Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het inleidend exploot van dagvaarding d.d. 24 juni 2019, met producties;
- het verstekvonnis d.d. 20 augustus 2019;
- de brief van [gedaagde] d.d. 28 augustus 2019;
- de beschikking ex artikel 69 Rv d.d. 10 september 2019;
- de verbetering van de beschikking ex artikel 69 Rv d.d. 10 september 2019;
- de brief van [gedaagde] d.d. 28 oktober 2019 en de daarbij overgelegde stukken;
- de beschikking ex artikel 69 Rv d.d. 15 november 2019;
- het verzetexploot d.d. 24 december 2019;
- de brief van [gedaagde] d.d. 20 januari 2019 en het daarbij overgelegde stuk;
- de conclusie van antwoord in verzet, met producties;
- de brief van [gedaagde] d.d. 13 februari 2020;
- het tussenvonnis van 27 februari 2020 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald op 2 april 2020;
- de conclusie van repliek in verzet, met producties.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
€ 291,62 betaald en dat is niet verwerkt. Op 22 juni 2018 is € 85,00 betaald, doch er is
€ 75,00 verwerkt. Op 16 augustus 2018 is € 85,00 betaald, terwijl slechts € 70,00 verwerkt is. Op 25 oktober 2018 is € 85,00 betaald en dat bedrag heeft Zilveren Kruis op 29 oktober 2018 teruggeboekt. Tot slot is op 18 december 2018 € 29,00 betaald, maar is maar € 19,00 verwerkt. Daarmee lijkt een bedrag van in totaal € 451,69 niet te zijn verwerkt door Zilveren Kruis, terwijl [gedaagde] dit bedrag blijkens zijn rekeningafschriften wel heeft betaald.
5..De beslissing
maandag 17 augustus 2020 om 13.30 uurdienen te verschijnen op de mondelinge behandeling ten overstaan van de kantonrechter mr. W.J.J. Wetzels in het gerechtsgebouw, Wilhelminaplein 100 te Rotterdam;