ECLI:NL:RBROT:2020:6741

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juli 2020
Publicatiedatum
28 juli 2020
Zaaknummer
C/10/598802 / JE RK 20-1751
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar de ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van de jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 juli 2020 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 22 juni 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen voor de duur van twaalf maanden. De ouders van de kinderen, die beiden onder ouderlijk gezag staan, hebben ingestemd met het verzoek van de Raad. Tijdens de zitting op 14 juli 2020 zijn de kinderen, de ouders en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond gehoord.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, die getuige zijn geweest van spanningen tussen de ouders. Ondanks de inzet van hulpverlening, zijn de ouders niet in staat gebleken om de opvoedcapaciteiten te verbeteren en de ontwikkelingsbedreigingen van de kinderen af te wenden. [voornaam minderjarige 1] heeft te maken met depressieve en suïcidale gedachten, terwijl [voornaam minderjarige 2] opstandig gedrag vertoont. De kinderrechter oordeelt dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ouders te ondersteunen en de belangen van de kinderen te behartigen.

De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 14 juli 2020 tot 14 juli 2021. De beschikking is mondeling gegeven en uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/598802 / JE RK 20-1751
datum uitspraak: 14 juli 2020

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2007 te [geboorteplaats minderjarige 1] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,
[naam minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2011 [geboorteplaats minderjarige 2] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 22 juni 2020, ingekomen bij de griffie op 23 juni 2020.
Op 14 juli 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige 1] , die apart is gehoord,
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster 1] ,
- een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wonen bij de ouders.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er worden twee betrokken ouders gezien die al veel hulpverlening hebben ingezet. Desondanks is er nog veel problematiek binnen het gezin. In de komende periode is de betrokkenheid van een jeugdbeschermer van belang om de regie te voeren en om samen met de ouders te bezien hoe het traject bij Yulius zal verlopen. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] beter in hun vel komen te zitten.

De standpunten

De GI heeft zich aangesloten bij het verzoek van de Raad. Aangegeven is dat iedereen in het gezin openstaat voor hulpverlening en ondersteuning. Het is echter belangrijk dat een jeugdbeschermer de regie gaat voeren om de hulpverlening succesvol te laten verlopen.
De ouders hebben ingestemd met het verzoek van de Raad. Er is hulp nodig binnen het gezin. Op dit moment is het niet gezellig thuis. [voornaam minderjarige 2] vraagt veel aandacht en [voornaam minderjarige 1] is veel teruggetrokken op haar kamer. Naast hulpverlening gericht op het systeem is individuele hulpverlening voor [voornaam minderjarige 1] belangrijk. In de afgelopen periode is de hulpverlening vanuit Enver ontoereikend gebleken en de ouders hopen dat de hulpverlening vanuit Yulius tot een beter resultaat zal leiden.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Er zijn zorgen over de verstoorde gezinsverhoudingen binnen het systeem, waarbij de kinderen getuige zijn geweest van onderlinge spanningen tussen de ouders. Ondanks de welwillendheid van de ouders, zijn er zorgen over de opvoedcapaciteiten en lukt het hen niet om een duurzame verandering te bewerkstelligen. Daarnaast zijn er zorgen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van beide kinderen. [voornaam minderjarige 1] heeft al voor een langere periode structureel depressieve en suïcidale gedachten. Hij kampt daarnaast met moeilijkheden rondom zijn genderidentiteit. [voornaam minderjarige 1] brengt veel tijd door op zijn kamer en met name de moeder lukt het niet om emotioneel bij [voornaam minderjarige 1] aan te sluiten. [voornaam minderjarige 2] vraagt daarentegen veel aandacht binnen de thuissituatie en laat zich door de ouders moeilijk aansturen. Hij laat opstandig gedrag zien en de ouders zijn onvoldoende in staat hem te begrenzen.
Hulpverlening in het vrijwillig kader is onvoldoende toereikend gebleken. De ouders zijn bereid, maar onvoldoende in staat om de ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onder eigen verantwoordelijkheid af te wenden. De kinderrechter acht de betrokkenheid van een jeugdbescherming daarom van belang om de ouders te ondersteunen, om de noodzakelijk geachte hulpverlening in te zetten en om de belangen van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te behartigen. De kinderrechter merkt op dat naast hulpverlening in het systeem, individuele hulpverlening voor [voornaam minderjarige 1] gericht op haar persoonlijke problematiek van groot belang is.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 14 juli 2020 tot 14 juli 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. A.C. Enkelaar, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 juli 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.