorzien van de datum 1 februari 2019 en verwijzing naar projectnummer [projectnummer] heeft Delfgou - voor zover relevant - het volgende aan Sleper bericht. De offerte is niet namens Huys Ten Donck voor akkoord ondertekend.

Offerte Opdracht werkzaamheden Huys ten Donck
Geachte heer [naam persoon 1] ,
Namens en voor rekening van onze opdrachtgever:
Stichting Huys ten Donck
Benedenrijweg 461
2983 LA RIDDERKERK
geven wij u opdracht voor het uitvoeren van schilderwerkzaamheden en het plaatsen van monumentenglas inzake het Landhuis Huys ten Donck, Benedenrijweg 461, te Ridderkerk, overeenkomstig uw mail d.d. 14 januari 2019 en het overleg met Sleper , Hylkema en Delfgou d.d. 9 januari 2019, voor een totaalbedrag van € 57.947,96 exclusief 9/21% BTW (€ 65.203,28 inclusief 9/21% BTW). De mail zal als bijlage bij deze opdracht worden toegevoegd.
(..)
Wij verzoeken u om uw facturen digitaal naar ons bureau te sturen (info@delfgou.nl).
Met vriendelijke groeten, Voor akkoord:
Datum:…………………….
[naam bestuurder 2] Naam:……………………..
Directeur Namens Stichting Huys ten Donck
(voorzien van zijn handtekening:
Opmerking rechtbank)”
2.10.
[naam contactpersoon] stuurt op 1 februari 2019, om 10.34 uur aan Delfgou en Sleper een e-
mail, waarin onder meer staat:

Opdracht voor het schilderwerk Sleper en de meerwerkopdrachten van Moesbergen graag via Delfgou.
2.11.
Op 5 februari 2019 om 08.08 uur heeft [naam contactpersoon] een e-mail aan Delfgou gestuurd. Deze luidt -voor zover relevant- als volgt:

De opdracht van Sleper betreft alleen het schilderwerk n.a.v. installatiewerkzaamheden, niet het plaatsen van het monumentenglas.
De meerwerk opdracht Moesbergen en opdracht Sleper vallen onder fase 1 en dus onder Delfgou, opdrachten voor akkoord stichting mag eruit.
Ik ontvang graag de gewijzigde opdrachten ter controle, dank je
2.12.
Met een document voorzien van (eveneens) de datum 1 februari 2019 en verwijzing naar projectnummer [projectnummer] heeft Delfgou aan Sleper bericht:

Offerte Opdracht werkzaamheden Huys ten Donck
Geachte heer [naam persoon 1] ,
Namens en voor rekening van onze opdrachtgever:
Stichting Huys ten Donck
Benedenrijweg 461
2983 LA RIDDERKERK
geven wij u opdracht voor het uitvoeren van schilderwerkzaamheden inzake het Landhuis Huys ten Donck, Benedenrijweg 461, te Ridderkerk, overeenkomstig uw mail d.d. 14 januari 2019 en het overleg met Sleper , Hylkema en Delfgou d.d. 9 januari 2019, voor een totaalbedrag van € 29.018,96 exclusief 9/21% BTW (€ 31.630,67 inclusief 9/21% BTW). De mail zal als bijlage bij deze opdracht worden toegevoegd.
(..)
Wij verzoeken u om uw facturen digitaal naar ons bureau te sturen (info@delfgou.nl).
Met vriendelijke groeten,
[naam bestuurder 2]
Directeur(voorzien van zijn handtekening: Opmerking rechtbank)”
2.13.
Op 7, 13 en 28 februari en op 4 maart 2019 hebben vergaderingen plaatsgevonden tussen Huys Ten Donck, Delfgou en Hylkema. Op de verslagen van deze vergaderingen staat als projectnummer [projectnummer] vermeld en uit de verslagen volgt dat de vergaderingen gingen over het controleren van de kleuren die waren opgezet ten behoeve van de uit te voeren schilderwerkzaamheden. Tevens volgt uit de verslagen dat steeds aanwezig waren [naam bestuurder 1] , [naam persoon 2] en [naam contactpersoon] .
2.14.
Uit het verslag van de bouwvergadering van 4 maart 2019 volgt tevens dat [naam bestuurder 1] aan Sleper heeft verzocht om gebroken ruitjes te herstellen. Daarbij is -voor zover relevant- in het door Delfgou opgestelde verslag vermeld:
“Graag vernemen wij of de gebroken ruitjes conform het voorstel van Sleper kunnen worden vervangen. Graag opdracht via [naam contactpersoon] namens Hylkema.”
2.15.
Op 11 maart 2019 stuurt [naam contactpersoon] een e-mail aan Delfgou, waarin zij onder meer bericht:
“Het vervangen van het glas is vandaag uitgevoerd, opdracht en afhandeling valt buiten het duurzaamheidsproject en komt rechtstreeks van [naam bestuurder 1] .”
2.16.
Sleper heeft de schilderwerkzaamheden in drie termijnen gefactureerd aan Huys Ten Donck door middel van de volgende facturen:
- Factuur nr. 19000053 d.d. 18 februari 2019 € 11.070,74 incl. btw.
- Factuur nr. 19000070 d.d. 7 maart 2019 € 11.070,74 incl. btw.
- Factuur nr. 19000090 d.d. 25 maart 2019
€ 12.144,71incl. btw.
Totaal € 34.286,19
2.17.
Nadat betaling van de facturen uitbleef, is er een correspondentie gestart tussen Sleper en Huys Ten Donck. In het kader hiervan is onder meer de volgende e-mail van 21 mei 2019 van [naam persoon 3] , namens Huys Ten Donck aan [naam persoon 4] van Sleper gestuurd:

Beste [naam persoon 4] ,
Stichting Huys ten Donck en Delfgou hebben een contract voor het uitvoeren van een compleet duurzaamheidsproject. Binnen dit project vallen dus de schilderwerkzaamheden van jullie. Delfgou is hoofdaannemer van dit project.
Delfgou is al volledig betaald voor het uitvoeren van dit project, maar heeft echter het werk neergelegd. Sleper heeft opdracht gekregen van Delfgou, en niet van ons. Wij zijn dus geen partij in de afspraken tussen jullie en Delfgou. M.i. zou Delfgou jullie dus direct moeten betalen.
Met vriendelijke groet
[naam persoon 3]
2.18.
Naar aanleiding van een door de gemachtigde van Sleper aan Huys Ten Donck verzonden sommatie van 29 mei 2019 met een concept van een incassodagvaarding, heeft [naam persoon 3] dezelfde dag aan deze gemachtigde een e-mail gestuurd. De inhoud daarvan is -voor zover relevant- als volgt:

De kosten van de werkzaamheden zijn voor de hoofd aannemer, de Firma Delfgou. Hij heeft de opdracht gegeven voor dit werk, hij heeft het opdrachtformulier opgesteld en getekend.
De heer [naam bestuurder 2] is niet gemachtigd om namens Stichting Huys ten Donck opdrachten te geven voor werkzaamheden. Ook is hij geen bestuurslid van de stichting en dus niet tekeningsbevoegd.
Als hoofdaannemer is hijzelf verantwoordelijk voor het aannemen van onderaannemers, voor eigen risico en rekening.
2.19.
Op 3 juni 2019 om 14.01 uur stuurt de gemachtigde van Sleper aan Delfgou een e-mail. Daarin is onder meer opgenomen:

De stichting ontkent dat zij u een volmacht (in welke vorm dan ook) heeft gegeven om namens haar de opdracht te verstrekken. Kunt u wellicht aantonen dat dit anders is?
Zo niet, dan bent u gehouden tot betaling van de facturen.

3..Het geschil

In conventie
3.1.
Sleper vordert -samengevat- bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. Huys Ten Donck en Delfgou, hoofdelijk, althans ieder voor zich, althans Huys Ten Donck of Delfgou, te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Sleper te voldoen een bedrag van € 34.286,19 exclusief btw dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 12 april 2019, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag van algehele voldoening, te voldoen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
2. Huys Ten Donck te veroordelen tot vergoeding van schade uit ongerechtvaardigde verrijking tot een bedrag van € 34.286,19 exclusief btw dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 12 april 2019, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag van algehele voldoening, te voldoen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
3. Huys Ten Donck en Delfgou hoofdelijk, althans ieder voor zich, althans Huys Ten Donck of Delfgou, te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen het bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 1.117,86;
4. Huys Ten Donck en Delfgou hoofdelijk, althans ieder voor zich, althans Huys Ten Donck of Delfgou, te veroordelen tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf de 15e dag na de uitspraak en Huys Ten Donck en Delfgou hoofdelijk te veroordelen tot voldoening van de nakosten van € 131,00 dan wel - indien betekening van de uitspraak plaatsvindt - € 199,00.
3.2.
De rechtbank constateert dat in het lichaam van de dagvaarding het totaalbedrag van de vordering van Sleper is opgenomen, namelijk een bedrag van € 34.286,19 inclusief btw, hetgeen ook overeenkomt met de door Sleper in het geding gebrachte facturen. In het petitum van de dagvaarding wordt dit bedrag echter exclusief btw gevorderd. De rechtbank gaat er vanuit dat het hier een kennelijke schrijffout betreft en dat de vordering van Sleper strekt tot betaling van een bedrag van € 34.286,19 inclusief btw, nu de btw volgens de facturen immers geacht moet worden al in dit bedrag te zijn begrepen. De rechtbank gaat dan ook uit van een door Sleper gevorderde hoofdsom van € 34.286,19 inclusief btw.
3.3.
Aan haar vorderingen heeft Sleper , naar de rechtbank begrijpt, het volgende ten grondslag gelegd. Sleper heeft schilderwerkzaamheden verricht aan Het Huys ten Donck. Delfgou en Huys Ten Donck hebben zich allebei als opdrachtgeefster jegens Sleper gedragen. Huys Ten Donck heeft de schijn gewekt dat Delfgou bevoegd was haar te vertegenwoordigen en heeft zich gedurende de uitvoering van de werkzaamheden ook als opdrachtgeefster gedragen en daarmee de overeenkomst bekrachtigd. Delfgou heeft de overeenkomst met Sleper opgesteld en ondertekend en heeft daarmee zichzelf als opdrachtgeefster gebonden.
3.4.
Nu zowel Delfgou als Huys Ten Donck kunnen worden aangemerkt als opdrachtgeefster voor dezelfde werkzaamheden, zijn zij op grond van artikel 7:407 lid 1 BW hoofdelijk verbonden jegens Sleper voor de betaling van het door Sleper voor de werkzaamheden gefactureerde bedrag van € 34.286,19 inclusief btw. Als er geen sprake is van hoofdelijke verbondenheid, dienen Huys Ten Donck en Delfgou ieder afzonderlijk als opdrachtgeefster hun betalingsverbintenissen uit de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht na te komen.
3.5.
Voor het geval dat Huys Ten Donck en Delfgou niet hoofdelijk of ieder afzonderlijk tot nakoming gehouden zijn, dient ofwel Huys Ten Donck ofwel Delfgou als opdrachtgeefster van Sleper te worden beschouwd en het voor de werkzaamheden gefactureerde bedrag van € 34.286,19 inclusief btw te betalen. Het staat immers vast dat in elk geval een van de twee opdrachtgeefster van Sleper is. Voor zover Delfgou onbevoegd de opdracht in naam en voor rekening van Huys Ten Donck aan Sleper heeft gegeven, dient Delfgou de door Sleper geleden schade ter hoogte van de onbetaalde facturen te vergoeden op basis van artikel 3:70 BW.
3.6.
Indien en voor zover er geen overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen tussen Sleper en Huys Ten Donck dan wel tussen Sleper en Delfgou, geldt dat Huys Ten Donck ten koste van Sleper tot het totaalbedrag van de facturen ongerechtvaardigd is verrijkt (artikel 6:212 lid 1 BW) door de aan Het Huys ten Donck verrichte werkzaamheden, terwijl er geen overeenkomst of wettelijke bepaling aan het verrichten daarvan ten grondslag ligt.
3.7.
Huys Ten Donck heeft verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van de vorderingen en met veroordeling van Sleper in de proceskosten.
3.8.
Delfgou heeft eveneens verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van de vorderingen van Sleper met veroordeling van Sleper in de proceskosten, inclusief de te begroten nakosten en met bepaling dat wettelijke rente daarover is verschuldigd vanaf 14 dagen na het te wijzen vonnis.
3.9.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader in gegaan.
In reconventie
3.10.
Huys Ten Donck vordert na wijziging/vermeerdering van eis samengevat- bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Sleper tot betaling van een bedrag van € 7.366,22 te vermeerderen met de verschotten, althans veroordeling in de kosten van deze procedure.
3.11.
Aan die vordering heeft Huys Ten Donck -zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang- het volgende ten grondslag gelegd. Huys Ten Donck is door Sleper nodeloos in deze procedure betrokken, terwijl Sleper weet dat zij alleen een overeenkomst met Delfgou heeft gesloten. Huys Ten Donck wordt derhalve zonder enige rechtsgrond door Sleper gedagvaard en handelt jegens Huys Ten Donck onrechtmatig. Aldus dient Sleper in alle door Huys Ten Donck gemaakte kosten van juridische bijstand om verweer te voeren te worden veroordeeld.
3.12.
Sleper heeft verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van de vorderingen.
3.13.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader in gegaan.

4..De beoordeling in conventie

Inleiding

4.1.
De rechtbank stelt voorop dat de over en weer na de comparitie nog genomen aktes integraal onderdeel zijn van het procesdossier. Delfgou heeft bij haar antwoordakte van 19 februari 2020 aangevoerd dat met de door Huys Ten Donck op 29 januari 2020 genomen akte, sprake is van een nadere conclusie waarbij veel meer en tevens hele andere stukken in het geding zijn gebracht en ook andere zaken aan de orde zijn gesteld dan door de rechtbank ten tijde van de comparitie is bepaald. Deze akte dient daarom buiten beschouwing te blijven. Dit verweer wordt door de rechtbank gepasseerd. In reactie op een daartoe strekkend bezwaar van Sleper heeft de rechtbank bij e-mail van 6 februari 2020 al aan partijen bericht de akte te zullen toestaan, waarbij zowel Sleper als Delfgou in de gelegenheid zijn gesteld om daar op te reageren en zo nodig zelf ook nog stukken over te leggen. Dat heeft Delfgou (en ook Sleper ) bij antwoordakte van 19 februari 2020 gedaan. De gang van zaken is daarom niet in strijd met een goede procesorde. Er bestaat dus geen aanleiding (een deel van) de akte van Huys Ten Donck buiten beschouwing te laten.
4.2.
De rechtbank overweegt voorts als volgt. Door Sleper zijn twee versies van de opdrachtbevestiging van 1 februari 2019 overgelegd als productie 4 en door Delfgou een van deze twee versies, eveneens als productie 4, namelijk de versie met het bedrag van
€ 29.018,96 exclusief btw (zie r.o. 2.9 en 2.12). Deze versies verschillen qua inhoud (wel of geen monumentenglas), qua bedrag (€ 29.018,96 of € 57.947,96, beiden exclusief btw) en qua ondertekening (wel of niet ‘Huys Ten Donck voor akkoord’). In beide versies is opgenomen dat Delfgou namens en voor rekening van Huys Ten Donck de opdracht verstrekt.
Bij gelegenheid van de comparitie heeft Sleper verklaard niet te weten op welke versie zij zich beroept. Nu de door Sleper overgelegde facturen verwijzen naar de opdracht schilderwerk voor het bedrag van € 29.018,96 exclusief btw, ook Delfgou de betreffende versie heeft overgelegd en Huys Ten Donck zich daar niet tegen heeft verzet, gaat de rechtbank er van uit dat Sleper zich op de versie beroept met dit bedrag en derhalve zonder de vermelding van Huys Ten Donck als ondertekenaar ‘voor akkoord’. De rechtbank neemt daarbij ook in aanmerking dat met de e-mail van 5 februari 2019 (zie r.o. 2.11) door [naam contactpersoon] is aangegeven dat de tekst van de opdrachtbevestiging niet juist was en deze nadien is aangepast, zonder dat -naar de rechtbank begrijpt- de datum is gewijzigd. De rechtbank baseert haar oordeel in deze procedure dan ook op de opdrachtbevestiging met vermelding van het bedrag van € 29.018,96 exclusief btw (€ 31.630,67 inclusief btw). In dit licht bezien gaat het in de kern om het volgende.
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat Sleper de schilderwerkzaamheden conform afspraak heeft verricht en dat zij hiervoor een bedrag van € 34.286,19 inclusief btw in rekening heeft gebracht. Partijen zijn echter verdeeld over de vraag wie voor betaling moet zorgdragen. Zijn dat Huys Ten Donck en Delfgou (hoofdelijk) als gezamenlijke opdrachtgeefsters van Sleper of dient Huys Ten Donck dan wel Delfgou als opdrachtgeefster te worden beschouwd of is Delfgou aansprakelijk jegens Sleper omdat zij niet over een toereikende volmacht beschikte? De rechtbank overweegt als volgt.
4.4.
De opdrachtbevestiging is neergelegd in het document met de datum 1 februari 2020 en voor een bedrag van € 29.018,96 exclusief btw (r.o. 2.12). Uit dit document volgt dat door [naam bestuurder 2] van Delfgou aan Sleper opdracht is gegeven voor het uitvoeren van de schilderwerkzaamheden zoals in de opdrachtbevestiging beschreven.
In dit document is opgenomen dat de opdracht is gegeven “namens en voor rekening van onze opdrachtgever”. Als opdrachtgever is Huys Ten Donck vermeld.
De rechtbank beantwoordt als eerste de vraag of Huys Ten Donck als opdrachtgeefster kan worden aangemerkt.
Is Huys Ten Donck opdrachtgeefster?
4.5.
Door [naam bestuurder 2] is namens Delfgou tijdens de comparitie verklaard dat Delfgou niet over een volmacht van Huys Ten Donck beschikte, zodat de rechtbank daarvan uitgaat. Het geschil tussen partijen spitst zich daarom toe op de vraag of door Huys Ten Donck, zoals door Sleper is gesteld, de schijn is gewekt dat Delfgou bevoegd was namens haar te handelen.
4.6.
Ingevolge artikel 3:61 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan het vertrouwen van de wederpartij (hier: Sleper ) aan de onbevoegde vertegenwoordigde (hier: Huys Ten Donck) worden toegerekend als dit vertrouwen is te herleiden tot een ‘doen of nalaten’ van de onbevoegd vertegenwoordigde (ook wel aangeduid als “schijn van volmachtverlening”). Voor toerekening van schijn van volmachtverlening kan - afgezien van uitlatingen en gedragingen van de pseudo volmachtverlener zelf (hier: Huys Ten Donck) - ook plaats zijn, ingeval de wederpartij (hier: Sleper ) gerechtvaardigd heeft vertrouwd op feiten en omstandigheden die voor risico van de vertegenwoordigde (hier: Huys Ten Donck) komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Dit risicobeginsel gaat echter niet zó ver, dat er ook ruimte voor is wanneer het gewekte vertrouwen uitsluitend is gebaseerd op verklaringen of gedragingen van de onbevoegde persoon zelf (hier: Delfgou).
4.7.
Als partij die zich op de schijn van volmachtverlening beroept, moet Sleper daarom stellen, en bij voldoende betwisting bewijzen, 1) feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat zij redelijkerwijs mocht aannemen dat door Huys Ten Donck een toereikende volmacht was verleend aan Delfgou en 2) dat zij op grond van die feiten en omstandigheden daadwerkelijk heeft aangenomen dat een toereikende volmacht was verleend. Daarbij kan in het midden blijven wanneer die eventuele feiten en omstandigheden zich hebben voorgedaan, nu het immers niet ter zake doet of een gedeelte van de schijnwekkende feiten zich eerst na totstandkoming van de overeenkomst van opdracht hebben voorgedaan.
4.8.
Sleper heeft, onder verwijzing naar de verslagen van de diverse vergaderingen tussen januari en maart 2019 en de in die periode gevoerde e-mailcorrespondentie, het volgende gesteld. Huys Ten Donck is gedurende het project, al dan niet via haar adviseur Hylkema, betrokken geweest bij de besluitvorming en beoordeling van de (voortgang van de) schilderwerkzaamheden. De bestuurder van Huys Ten Donck, [naam bestuurder 1] , stond verder in alle gespreksverslagen als opdrachtgeefster vermeld. Hylkema handelde als vertegenwoordiger van Huys Ten Donck en mocht offertes en facturen accorderen. Ook dienden de facturen bij haar te worden ingediend. Huys Ten Donck heeft zich tevens als opdrachtgeefster gedragen door aan Sleper aanvullende werkzaamheden op te dragen, bestaande uit het vervangen van een aantal ruitjes. Voorts heeft Huys Ten Donck nagelaten Sleper te melden dat Delfgou niet bevoegd was haar te binden. Ook heeft Huys Ten Donck na ontvangst van de door Sleper gestuurde facturen, aan haar niet laten weten dat deze facturen naar Delfgou dienden te worden gestuurd. Pas nadat Sleper om betaling heeft verzocht, is door Huys Ten Donck het standpunt ingenomen dat Delfgou niet bevoegd was haar te binden.
4.9.
Huys Ten Donck heeft daar tegenover het volgende aangevoerd. In het kader van het verduurzamingsproject van “Het Huys ten Donck” maakten de werkzaamheden van Sleper onderdeel uit van de overeenkomst die Huys Ten Donck op 5/6 juli 2017 heeft gesloten met Delfgou, waarbij Huys Ten Donck als opdrachtgeefster optrad en Delfgou als hoofdaannemer. Dit wordt ook wel aangeduid als fase 1. Uit deze overeenkomst volgt dat Delfgou zou zorgdragen voor uitvoering van alle werkzaamheden waaronder het schilderwerk. Het was Sleper bekend dat zij het werk in onderaanneming en dus in opdracht van Delfgou zou uitvoeren. Door Hylkema is bij diverse vergaderingen en in e-mails aan Sleper en Delfgou ook aangegeven dat Delfgou de opdrachtgeefster zou zijn van Sleper . Hylkema zelf was niet bevoegd om Huys Ten Donck te binden, maar trad alleen als haar adviseur op. [naam bestuurder 1] was bij de bouwvergaderingen aanwezig als opdrachtgeefster van Delfgou om een vinger aan de pols te houden met betrekking tot de juiste uitvoering van de schilderwerkzaamheden. De facturen dienden volgens de opdrachtbevestiging naar Delfgou te worden gestuurd, waarbij Hylkema ter controle zou meekijken. Huys Ten Donck heeft de facturen nooit ontvangen. Nadat zij werd gesommeerd tot betaling over te gaan heeft zij Sleper direct geïnformeerd dat zij niet haar opdrachtgeefster was. Huys Ten Donck noch Hylkema heeft enig signaal aan Sleper afgegeven dat Delfgou namens Huys Ten Donck de overeenkomst met Sleper mocht sluiten. De opdracht voor het vervangen van een aantal ruitjes is door Huys Ten Donck rechtstreeks aan Sleper gegeven. Dit betrof een schade en valt buiten de overeenkomst tussen Huys Ten Donck en Delfgou.
4.10.
In het licht van hetgeen door partijen over en weer is aangevoerd, overweegt de rechtbank als volgt.
4.11.
Uit de weergegeven feiten kan worden opgemaakt dat de schilderwerkzaamheden waar het in deze procedure om gaat (anders dan het plaatsen van monumentglas) onderdeel waren van de tussen Huys Ten Donck en Delfgou gesloten overeenkomst van 5/6/ juli 2017 met projectnummer [projectnummer] én dat Huys Ten Donck middels haar adviseur Hylkema aan onder meer Sleper heeft kenbaar gemaakt dat de opdrachtverlening voor deze werkzaamheden op dezelfde wijze diende te verlopen als de eerdere opdrachten aan Sleper , namelijk via Delfgou als hoofdaannemer en opdrachtgever. Tegen deze achtergrond leggen de door Sleper genoemde feiten en omstandigheden, wat daar al van zij, onvoldoende gewicht in de schaal om te concluderen dat zij redelijkerwijs heeft kunnen en mogen aannemen dat door Huys Ten Donck een toereikende volmacht was verleend aan Delfgou om namens haar een opdrachtovereenkomst met Sleper te sluiten. Aldus is Huys Ten Donck jegens Sleper niet als opdrachtgeefster onder de overeenkomst van 1 februari 2019 aan te merken. De vorderingen van Sleper , voor zover gegrond op het bestaan van een overeenkomst van opdracht met Huys Ten Donck, zullen derhalve worden afgewezen.
Is Delfgou opdrachtgeefster?
4.12.
Huys Ten Donck heeft - middels haar adviseur Hylkema - niet alleen aan Sleper maar ook aan Delfgou kenbaar gemaakt dat de schilderwerkzaamheden (anders dan het plaatsen van monumentglas) onderdeel waren van de tussen Huys Ten Donck en Delfgou gesloten overeenkomst van 5/6/ juli 2017 met projectnummer [projectnummer] en dat de opdrachtverlening voor deze werkzaamheden op dezelfde wijze diende te verlopen als de eerdere opdrachten aan Sleper , namelijk via Delfgou als hoofdaannemer en opdrachtgeefster. De rechtbank wijst in het bijzonder naar de vaststaande feiten zoals weergegeven in de rechtsoverwegingen 2.7, 2.10 en 2.11 Delfgou kon dus haar opdrachtgeefster Huys Ten Donck niet binden en dat wist zij. De vermelding in de opdrachtbevestiging “Namens en voor rekening van onze opdrachtgever”, waarbij Huys Ten Donck de opdrachtgeefster zou zijn, heeft onder deze omstandigheden geen juridische gevolgen. De rechtbank neemt daarbij ook in aanmerking dat [naam bestuurder 2] bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft verklaard dat in de opdrachtbevestiging “Namens en voor rekening van onze opdrachtgever” is gezet, omdat Delfgou wilde dat Huys Ten Donck verantwoordelijk was en de woorden “Namens en voor rekening van onze opdrachtgever” dus bewust zo zijn gekozen. Het voorgaande betekent dat Delfgou naar het oordeel van de rechtbank als opdrachtgeefster dient te worden aangemerkt voor de schilderwerkzaamheden waarvoor gefactureerd is.
4.13.
Daarmee is Delfgou gehouden tot betaling van het op basis van de facturen verschuldigde bedrag voor wat betreft de schilderwerkzaamheden, met inachtneming van het volgende. Bij akte van 19 februari 2020 heeft Sleper aangegeven dat in het door haar in deze procedure gevorderde bedrag tevens een bedrag van € 1.665,69 inclusief btw is begrepen voor het vervangen van monumentglas/ruitjes. Tussen Sleper en Huys Ten Donck is niet in geschil dat deze werkzaamheden buiten de door Delfgou gegeven opdracht voor de schilderwerkzaamheden vallen. Deze kosten zullen daarom tot het door Sleper gestelde bedrag van € 1.665,69 in mindering worden gebracht op de toe te wijzen hoofdsom. Aldus zal de vordering van Sleper op Delfgou worden toegewezen voor een bedrag van € 32.620,50 (€ 34.286,19 - € 1.665,69).
Rente en buitengerechtelijke incassokosten
4.14.
Sleper heeft tevens vergoeding gevorderd van de verschuldigde wettelijke (handels)rente vanaf 12 april 2019. Nu door Delfgou de verschuldigdheid van de rente niet is betwist, en het een handelsvordering in de zin van artikel 6:119a BW betreft, zal de rechtbank daarom de gevorderde wettelijke handelsrente met ingang van 12 april 2019 toewijzen.
4.15.
Sleper heeft aanspraak gemaakt op vergoeding door haar gemaakte buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van het bedrag van € 1.117,86. Anders dan Delfgou heeft aangevoerd, heeft Sleper voldoende gesteld en onderbouwd dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht, bestaande uit het sturen van een sommatie aan Delfgou. Dat deze correspondentie is beperkt tot slechts één e-mail op 3 juni 2019 van haar gemachtigde en tot niets heeft geleid, doet daar niet aan af. De buitengerechtelijke incassokosten zullen worden toegewezen conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten aan de hand van de toe te wijzen lagere hoofdsom. Aldus zal een bedrag van € 1.101,20 worden toegewezen.
Reconventie
4.16.
Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door artikel 6 EVRM (HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828). Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan is eerst sprake als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Naar het oordeel van de rechtbank zijn in de onderhavige zaak geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die een dergelijk oordeel rechtvaardigen. Hetgeen Huys Ten Donck in dit verband aanvoert is hiervoor onvoldoende. De vordering in reconventie zal daarom worden afgewezen.
In conventie en reconventie.
Conclusie en proceskosten
4.17.
De slotsom is dat de vorderingen in conventie van Sleper op Huys Ten Donck zullen worden afgewezen en de vorderingen in conventie van Sleper op Delfgou zullen worden toegewezen op de wijze als in het dictum is bepaald. De vordering in reconventie van Huys Ten Donck op Sleper zal worden afgewezen.
Op grond hiervan zal Sleper als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het geding in conventie tegen Huys Ten Donck worden veroordeeld. Uit de wijze waarop Huys Ten Donck haar verweer en petitum in reconventie heeft geformuleerd blijkt niet dat zij in conventie ook de uitvoerbaarheid bij voorraad heeft gevorderd. Die wordt dan ook niet toegewezen.
4.18.
De kosten aan de zijde van Huys Ten Donck in conventie worden begroot op:
- betaald griffierecht € 1.992,00
- salaris advocaat
€ 1.737,50(2,5 punten × tarief € 695,00)
Totaal € 3.729,50
4.19.
Delfgou zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het geding met Sleper worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Sleper worden begroot op:
- dagvaarding € 86,40
- griffierecht € 1.992,00
- salaris advocaat €
1.737,50(2,5 punten × tarief € 695,00)
Totaal € 3.815,90
4.20.
Sleper heeft geen vordering ingesteld tot vergoeding van de proceskosten in reconventie, zodat hierover geen beslissing behoeft te worden genomen.

5..De beslissing

De rechtbank
in conventie
ten aanzien van Huys Ten Donck,
5.1.
wijst de vorderingen van Sleper af,
5.2.
veroordeelt Sleper in de proceskosten, aan de zijde van Huys Ten Donck tot op heden begroot op € 3.729,50,
ten aanzien van Delfgou,
5.3.
veroordeelt Delfgou om aan Sleper te betalen een bedrag van € 32.620,50 (inclusief btw), vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over dit bedrag met ingang van 12 april 2019 tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Delfgou om aan Sleper te betalen een bedrag van € 1.101,20 als vergoeding voor buitengerechtelijke kosten,
5.5.
veroordeelt Delfgou in de proceskosten, aan de zijde van Sleper tot op heden begroot op € 3.815,90, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de 15e dag na de dag van de uitspraak,
5.6.
veroordeelt Delfgou in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00, dan wel, indien Delfgou niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan en vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, op een bedrag van € 199,00,
5.7.
verklaart dit vonnis, voor zover het de veroordelingen van Delfgou betreft, uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde,
in reconventie
5.8.
wijst de vordering van Huys Ten Donck af.
Dit vonnis is gewezen door mr B.J.R van Tongeren en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. J.F. Koekebakker, rolrechter, op 15 juli 2020.
3217/1582