3.1[eiseres] heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
de tussen partijen gesloten huurovereenkomst te ontbinden, met veroordeling van [gedaagde] om het gehuurde met aan- en toebehoren gelegen aan de [adres] , onder overhandiging van de sleutels ter algehele vrije beschikking van [eiseres] te stellen, met veroordeling van [gedaagde] om voornoemde met hare en de haren te ontruimen en te verlaten;
om [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] te betalen € 3.959,19, te vermeerderen met de wettelijke rente van 2,0 % per jaar over € 3.557,95 vanaf dinsdag 17 december 2019 tot de dag van algehele voldoening;
[gedaagde] te veroordelen om maandelijks bij vooruitbetaling, met ingang van één december 2019 [eiseres] te betalen de conform de huurovereenkomst verschuldigde huur c.q. een vergoeding van € 528,56 per maand of gedeelte van de maand, eventueel te verhogen met de normaal te berekenen huurverhogingen, at [gedaagde] met voormelde ontruiming in gebreke blijft;
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
De vordering onder B is opgebouwd uit € 3.557,95 aan huurachterstand berekend tot en met december 2019, € 26,16 aan verschenen rente berekend tot 17 december 2019 en € 375,08 aan incassokosten.